De raketaanval op de sluizen
van Hansweert op 2 sept. 1943
laatste lichcwachter in Nieuwe Sluis. Winv.
„Als ze me nodig hebben, bellen ze me
vanuit Vlissingen, vanaf de roeierswacht.
Bijvoorbeeld als er iets gebeurt met een
jachtje of zo. Maar ik moet zeggen, er
gebeurt hier niks. Alhoewel er sinds de
vrije vaargeul voor de pont er weer meer
vast zitten. Maar meestal als er iets ge
beurt, dan is het altijd net om de bocht
heen, uit mijn gezichtsveld."
Tja, wat is dan eigenlijk nog het nut
van die vuurtoren? Wim: Ik weet niet of
ze nog wel nut heeft. Ik bedoel, ga in deze
tijd maar eens op de brug van een schip
staan. Allemaal installaties aan boord, ra
dar en een schrijver, die precies wijst hoe
ze moeten varen. Dan is er de radio, zijn
er de weerberichten die de schippers van
te voren waarschuwen, is er straks de radar
langs de Westerschelde. En niet te vergeten,
zijn er de onmisbare loodsen, die heel goed
werk verrichten. Zolang die apparatuur aan
boord maar blijft werken, gaan ze goed.
Alleen als we een heel strenge winter heb
ben met veel ijsgang, dan is de vuurtoren
weer dienstig."
Ijsgang.
Wim memoreert de winter van '63. In de
winter van '63 was er hier veel ijs. Die
zware ijsgang verdrijft de boeien. De scheep
vaart kan daar dan geen staat meer
op maken. Dan moeten ze weer varen op
de lichten van de toren. „Kom, we zullen
de lichten boven eens gaan bekijken."
We stijgen weer een stukje en komen in
de ruimte, waar de 250 Watt lamp, omringd
door een speciaal gesiepen glas, het optiek,
duizend keer versterkt wordt.
Wim: „Elke toren heeft zijn eigen ka
rakter van misthoorn en kustlicht. Hier
zendt hij de kleuren rood, wit en groen uit.
Deze lichtbundel straalt wit veertien zee
mijlen uit, rood tien zeemijlen en groen elf
zeemijlen. Varen schepen in de rode sector,
dan betekent het dat ze in de gevarenzone
zitten en te dioht onder de kust komen.
Wit, dan vaar je in het midden van het
vaarwater, dan is alles veilig. In de groene
streep kunnen ze voor anker. Hier zit nog
een klein stukje groene sector. Dat dekt
een wrak bij Hoechst. Dat staat aangegeven
op de zeekaart en dat staat tevens te lezen
in de berichten voor de zeevarenden."
We verlaten de koepel, waar een half
uur voor zonsondergang tot een half uur
na zonsopkomst, de lamp automatisch aan
slaat via een kloksysteem. Terug naar de
ruimte waar al sinds 1867 de wachters
staan te turen over het water om te zien
of zich daar wat afspeelt, waarbij hulp
geboden moet worden. Er werd in die dagen
veel met seinen, morseseinen en vlagge-
letters gewerkt.
Wim haalt uit een laadje het interna
tionale seinboek, uitgegeven op last van
Hunnen Excellentiën de ministers van Ver
keer en Waterstaat en van Marine (de
kustwacht vormt een onderdeel van de ko
ninklijke marine) Engels—Duitse uitgave
'32—'35. „Tja, in die dagen ging het wat
spannender toe bij het varen op de wateren.
De wet dat de lichtwachters tijdens hun
werkzaamheden dan ook niet afgeleid moch
ten worden, geldt nu nog steeds. Dat bete
kende geen bezoek en geen ander vermaak
tijdens de lange „uitkijken", dan het water
met zijn spelevaarders. Natuurlijk werd daar
wel eens het beentje mee gelicht, in slaap
vallen moet per slot van rekening vermeden
worden. Oogluikend werd bezoek zo nu en
dan ook wel toegestaan."
Bezoek.
Wim: „Een enkele keer kwam er wel eens
iemand uit de vrienden- of familiekring op
Minstens twee keer per dag beklim ik de
93 treedjes van de toren.
In de zomer van 1943 zetten de Duitse
legers in Rusland hun laatste grote offensief
in voor de eindoverwinning, het begon op
5 juli. Precies een week later had er een
enorme tankslag plaats, waarbij de Duitsers
10.000 man en 350 tanks verloren. In de
week daarop ging het Rode leger tot het
tegenoffensief over en op 23 juli waren de
Duitsers teruggeslagen tot achter hun uit
gangsstellingen. Operatie „Zitadelle" was
een grandioze mislukking geworden.
De slag op de Atlantische Oceaan was
door de Duitse U-Boote verloren. In de
maand augustus was de tonnage tot zinken
gebrachte schepen nog nooit zo laag ge
weest. Voor het eerst sloeg de balans door
in het voordeel van de geallieerden. In
Afrika hadden de Duitse legers zich na
de val van Tunis overgegeven.
De luchtoorlog boven West-Europa nam
steeds in hevigheid toe. De RAF bombar
deerde hoofdzakelijk 's nachts, maar sinds
het begin van de zomer zagen de Zeeuwen
nu ook de geweldige formatie's B.17's
Vliegende Forten overtrekken. Op 15 en
19 augustus deden de B.17's aanvallen op
bezoek. Maar die hielden het na een paar
keer met de mededeling, dat hij er goed zat,
wel voor gezien. Zelf las ik alles wat los
en vast zat. Kranten, damesbladen, flinte
rige romannetjes. En natuurlijk stond de
radio aan."
Veel vermeldenswaardige dingen heeft
Wim tijdens zijn periode in Nieuwe Sluis,
althans wat betreft de vuurtoren niet te
vertellen: „Van vroegere tijden is hier geen
enkel papier meer. Nadat in '39 eerst de
Fransen in deze lichtwachtershuisjes hebben
gezeten, vervolgens van '40 tot '45 de Duit
sers en daarna nog de Engelsen, is er geen
snipper documentatie over deze toren be
waard gebleven. Zelf herinner ik me van
de opvallende dingen die gebeurd zijn: een
aanvaring tijdens mist op de Schelde. F.en
bananenboot zat toen 's morgens zo'n twee
honderd meter ten oosten van de toren tegen
de kant. En een paar jaar geleden lagen er
in verband met de stakingen en het feit,
dat een sluis in Antwerpen niet werkte,
zo'n veertig schepen voor anker. Dat trekt
altijd veel kijkerspubliek. En dat vonden we
natuurlijk wel aardig. Een keertje wat leven
in de brouwerij."
Ondanks de weinig spectaculaire bewezen
diensten zal de toren in Nieuwe Sluis met
zijn wit-zwarte betonning, met zijn hoogte
tot aan het brandpunt (dijk inbegrepen)
van 29 meter en ondanks de dijkverzwaring
blijven bestaan. Er zullen alleen geen vrou
wen meer in de toren zitten, die er uren
slijten met breien en het gezelschap houden
van hun mannen lichtwachters.
Na 1 mei zal de toren er zonder Wim
eenzaam staan. Wim zal zijn „loopje" kwijt
zijn. Misschien zal de toren attractief blij
ven voor nostalgie zoekende toeristen. Maar
wie zal hun de wedervaardigheden van de
toren vertellen?
het Vlissingse vliegveld, waarbij veel slacht
offers vielen onder de bevolking van Vlis
singen. Ook de Duitse scheepvaart op de
Westerschelde, de Scheldemonding en de
Noordzee was het doel van de met 40 mm
uitgeruste Hurricanes van de RAF.
Op het Engelse vliegveld Manston was
Squadron 137 gestationeerd. In augustus
waren de Hurricanes IV, waar ze mee vlo
gen, voorzien van afvuurrails voor raketten.
Natuurlijk werden de vliegeigenschappen van
de toch al langzame vliegtuigen door de
ongeveer 2,80 meter lange rails er niet beter
op. Als nevenbewapening hadden de Hurri
canes twee mitrailleurs, kaliber 0.303",
maar deze wapens werden maar net ge
bruikt om de vijand met het hoofd onder
de verschansing te houden, wanneer er
schepen aangevallen werden. De raketten
hadden een geweldige uitwerking, te ver
gelijken met een granaat van 15 cm!
Omdat het nieuwe wapen op de geheime
lijst stond, mochten er in het begin alleen
schepen mee worden aangevallen. Maar be
gin augustus verleende het Engelse Minis-
Tekst: H. Soest. Foto's: van de schrijver.
28