VL ell «os
„VOORDELTA"
wordt belangrijk sportvis-
en natuurgebied
alleen lopende verplaatsen. Het geeft de
diertjes de gelegenheid om tijdens de win
termaanden beter weg te kunnen kruipen
in schorsspleten en/of begroeiingen, waar
door ze goed beschut zitten tegen de
winterkoude, maar ook voor naar voedsel
zoekende vogels, zoals bijvoorbeeld mezen.
Zonder vleugels vallen ze natuurlijk veel
minder op.
tvy//'e.
Afhankelijk van de lengte en de streng
heid van de winter vliegt deze soortengroep
van november tot in maart. Zoals u zich
waarschijnlijk herinnert, heb ik al eens ver
teld dat de lengte van de vliegtijd mede
afhankelijk is van het tijdstip dat de paring
heeft plaatsgevonden.
Zowel vrouwtjes als mannetjes kunt u
op niet te winderige of te koude avonden,
vooral in december op stammen van allerlei
heesters aantreffen, alwaar het huwelijks-
spel zich voltrekt. Met behulp van een
zaklantaarn moet u op de luwzijde van de
stammen kijken.
De kereltjes hebben een zeer verfijnd
reukorgaan, waarmee zij, al tegen de wind
in viiegend, het door de wijfjes uitgezonden
geurspoor volgen, tot zij haar gevonden
hebben. Per soort is dit „liefdesaroma"
anders van samenstelling zodat pa niet
„vreemd" kan gaan!
De wijfjes leggen hun eieren na de winter
op allerlei loofbomen. De Wintervlinders
kunnen in fruitboomgaarden zeer schadelijk
zijn. De bestrijding in deze cultuurgewassen
werd vooral vroeger uitgevoerd met ge
bruikmaking van lijmbanden om de stam
men. Hierbij werd dus duidelijk ingespeeld
op de omstandigheid dat de vrouwtjes tegen
de stammen op moeten kruipen om hun
eieren te leggen. Tegenwoordig zien we
deze oude wijze van schade-beperken niet
vaak meer. Met spuitmiddelen gaat het veel
sneller en is daardoor minder kostbaar.
In andere loofhoutsoorten is schade nim
mer aanwijsbaar. De rupsen van deze vlin
dersoorten gelijken qua gedrag en lichaams
bouw volledig op die van het Juniperus-
vlindertje, alleen kleur en tekening verschil
len daarvan.
Tekst: Cor van Heugten.
Lector De Jonge van de Landbouwhoge
school in Wageningen verwacht, dat na de
bouw van de pijlerdam en andere werken
voor de kust, de voor-delta een belangrijke
rol in de recreatie en natuur kan gaan
spelen. Door de aanleg van een aantal
werken kan de kustverdediging een aantal
meters zeewaarts worden verplaatst. Er kun
nen bijvoorbeeld prachtige stranden ont
staan op de zgn. 10 meter waterlijn. Er
komen door verandering van stroom en
zandstransport langs de kust grote gebieden
met prachtige stranden en zandbanken, die
ware binnenzeeën doen ontstaan.
Een dynamisch gebied dus met diepe
kreken, zandtransport, aanwas en afslag en
veel voedselrijkdom voor vissen en vogels.
Er kunnen in deze voor-delta dus nieuwe
broedgebieden, kraam- en kinderkamerfunk-
ties voor de vis ontstaan. Die zandbanken
komen evenwijdig aan de kust te liggen.
Door de aanleg van de pijlerdam in de
Oosterschelde komt er ook een stroom-
vertraging naar buiten, zodat het vloed
overschot van zuid naar noord langs de kust
ook minder ver van de kust wordt weg
gedrukt. Het gevolg is, dat ondiepten ont
staan, waar het goed recreëren en vissen
zal zijn. De Wageningse lector gelooft zelfs,
dat die voor-delta zeker zo belangrijk kan
worden als de Oosterschelde.
Ook dit wordt een argument voor natuur-
en milieudeskundigen en de recreatie-voor
mannen, ook hierop de belangenafweging
te gaan afstemmen. De Delta belooft een
enorm watersportgebied te worden. Om die
belangenafweging dreigt inmiddels al strijd
te komen. Natuur- en milieudeskundigen
pogen bij voorbaat al de boot zover mogelijk
af te houden. Natuurlijk is het zo, dat er
geen kermis mag komen. Er zal ook een
zekere fasering moeten komen van de wa
tersportontwikkelingen. Maar die moeten
geen prioriteit krijgen om de watersport
aan een eng minimum te binden. In be
paalde gebieden zullen beslist grote recrea
tieve ontwikkelingen mogelijk zijn, terwijl
elders in deze mooie Delta de grote natuur
waarden beschermd moeten worden.
Overigens zou het goed zijn, als er lan
delijk eens bestudeerd wordt hoe die fa
sering moet zijn. Ook al om de grote druk
van de recreatiebehoefte elders in Nederland
te ontlasten.
De berekeningen, die een werkgroepje van
watersporters maakt voor de inrichtings
commissie Oosterschelde wijzen (bij alle
goede wil) toch op een flink stuk natte-
vinger-werk. En als de watersportbonden
zeggen, dat ze tot 1985 op de Oosterschelde
2.000 ligplaatsen in jachthavens vragen en
daarna nog eens (slechts 5.000), dan heeft
dit veel van koffiedik kijken weg.
De vraag is trouwens of in die cijfers de
sportvisboten zitten, die steeds meer lig
plaatsen vragen. Zeker op de visrijke Ooster
schelde. De mensen, die de cijfers adviseren
in Zeeland komen uit Schuddebeurs. Wol-
phaartsdijk en andere plaatsen. Het is werk
van enkelingen, dat door een KNWV plot
seling een landelijk autoritair tintje krijgt.
Het wordt tijd, dat de NWS landelijk ook
eens een claim voor ligplaatsen gaat in
dienen. De bootvisexpert Van Overveldt in
Zeeland, voorzitter van de Delta Federatie,
heeft de zaken tot nog toe veel te veel
op eigen houtje zonder de landelijke macht
en kracht van die NWS moeten doen.
Waarvan acte
Foto: Johan Berrevoets, Zierikzee.
Winters plaatje in Zierikzee.
23