De geschiedenis van Schouwens
westhoek in vogelvlucht (vervolg)
Tekst: J. P. van den Broecke.
De dorpen van de Westhoek.
Momenteel behoort de Kop van Schouwen
tot het grondgebied van de gemeente Wes-
terschouwen. Het betrokken gebied omvat
de dorpen Burgh, Haamstede, Renesse,
Noordwelle en Serooskerke. Ook het Schelp-
hoekgebied ligt binnen zijn begrenzing.
Vroeger lagen er nog de dorpen Westland,
Clauskinderen, Koudekerke en Westenschou-
wen. Deze dorpen zijn echter lang geleden
verdronken.
Van het verdronken dorp Westland zijn
zo goed als geen gegevens voorhanden. De
juiste ligging, de omvang, zowel als het
tijdstip van zijn ondergang liggen blijkbaar
nog verborgen achter de nevels van de
verleden tijd. Wat beter zijn we ingelicht
over Clauskinderen. De bedijking van het
gebied waarin dat dorp eens werd gesticht,
dateert vermoedelijk uit het begin van de
dertiende eeuw. Deze gronden lagen toen
ergens buiten de tegenwoordige kustlijn
ter hoogte van Burghsluis. In 1328 werd
Clauskinderen als parochie vermeld onder
het patronaat van St. Nicolaas. Na een
stormvloed in 1511 werd het dorp buiten-
gedijkt.
In het zesdedeel van Haamstede lag vroe
ger het dorp Koudekerke. Het schijnt een
flinke plaats te zijn geweest met een be
langrijke jaarmarkt. De kerk was gewijd
aan de Heilige Maagd Maria en werd zowel
door een pastoor als door een kapelaan
bediend. Doordat de voorgelegen oever van
de Oosterschelde door stroomschuring
steeds meer verdiepte, ontstonden er oever-
afschuivingen en dijkvallen, waardoor de
waterkering steeds verder landinwaarts
moest worden verlegd. Toen tenslotte ook
het dorp gevaar begon te lopen, gaf de
toenmalige ambachtsheer Lodewijk van
Gruuthuse in de tweede helft van de vijf
tiende eeuw opdracht om verder landin
waarts een nieuwe kerk te bouwen. Ook
dat heeft niet mogen baten, want kort na
1535 moest het dorp toch aan het water
worden prijsgegeven. Alleen de toren van
de tweede kerk bleef gespaard en houdt
Foto's: van de schrijver.
zodoende de herinnering levendig aan het
dorp waarbij het eens heeft behoord.
noemd. Uit de hiervoor aangehaalde brief
van hertog Jan van Brabant blijkt wel dat
Westenschouwen als handelsplaats reeds in
12% een zekere betekenis had. De toevoe
ging Ter nieuwer sluse duidt er op, dat
er destijds een (uitwaterings)sluis lag.
Reeds in de veertiende eeuw vervoerden
schippers uit Westenschouwen haring, mee
krap en uien naar Engeland en brachten
wol, lakens en steenkool mee terug. Wes
tenschouwen bloeide echter eerst goed op
nadat de Gouwe als scheepvaartweg naar
Zierikzee was verzand. Men begon toen
steeds meer gebruik te maken van de
haven van Westenschouwen, waar handel
en scheepvaart vooral in het begin van de
vijftiende eeuw grote welvaart brachten.
In 1438 breidde de handel zich uit tot
Spanje en Portugal. Terplaatse gebouwde
schepen voerden voorts veel zout aan uit
Frankrijk, dat in Oostzeehavens werd ver
handeld. In 1473 verleende Karei van Bour-
gondië aan de inwoners van Westenschou
wen oktrooi tot uitbreiding van het aantal
weekmarkten, terwijl de Engelse koning
Edward IV hen in al zijn gewesten en
havens vrije vaart en handel verleende. In
die jaren had Westenschouwen het hoogte
punt van zijn groei bereikt.
Met pinksteren was er kermis. Dat ver
maak heeft zich daar tot in deze eeuw
kunnen handhaven. Tussen twee wegen die
naar de kust liepen, lag een gebied dat
ook nu nog de meipacht wordt genoemd.
Waarschijnlijk was Westenschouwen al vroeg
de hoofdplaats van de streek. Hubregtse
meent dat op het terrein van de Meipacht
het mallum of de dingplaats heeft gelegen,
waar in de Karolingische tijd recht werd
gesproken.
Tegen het midden van de 15de eeuw
pakten zich boven de havenplaats donkere
De toren van Koudekerke.
Op de plaats waar eens een kreek door
een opening in de duinenrij met het buiten
water in verbinding stond, kwam in de
dertiende eeuw een nederzetting tot ont
wikkeling die aanvankelijk Paalvoetseinde
heette, omdat hij vernoemd zou zijn naar
een heer Hendrik Alard Paalvoet. In een
brief van 7 oktober 12%, waarin stond dat
hertog Jan van Brabant door zijn gebied
vrijdom van tollen schonk aan Jan van
Renesse ten behoeve van diens kooplieden,
wordt als plaatsnaam Taleboiteijnde ter
Nieuwer Sluse vermeld. Blijkbaar is de oor
spronkelijke naam dus verbasterd. Later
zou de plaats Westenschouwen worden ge-
wolken samen. De haven begon te verzan
den. Volgens Reigersberg begon de onder
gang van Westenschouwen zich omstreeks
1497 duidelijk af te tekenen. Toen na de
storm van 14 december 1511 bovendien een
groot gebied aan de zuidwestzijde van
Schouwen moest worden buitengedijkt, ont
stond door stroomverlegging een sterke
duinafslag. Toen de toestand er al te ge
vaarlijk leek te worden, heeft men verder
landinwaarts een nieuwe kerk met een toren
gebouwd, waarbij zich in de loop der jaren
een woonkern ontwikkelde. Tegen de kerk
sloot een weg aan, die naar de haven liep,
met aan weerszijden huizen en een rij
19