terie van Luchtvaart toestemming om een
doel op het door de Duitsers bezette West-
Europa aan te vallen. Na alle plannen be
keken te hebben, besloot men om het slui-
zencomplex van Hansweert als doel te kie
zen. Bij vernietiging van de sluizen zou
het kanaal geblokkeerd zijn en zou de
Duitse scheepvaart „buitenom" een gemak
kelijke prooi zijn voor de RAF.
Er zouden twee Squadrons aan de aanval
deelnemen en het geheel stond onder leiding
van Sqd. Leader Wray. Voorwaarde voor
de aanval was wel, dat de bewolkingbasis
niet hoger zou zijn dan 500 meter, aangezien
de langzame Hurricanes anders een ge
makkelijke prooi zouden kunnen worden
van de Duitse Messerschmitts en Focke Wulf
jagers.
In de laatste week van augustus waagden
ze hun eerste poging, maar toen de kust
van verre zichtbaar werd. verdween de be
schermende wolkenlaag en besloot Wray
om te keren, zoals ook zijn instructie's
waren. Bij de tweede poging kreeg Squadron
Leader Wray moeilijkheden met de stuur-
De bedoeling was, dat de Hurricanes in
organen, toen ze nog maar net gestart
waren en weer werd de operatie verschoven,
paren van twee naast elkaar de monding
van de haven zouden binnenvliegen op een
hoogte van ongeveer 6 meter, om dan op
een paar honderd meter voor de sluizen
alle raketten af te vuren. Daarna moest
de piloot zeer steil optrekken, om de scher
ven van zijn eigen raketten te ontgaan. De
12 Hurricanes van Squadron 137 zouden
rechtstreeks aanvallen en de 12 piloten van
het andere Squadron moesten dan een grote
bocht vliegen over de Westerschelde in de
richting van Zeeuws-Vlaanderen, om dan
na de eerste aanval de havenmond in te
duiken.
Op 2 september gingen ze weer, 24 Hurri
canes met hun geheime raketten. Vlak voor
dat de derde poging van start ging, was
de Squadron Leader van 164 Squadron over
geplaatst. Zijn plaats werd ingenomen door
Squadron Leader D. P. McKneown. Hoewel
deze een zeer ervaren vlieger was, had hij
heel weinig ervaring in het afvuren van de
nieuwe raketten en in feite had hij zelfs
nog nooit een vijandelijk doel met het
nieuwe wapen aangevallen. Ook bij Squa
dron 137 was een nieuweling. Door het
overplaatsen van een Flight Lt. werd deze
plaats ingenomen door een Frans-Canadees,
Joseph L. Dehoux, drager van het DFC en
21 jaar oud. Wray had al veel vluchten
met hem gemaakt en vlak voor de start
werd Dehoux bevorderd tot Flight Lieu
tenant.
Onder volkomen radiostilte naderden de
Hurricanes de kust van Zeeuws-Vlaanderen,
maar de Duitse Flak (luchtafweer) was
paraat. Eén van de vliegtuigen werd ge
raakt en verliet de formatie, een lange
streep witte glysoldamp achter zich aan
trekkend. „Ik gaf de piloot onmiddellijk
bevel om op zee te dalen," zei Wray 35 jaar
later, „hij had dan een goede kans om
eruit te komen en de Hurricane zou met
alle raketten naar de bodem zinken."
Inderdaad had Wray het goed gezien.
De Hurricane „ditchte" keurig in de Wes
terschelde; de piloot wist het zinkende vlieg
tuig op tijd te verlaten en werd even later
door een Duitse voorpostenboot opgevist.
De Duitsers brachten de vlieger naar Sluis.
Tussen Vlissingen en Hansweert was het
nevelig en hier begonnen de moeilijkheden.
De hele formatie vloog het doel voorbij.
„Je kunt je voorstellen, wat een troep het
werd. 24 vliegtuigen op 6 meter hoogte,
terwijl we een bocht moesten maken over
de hele Westerschelde, waarbij dan nog
kwam, dat de aanval nooit meer bij verras
sing kon beginnen!" zei Wray.
In Hansweert was het een rustige dag.
Op de sluizen was het personeel bezig met
het opendraaien van de binnenste sluisdeur.
Aan de andere kant lag de Amstel VI,
geladen met karton. De sluizen waren voor
de Duitsers erg belangrijk. Er was op ver
schillende plaatsen luchtafweer opgesteld,
zelfs op het stenen gebouwtje van de sluis-
meester stond op het platte dak een vier-
loops stuk afweer. Alle stukken waren bezet,
niet alleen voor de langsvliegende Hurri
canes. maar hoog boven Hansweert vlogen
de Typhoon-jagers van het escorte.
Uiteindelijk vlogen de eerste twee Hurri
canes laag de havenmonding binnen en
vuurden hun raketten af in de richting van
de sluisdeuren. Alle mensen op en bij de
sluizen renden weg en probeerden dekking
te zoeken. Reeds met de eerste aanval raak
ten de Duitse Flakso'ldaten een Hurricane.
Het vliegtuig vloog met een donderende klap
recht in een huis aan de Kanaalweg nr. 11.
Even later ontploften de benzinetanks van
de Hurricane en werd de puinhoop een
loeiende vuurzee, waarbij de 44-jarige mevr.
Anna van Immerseel - de Hondt en haar zoon
van 15 jaar in de vlammen omkwamen.
Haar echtgenoot, Stephanus van Immerseel,
45 jaar, werd met zeer zware brandwonden
overgebracht naar het ziekenhuis in Goes.
Hij zou nooit meer de oude worden en
droeg zijn hele leven de zichtbare tekens
van de verschrikking met zich mee. Ook
de piloot van het vliegtuig kwam om het
leven; het was Squadron Leader Desmond
P. McKneown.
De aanval ging door en de volgende serie
raketten raakte de Amstel VI, waardoor het
schip in brand vloog. Drie van de opvaren
den werden hierbij gedood, terwijl de Duitse
Flak als razende schoot op de aanvallers.
Het stuk afweer op het dak van het huisje
van de sluismeester kreeg een voltreffer
van een raket, waarbij alle bedieningsman
schappen werden gedood. Even later werd
de Hurricane van F/Lt. Dehoux getroffen
voordat de raketten waren afgevuurd. Het
vliegtuig stortte neer tegen de Boomdijk,
Dehoux kwam om het leven. Hij had zijn
hogere rang ruim 2 uren gedragen.
Toen de aanval voorbij was, bleek dat
de sluisdeuren wel door een groot aantal
raketten waren getroffen, maar dat dit geen
vitale schade had aangericht. En geen in
vloed had op het openen en sluiten van
de deuren. Wat was er precies gebeurd?
Natuurlijk werden er door de RAF foto's
gemaakt om de schade op te nemen. De
foto-Typhoons kwamen terug met glashel
dere opnamen en tot stomme verbazing van
de piloten, maar nog meer van het Air-
Ministry, bleek dat de schade zeer gering
was. Direkt werden de technische bewa
peningsexperts aan het werk gezet en het
duurde niet lang of ze vonden de oplossing.
Zo'n raket bestond uit drie delen: de
explosieve lading in de kop, daarachter de
eigenlijke raket, gevolgd door de staartvin
nen voor de stabiliteit tijdens de vlucht.
Nu zat er tussen de eerste twee delen een
beveiliging om het transport op de grond
zo min mogelijk gevaarlijk te laten zijn.
Werd de raket afgevuurd, dan werd deze
beveiliging automatisch opgeheven. En hier
zat de fout: het opheffen van de beveiliging
duurde te lang, de raketten waren toen al
door de sluisdeuren heengeslagen en ont
ploften in de sluiskolk
Na een modificatie werd het euvel ver
holpen, hoewel het oude type nog wel in
gebruik bleef tegen tanks. Daar was deze
„vertraagde ontploffing" juist uitermate ge
schikt voor. Zo hebben de sluisdeuren in
Hansweert er eigenlijk veel toe bijgedra
gen, dat tijdens de invasie in 1944 de Duitse
tanks bij honderden zijn vernietigd door
deze raketten.
De beide piloten werden op 4 september
1943 op de algemene begraafplaats in Vlis
singen ter aarde besteld. „We hebben nog
meer verliezen gehad op die dag," zei Wray,
toen hij 35 jaar later op de sluizen van
Hansweert stond. „Ik meen me te herinne
ren, dat er nog twee Hurricanes niet terug
keerden, waarschijnlijk zijn ze in de Noord
zee terechtgekomen door gebrek aan
brandstof."
In het najaar van 1979 vonden kinderen,
die aan de nu afgegraven Boomdijk aan
het spelen waren, een serie mitrailleurpa
tronen. Precies op de plaats, waar de Hurri
cane van Dehoux neergestort was. Het ka
liber was 0.303 inch. Een laatste getuige van
een drama, dat 36 jaar geleden plaatsvond.
30