GOEREE-OVERFLAKKEE HERWINT ZIJN PLAATS Het „Zeeuws bewustzijn" groeit, maar wordt ook bestreden Tekst: Joris van Hoedekenskerke. „Goeree-Overflakkee bij Zeeland". Dat is de mening van de minister van binnenlandse zaken. En wat belangrijker is het is ook het verlangen van het merendeel van de inwoners van dit zo typisch Zeeuwse eiland, dat nu nog met administratieve ketenen geklonken is aan Holland. De hele discussie rond Goeree-Overflakkee, maar ook die om het ontwerp- streekplan Midden-Zeeland, en zelfs die over de inrichting van de Ooster- schelde, draait in feite om de vraag zal Zeeland „Zeeland" zijn en blijven, of worden we toch een deel van de randstad Holland? Jammer, dat er mensen zijn, die zich deze vraag niet realiseren, of niet realiseren wil len. Verheugend is het, dat er ook tekenen zijn van Zeeuwse bewustwording en her kennen van een eigen Zeeuws belang. Die mensen op Goeree-Overflakkee, die in de door de PZC gehouden enquête „ja" zeiden tegen aansluiting van hun eiland bij Zeeland, gaven in verschillende bewoordin gen blijk van hun „Zeeuw zijn". Ze waren zich bewust van de verwantschap in levens stijl, godsdienst, dialect, maar ook in mid delen van bestaan, in het landschap, kortom in de hele levenssfeer, die Goeree-Over flakkee en overig Zeeland met elkaar hebben. Geen wonder. De geschiedschrijvers Van Empel en Pieters en zij niet alleen hebben er al op gewezen dat er tijden waren, dat de grenzen van Zeeland eilanden als Voorne nog omvatten. Die tijden en grenzen zijn veranderd. Goeree-Overflakkee is later bij Holland gevoegd, maar is in wezen altijd Zeeuws gebleven. Het meren deel van de bevolking ziet zich weer gaarne deel van Zeeland. Ook Zeeuwse politici hebben zich gunstig uitgelaten over de terugkeer van Goeree- Overflakkee bij de „moeder-provincie". In de Zeeuwse provinciale staten is Goeree- Overflakkee door een aantal sprekers een hartelijk „welkom" toegeroepen. De heer H. Eversdijk van de CDA-fractie wees er op, dat Zeeland nooit „gebiedshonger" heeft getoond. Hij sloeg de spijker op de kop toen hij zei: „Het voormalig eiland Goeree- Overflakkee is zo Zeeuws, dat het ook na de toevoeging bij Zeeland toch echt Zeeuws blijft." Ook de heren Van de Berg (SGP) en De Voogd (WD) constateerden dat de komst van Goeree-Overflakkee een goede zaak was, ook al omdat de eigen bevolking dit wenst. In een vergadering van de Zeeuwse af deling van de vereniging van Nederlandse Gemeenten zei de voorzitter, burgemeester mr. F. G. A. Huber van Goes, dat Zeeland met Goeree-Overflakkee verenigd, in het landelijke totaalbeeld sterker in de schoenen kan staan. Ook de Zeeuwse Kamerleden toonden zich verheugd met de plannen van de regering om Goeree-Overflakkee weer deel te laten uitmaken van de provincie waar het thuis hoort. Maar niet iedereen is er blij mee. De eerdergenoemde PZC-enquête heeft uit gewezen, dat van tot de P.v.d.A. behorende ondervraagden naar verhouding het gering ste aantal bij Zeeland wil. In die kring heersen sterke voorkeuren voor het „bij Holland blijven" of aansluiting bij de nieuwe provincie „Rijnmond". Ook de gemeenteraadsfracties van die partij in de Flakkeese gemeenteraden zijn „tegen Zeeland". Men hamert daar op het sociaal-economische belang dat Goeree- Overflakkee bij Holland, vooral bij Rotter dam, heeft. Argumenten over volksaard, geloof, dialect, levenswijze en sfeer, slaan bij deze dames en heren kennelijk niet aan. Jammer, want „een mens leeft niet bij brood alleen", al is de broodwinning natuurlijk wel erg belangrijk. En juist in die richting weten „de progressieven" of „de linksen" (hoe u ze noemen wilt) zich soms toch ook wel weer verdienstelijk te maken. Zelfs in Zeeuws opzicht. Want het is met name de „linkse" vak beweging, de FNV in Zeeland, die duidelijk stelt dat deze provincie geen gebied voor een grote overloop uit de Randstad moet worden: „De bevolkingsgroei in Zeeland mag niet veel uitgaan boven de natuurlijke aanwas. De werkgelegenheid moet het ver trekpunt zijn voor ontwikkelingen in Mid den-Zeeland. Tachtig tot negentig procent van de nieuwe arbeidsplaatsen moet door de eigen bevolking bezet worden," zegt de FNV als reactie op de discussienota over het nieuwe streekplan Midden-Zeeland. In die discussienota van het provinciaal bestuur staat ook, dat de vestiging hier van mensen van buiten Zeeland, die niet eco nomisch aan deze provincie zijn gebonden, beperkt moet worden. Andere provincies (en gemeenten) hebben deze „veiligheidsmaat regel" al lang in 'hun beleid ingebouwd. Men gaat er daar kennelijk (en terecht) van uit, dat de in de streek zelf geboren en getogen bevolking toch het eerst recht heeft op een plaats onder de zon in die streek. Dreigt er „volte", die de leefbaarheid in zo'n gewest kan aantasten, dan is het toch vanzelfsprekend dat de eigen bevolking te gen de kwalijke gevolgen hiervan wordt beschermd. Men laat toch in zijn eigen woning ook niet onbeperkt gasten toe, tot er voor de eigen bewoners geen, of veel minder ruimte is? Het ontwerp-streekplan is in diverse Zeeuwse gemeenten en instellingen op ge varieerde wijze begroet. In sommige gemeen ten was men het wel in hoofdzaak met de discussie-nota eens. Andere hadden wat kritiek. Er waren er ook, waar de paragraaf over de „immigratie-beperking" helemaal geen goed onthaal kreeg. Met name in de gemeenteraad van Goes toonde men er totaal geen begrip voor. En ook de meerderheid van het college van burgemeester en wethouders vond „dat Zeeland niet op slot mag"Alleen de burgemeester, mr. Huber. toonde wel begrip voor het feit dat men Zeeland toch maar niet onbeperkt vol kan laten lopen. Een brave WD-spreker de zeer be minnelijke heer C. van Beekom betoogde op een vergadering van zijn partij, dat het „Zeeland voor de Zeeuwen" ook zou bete kenen dat oud-Zeeuwen, die buiten de pro vincie gaan wonen, nimmer meer terug zouden mogen keren naar de provincie, waar zij geboren waren. Dat een zo vrien delijke man zulke onvriendelijke onzin kan beweren. Het is toch nu al wel duidelijk dat als er al ooit zo'n maatregel komt de pap nooit zo heet wordt gestort als ze gekookt lijkt, en dat zij, die in Zeeland zijn geboren of er een groot gedeelte van hun leven hebben gewoond, niet door barse grensbewakers zullen worden teruggestuurd omdat ze hier een huis willen kopen of huren. Ook al durven wij wel de kreet „Zeeland voor de Zeeuwen" aan te heffen, zo'n maatregel als deze heer vreest, zou ook bij ons en onze medestanders natuurlijk protest ontlokken. Ons protest moet zich nu echter op een ander verschijnsel richten. Ook in „Zeeland Magazine" is het „Haags-Hollandistische Centralisme" binnengedrongen, hand in hand met de afkeer van „milieu-rakkers". De „boosdoener" in dit geval is niemand minder dan onze overigens geachte collega Cor van Heugten, die zich eens „heerlijk" laat gaan in het artikel „Dankzij 'milieu rakkers' harde strijd verwacht om inrichting Oosterschelde". De heer Van Heugten stelt dat (in het kader van de inrichting van de Ooster schelde) de sportvissers een klein aantal boottrailerhellingen in de hele Zuid-Hol landse en Zeeuwse Delta willen, en dat op plaatsen, die ten opzichte van milieu, landschap, beroepsvaart en visserij verant woord zijn. Op zichzelf lijkt dat een redelijk verlangen. Maar de heer Van Heugten be toogt in een volgende kolom op pagina 31 van „Zeeland Magazine" no. 66 dat „milieu rakkers in vele instanties proberen de re creatie bij voorbaat tot een minimum terug te dringen." Hij vindt verder dat deze „beleids-blinde doordrammers van milieu en landschap" via regering en Tweede Kamer „even tot de orde moeten worden geroepen." Heel Ne derland zegt de heer Van Heugten heeft na de ramp miljarden in Zeeland geïnvesteerd waarna de belangenafweging een nationale zaak geworden is. Dat wordt hopelijk niet in een zaaltje in Zierikzee of Middelburg, of in een kamer in Wolphaarts- dijk beslist," aldus de heer Van Heugten. 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1979 | | pagina 20