Harde strijd verwacht om inlichting
Oosterschelde
Dankzij „milieu-rakkers'
luidt voor „onze" plant Colchicum autum-
nale (L). Vaak zijn deze namen zeer veel
zeggend, wanneer de betekenis daarvan dui
delijk wordt. We zullen hem van achter
naar voren eens nader bekijken.
De letter tussen haakjes geeft degene
aan, die de naam aan de plant gegeven
heeft. De L betekent ALTIJD Linnaeus. Het
is onvoorstelbaar wat deze man van de
duizenden planten en dieren moet hebben
afgeweten, als we letten op de naamgeving.
Deze bevat nagenoeg immer informatie over
het benoemde individu. Linnaeus was de
eerste wetenschapsman, die alle planten en
dieren systematisch gerangschikt heeft en
ze tevens van een internationaal „verstaan
bare" naam voorzag.
Vervolgens komen we bij autumnale. Dit
is kort te verklaren: in de herfst bloeiend.
Maar nu Colchium. Het is afgeleid van
de plaatsnaam Colchis. Of in het Russisch:
Kolchida, gelegen in Georgië aan de Zwarte
Zee.
De naam Colchis is zeer oud en afkomstig
uit de Griekse mythologie. Het was de
woonplaats van koning Aietos, die de scepter
zwaaide over die gelijknamige landstreek.
Deze vorst had een dochter, Medea ge
naamd. Ze bezat toverkracht, anderen zeg
gen dat het een gifmengster was. Hoe dan
ook. ze heeft wel blijk gegeven gebruik van
vergif te kunnen maken. Ze had een ver
bintenis aangegaan met Jason, aanvoerder
der Argonauten en veroveraar van het
Gouden Vlies. Later verstootte Jason haar,
omdat hij de dochter van de koning van
Corinthe boven haar verkoos. Het verhaal
luidt, dat Medea haar mededingster ver
giftigde met delen van de Herfsttijloos. Lin
naeus moet dit verhaal hebben gekend en
De komende jaren moet een groot aantal
beleidsbeslissingen genomen worden voor de
inrichting van de Oosterschelde. De vraag:
Waar en in welke omvang de recreatie een
plaats krijgt, is nu al volop aan de orde.
daarom de plan Colchicum hebben genoemd.
Anderszijds is het ook mogelijk, dat hij
deze naam bij wijze van waarschuwing
gekozen heeft. De Herfsttijloos is namelijk
zéér vergiftig. Enige grammen van de zaden
zijn reeds dodelijk. Alle delen van de plant
bevatten in meer of mindere mate, afhan
kelijk van de standplaats der planten kan
de hoeveelheid variëren, alkaloid Colchicine,
een zwaar vergif. Dit tast bij overdosering
het centrale zenuwstelsel aan. Het gevaar,
als b.v. kinderen van de plantendelen ge
geten hebben, is nogal sluipend, omdat pas
enige uren na het gebruik de vergiftiging
merkbaar wordt en het kwaad dus reeds
geschied is. Toch wordt van de stoffen, die
deze plant produceert zowel in de allo
pathie, als in de homoeopathie een dank
baar gebruik gemaakt, als geneesmiddel
tegen jicht.
Een andere werkzaamheid van Colchicine
heeft belemmering van celdeling in levende
organismen tengevolge. Vooral bij kwekers,
die hiermee om kunnen gaan, wordt van
deze werkzaamheid een veelvuldig gebruik
gemaakt bij het kweken van nieuwe rassen
met nieuwe eigenschappen.
Wanneer de grote en relatief zware zaden
van de plant rijp zijn, moet voor versprei
ding worden zorggedragen. De wind, het
hulpmiddel waarvan veel plantensoorten ge
bruik maken, kan hier vanwege het gewicht
der zaden, niet helpen. Geen nood echter,
dan wordt de voorbijganger, in casu het
vee, maar ingeschakeld. De zaden hebben
een grote kleefkracht en hechten zich daar
door gemakkelijk ergens aan vast. Zelfs
aan harige dierenpoten en zo is ook dat
geregeld.
Volledigheidshalve moet ik nog vermelden,
dat in de tuinen ook vaak de Byzantijnse
Herfsttijloos wordt aangetroffen. Deze heeft
rood-lila bloemen en bladeren, die tot tien
centimeter breed kunnen worden.
De kans, dat u deze interessante plan
tensoort bloeiend in Nederland aantreft, is
dus klein. In centraal Europa is hij echter
overal gewoon op de kalkrijke weiden. Re
gelmatig komt hij ook voor in bosranden,
waar er door zijn heldere kleur een sterk
contrast ontstaat met de afstervende bla
deren. Dit afsterven van de bladeren bete
kent het behoud van de boom, aangezien
de natuur in de winter geen kans ziet in
de noodzakelijke levensbehoefte van de
loofbomen te voorzien.
Ook de Herfsttijloos zal nog vóór de
winter zijn bestoven vruchtbeginsels laten
toedekken door de dan nog vallende bla
deren. Het bos lijkt dan uitgestorven. Het
tegendeel blijkt echter in het daarop vol
gende voorjaar, wanneer beiden zich weer
in het groen zullen steken. De volgende
cyclus is begonnen!
En zo is het leven in de natuur feitelijk
net zo tfjfdjloos, indien wij hem de levens
kansen niet ontnemen.
Uit lopende studies en publikaties van
milieu-deskundigen blijkt, dat niets in de
Oosterschelde mogelijk mag zijn, tenzij is
aangetoond, dat geen schade te verwachten
is. Zelfs top-ambtenaren van milieu en
planologie hebben zich al laten ontvallen,
dat het bij de aanleg van de pijlerdam
in de Oosterschelde niet alleen om het
behoud van het huidige ecosysteem gaat.
Neen, veel meer nog, dat ecosysteem en
de natuurlijke waarden van dat gebied
moeten nog worden versterkt
Geen weldenkend mens in Nederland zal
het achteraf betreuren, dat het oude plan
voor een volledige afsluiting van de Oos
terschelde niet doorgaat. Dankzij de bouw
van de pijlerdam met een gedempt getij,
worden belangrijke waarden van natuur en
landschap in de Oosterschelde gered. Ook
een groot deel van de visserij, vooral de
oester- en mosselteelt, vaart er wel bij.
De grote klap viel bij de recreatie, die
in een zoete delta een waar paradijs be
schikbaar had gekregen. In de stellige over
tuiging, dat het Deltaplan volgens una
nieme besluiten van de volksvertegenwoor
diging zou worden uitgevoerd, werden door
vele instanties, gemeenten, particulieren en
projektontwikkelaars al kapitale plannen en
investeringen gemaakt, om er tijdig bij te
zijn. Er werd daarbij normaal ingespeeld
op een ontwikkeling, die als één van de
grootste winstpunten van het Deltaplan
naast de veiligheid voor het Zeeuwse volk
in het vooruitzicht was gesteld.
De georganiseerde sportvisserij en water
sport hebben zich pas in de strijd voor het
behoud van de Oosterschelde gemengd, toen
duidelijk werd dat er een „second-best"
oplossing kwam, die stormvloed-beveiliging
en milieu-behoud combineerde. De voor
malige AHB-voorzitter Kees Vrijling heeft
eens onomwonden gezegd, dat de sport
vissers niet wilden vissen in water, dat het
leven van duizenden Zeeuwen bedreigde.
Milieu-rakkers.
Dit verhaal is geen pleidooi voor op winst
beluste projektontwikkelaars, die de mooiste
plekjes van het Oosterscheldebekken willen
inpikken. Integendeeler moet een op
rechte belangenafweging komen voor de
35.000 ha water van de Oosterschelde. De
georganiseerde watersport en sportvisserij
met 3 milljoen aanhangers hebben sterk
de indruk, dat de milieu- en landschaps-
voormannen de recreatie nauwelijks een
minimale kans gunnen. De eerste aanzetten
tot die verdenking sijpelen nu al uit de
voorbereidende studies van de inrichtings
instanties voor die Oosterschelde.
Er is een hoofddoelstelling gemaakt in
een interimrapport van de Coördinatie
groep Oosterschelde (ingesteld door de
Stuurgroep). Die hoofddoelstelling is: „Het
behoud en zo mogelijk versterken van de
aanwezige natuurlijke waarden van het
Oosterscheldegebied met inachtneming van
de basisvoorwaarden voor een goed maat
schappelijk functioneren. Na het natuur-
belang komt de visserij als het meest spe
cifieke en belangrijke element aan de orde."
De secretaris van de Stuurgroep Ooster
schelde, ir. M. J. Pinkers, die dat beweert,
is gelukkig wel zo verstandig om erbij te
zeggen, dat er een grote druk op het
gebied van de watersport te verwachten is.
Omdat ook hij weet, dat er in de hele
randstad en elders in Nederland een enorm
tekort aan ligplaatsen voor boten en sport
vissers is. Onze vraag is: Is die hoofddoel
stelling wel goed genoeg voor een echte
belangenafweging.
Begin 1979 verscheen in het blad „Natuur
en Milieu" een publikatie van E. Boissevain,
W. van Grondelle en Chr. Kalden over het
behoud van het ecosysteem in de Ooster
schelde. Hierin wordt de stelling van ir.
Pinkers en zijn Stuurgroep nog wat vrijer
vertaald. „De benadering van de inrichting
van de Oosterschelde zal moeten zijn: Niets
Tekst: Cor van Heugten.
30