BRUIKBARE WENKEN VOOR HET OUDERWETS ONDERHOUDEN VAN OUDE SPULLETJES. Als u een keer wordt overvallen door zo'n ouderwetse bui, waarbij u alles weer eens nodig een beurt wilt geven, zet dan de bakjes zand, zeep en soda maar klaar, aangevuld met een flesje terpentijn, een kannetje petroleum en een pot was. dan komt u een heel eind. Het is misschien een beetje voor de hand liggend om te zeggen, dat houtsoorten met was moeten worden aangepakt, maar we beginnen makkelijk en voeren de moeilijkheidsgraad geleidelijk op. Trouwens, niet alle houtsoorten laten zich door was behandelen, voor gepoli toerd en gevernist hout wordt ook teakolie gebruikt. De kanten van stroef geworden houten latten even met talkpoeder bestrooien om ze weer vloeiend te laten glijden. Smeedijzer kun je van vuil en roest ontdoen door het in te wrijven met witte was en dat geldt ook voor koper en brons. Bij hardnekkige groene aanslag, afwassen met ammonia of petroleum. Brons kan men oo'k schoonmaken met schoorsteenroet (open haard!) en vetvlekken op koper voorzichtig met vochtig zout behandelen en daarna goed afspoelen met warm water. Munten nooit poetsen; reinigen mag. maar dan uitsluitend met speciaal daarvoor in de handel gebrachte middelen voor de diverse metaalsoorten; met koperen en bronzen munten gaat men weer anders om, dan met bv. zilveren. Overige zilveren voor werpen kunnen worden gepoetst met roet of sigareas op een vochtig doekje. Daarna met een zeemleer goed opwrijven. Donkere vlekken van voedselaan- tasting of medicijnen kan men wegkrijgen door het voorwerp met vochtig zout in te wrijven en goed na te spoelen met heet water. Leer kan reuze opknappen door het met leervet of leerolie te bewerken. Voor ivoor pianotoetsen, biljartballen, e.d. kan spiritus goed werken, maar men kan de betreffende stukken ook met alcohol behandelen. Zonlicht geeft het daarna haar natuurlijke tint terug. Aardewerk, ook oude tegeltjes en kannetjes, wast men af in een warm sodasopje. Aanslag op een theepot kan men heel gemakkelijk verwijderen door de donkere plekken met zout in te wrijven en vervolgens normaal in warm water te wassen. In karaffen, die moeilijk schoon te krijgen zijn van binnen, zetten we een nachtje een laagje bleekwater. Is dat niet voldoende, dan zetten we hem een poosje weg met wat spiritus, af en toe de karaf eens even schudden. Voor tin nemen we weer sigareas en wrijven het daarna met een flanellen lap na. Ook onderdompeling in een warm bad met daarin een scheutje terpentijn kan zeer „verhelderend" werken. De lijst zou nog met tal van voorbeelden en mogelijkheden kunnen worden uitgebreid. We hebben maar een greep gedaan uit materialen en voorwerpen waar we dagelijks mee omgaan en aangegeven dat we niet automatisch hoeven te grijpen naar de moderne schoonmaakprodukten. In veel gevallen kan worden teruggevallen op de vertrouwde, beproefde, onschadelijke, ouderwetse huis middeltjes! OPMERKELIJKE LIJM-METHODE. Met een beetje doe-het-zelf inzicht en wat handigheid zou men toch in staat moeten zijn om kleine reparaties aan oude spulletjes zelf uit te voeren. Je moet even weten hoe en misschien is soms het moeilijkste om eventuele ontbrekende of te vervangen onderdeeltjes er weer bij te vinden. Maar als u connecties aanknoopt met een aardige antiquair zal deze u graag behulpzaam zijn met adviezen en misschien zelfs met materialen of anders kunnen verwijzen naar adressen waar die wellicht nog te krijgen zijn. Ook op markten kan men in zgn. vergaarbakken nog wel eens leuk, bruikbaar klein-materiaal tegenkomen. Een goede antiquair beschouwt een hobbyist niet gauw als concurrent, maar zal eerder de liefde voor zijn branche aanmoedigen. Voor goede spullen komt men toch altijd weer bij hem terecht. Nu vingen wij laatst terloops een tip op voor het lijmen van aardewerk, die wij hierbij graag aan belangstellenden doorgeven. Met de middelen die tegenwoordig in de handel zijn, zoals de twee componentenlijm en super-glues zou dat moeten lukken, maar daarmee schijnt men toch een aanslag te doen op het aardewerk rond het breukvlak. Om de methode, die ons ter ore was gekomen, te beproeven namen we een oude tegel die helaas in tweeën gebroken was. Volgens het Van Dishoeck boekje „Tegels" betrof het een diertegel in accoladerand uit de eerste helft van de zeventiende eeuw. We legden de twee helften precies tegen elkaar, bonden er stevig een touwtje om en deponeerden dit zaakje op de bodem van een pan; overgoten toen de kapotte tegel met halfvolle melk (afgeroomde melk wordt geadviseerd) en lieten het geheel 10 minuten koken. Vervolgens haalden we de pan van het vuur en zetten die op een stille plek om af te koelen. Tenslotte haalden we de tegel uit het schiftige mengsel, knipten het touwtje door enZiedaar, er is geen speld tussen te krijgen! Aangezien we niet zo handig zijn, maar wel dol zijn op goochelaars, zult u begrijpen dat onze nieuwsgierigheid bij het horen van zo'n truc geprikkeld was en onze verrassing was groot toen het nog lukte ook. We willen er wel eerlijk bij zeggen, dat we niet zoveel vertrouwen in deze lijmmethode hadden dat we het ook bv. zouden toepassen bij een theepot, die dagelijks in gebruik is. Maar voor een tegeltje, dat verder niets te houden heeft en alleen maar mooi hoeft staan te zijn in een hoekje van de kamer, was het een aardig experiment. Het kostbaarste; een staande klok. zgn. Amsterdammer, maker: Gerrit Bramer. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1979 | | pagina 11