Draagkracht van Zeeland wordt
norm recreatieve ontwikkeling
Tekst: Cor van Heugten.
De laatste tijd gaan steeds meer stemmen
op in Zeeland om de recreatieve ontwikke
ling fiks af te remmen. Zeeland voor de
Zeeuwen is een kreet, die we steeds meer
horen.
Een andere opmerking is: De mooiste dag
voor mij als Zeeuw ligt in eind september
of oktober. Dat is de dag, dat de meeste
toeristen weer naar huis vertrokken zijn.
Sommige Zeeuwse critici, die iets eerlijker
zijn, zeggen: De twee mooiste dagen van
het jaar zijn: de dag. dat de toeristen in
het voorjaar komen en we veel geld kunnen
verdienen en de dag in het najaar, dat ze
weer gaan.
Opmerkelijk is, dat die kreten niet be
perkt blijven tot een stel kortzichtige lieden,
maar dat ook sommige bestuurders diep
in hun Zeeuwse hart er om gniffelen. Ge
lukkig stellen de Zeeuwse Staten en het
Gedeputeerde College zich wat genuanceer
der op. De draagkracht van de provincie,
plaats of streek is norm voor de ontwik
keling van de recreatie. Zeeland zegt zo
goed en zoveel mogelijk aan de recreatieve
behoeften tegemoet te willen komen, maar
daarbij moet zo min mogelijk aantasting
van andere maatschappelijke behoeften en
waarden het gevolg zijn.
Er is dus duidleijk van een beleids
ombuiging sprake. Er mag best een kant
tekening bijgeplaatst worden, omdat er heel
wat vragen overblijven. In hoeverre heeft
Zeeland als rivièra van Nederland een na
tionale taak? In hoeverre speelt ook de
draagkracht van andere delen van Neder
land, waar vele plassen met scheepjes en
jachten overbevolkt zijn, een rol in de
totale belangenafweging?
De bepaling van de draagkracht is niet
eenvoudig. In vergelijking met andere delen
van Nederland, vooral de watersportgebie
den, heeft Zeeland dat veel te vroeg alarm
dreigt te slaan, nog ruimte genoeg. Al mo
gen best voorzorgen worden genomen voor
de toekomst, voor het te laat is in sommige
dorpen of streken.
Ook een voormalig gedeputeerde als de
heer Kaland, zei onlangs nog, dat hij de
indruk heeft, dat een aantal bestuurders
in Zeeland veel te vroeg en veel te hard
aan die rem trekken en dat sommigen de
recreatieve ontwikkelingen stiekum sabo
teren. Zeeland is echt niet alleen voor de
Zeeuwen. Al hebben ze in Middelburg gelijk,
dat ze het leefbaar willen houden. De
economie is echt niet alleen zaligmakend.
Er is jaren geleden in Zeeland hard aan
de bel getrokken om gelden voor grote
industriële ontwikkelingen, o.a. in het Sloe-
gebied. In de vaart der industrialisatie
moest en kon Zeeland een landelijke rol
spelen. In Zeeland lagen op diverse plaatsen,
en zeker langs de Westerschelde, mogelijk
heden voor uitbreiding van de nationale
zeehavenfunktie. Een nationale rol dus.
Hoezeer Nederland letterlijk in de bres
voor Zeeland sprong, leerde de ramp. Tot
ver buiten het landje aan de zee stroomden
de giften binnen om Zeeland er weer bo
venop te helpen. Heel natuurlijk.
Uit de portemonnee van alle vaderlanders
stroomden de miljarden om het getroffen
Zeeuwse land weer op de 'been te helpen.
Ook de miljarden om de Oosterschelde via
een stormvloedkering te behouden, komen
uit de zakken van alle Nederlanders. Het
is een nationale zaak. Zoals ook de bruggen,
veerdiensten en een Westerscheldetunnel dat
zijn.
Zeeland heeft wat de watersport- en
hengelsportrecreatie betreft, een nationale
rol te spelen. Er moet dus een goede be
langenafweging komen, zeggen de Zeeuwse
Staten terecht, tussen recreatie, natuur,
landschap, economie en noem maar op.
Maar de Zeeuwse Staten moeten er wel
bij zeggen of ze die norm voor draagkracht
tegen de achtergrond van een landelijke
belangenafweging stellen.
Laten we even wel zijn. Niemand wil,
dat de Zeeuwen 's zomers onder de voet
gelopen worden. Al is het seizoen erg kort.
De wal keert het schip trouwens wel. Dat
hebben de pension- en huisjesverhuurders
in 1977 en 1978 wel gemerkt.
Maar laten de top-bestuurders en som
mige politieke voormannen nou niet de
zaken overdrijven. Bijna nergens in Zeeland
is de rode streep al bereikt. Laat deze
Zeeuwen eens kijken naar de grote plassen
rond Utrecht en Amsterdam, waar op luttele
duizenden hectare water, 5 tot 10.000 sche
pen gestationeerd zijn. En als je dan een
inrichtingsschets, althans een aanloopje
daartoe, leest over de Oosterschelde met
ramingen van 2.000 tot 7.000 ligplaatsen
meer, vraag je je af, of de onderzoekers
oogkleppen voor hebben.
Zeeland heeft een nationale taak op
vele gebieden. Bij de belangenafweging
moet ook naar de rest van Nederland ge
keken worden. De Delta heeft veel ruimte,
die de Randstad, Brabant en andere ge
bieden niet hebben. Als er een norm voor
de draagkracht van de recreatie bepaald
wordt, moet dat ook nationaal gebeuren.
In die nationale normen kan ook de situatie
in de Zeeuwse en Zuid-Hollandse wateren
bekeken worden. De studie voor de inrich
ting Oosterschelde lijkt een zielig onder
onsje, dat er bij voorbaat op uit dreigt
te zijn, de boot letterlijk af te houden.
Waar de grenzen en normen moeten
liggen is erg moeilijk te voorspellen of uit
te rekenen. Maar de normen voor de
Zeeuwse recreatie vragen een landelijke be
langenafweging en landelijke toetsing tegen
over gebieden in ons land, die al jaren,
terecht, om een recreatie-afremming vra
gen. Als we de nationale bril opzetten,
kunnen we er bij wijze van spreken in de
hele Delta nog wel 50.000 ligplaatsen bij
maken. En als we willen uitrekenen of
dat getal klopt, moeten we een stel na
tionale deskundigen, met inzicht in de
Friese meren en Kagerplassen, aan het re
kenen zetten.
De sommetjes van de voorbereidingscom
missie inrichting Oosterschelde lijken vele
ingewijden in de nationale recreatiezaken
een lachertje. Waar blijven de planologen,
watersportbonden, kopstukken van de
ANWB, en anderen? Mensen, die echt eerlijk
belangen afwegen.
Ik heb soms het gevoel, dat sommige
milieu-fanatici van CRM in Zeeland op
schoot bij sommige Zeeuwen zitten, die
achter de schermen de ontwikkelingen, waar
nog volop ruimte voor is, saboteren en
afremmen. Die indruk heb ik ook van
Zeeuwse kopstukken, die wel erkennen dat
Zeeland een (inter)-nationale recreatie-
funktie heeft.
HISWA-RAPPORT „VISIE OP VAREN"
Door Cor van Heugten.
Den Bosch Op de komende perscon
ferentie van de 25ste Hiswa-tentoonstelling
voor de watersport brengt de Hiswa een
uitvoerig rapport „Visie op Varen" uit. In
april j.l. heeft het Hiswa-bestuur aan het
planologische bureau Maas opdracht gege
ven een grootscheeps onderzoek te doen naar
de recreatiemogelijkheden te water in Ne
derland.
De opzet van deze studie is vooral de
beleidsmedewerkers op diverse betrokken
ministeries en ook lagere overheidsinstanties
te bereiken. Het is volgens het Hiswa-
bestuur van groot belang dat er eens een
inventarisatie van mogelijkheden, de ruimte
op het water en de uitbreidingsmogelijk
heden voor de toekomst voor vele water
sportgebieden komt. In vele gemeenten en
zelfs provincies wordt nu maar „natte vin
gerwerk" zonder enige wetenschappelijke
basis gepleegd. De grote vraag in vele ge
bieden is: hoeveel ligplaatsen er nog moge
lijk zijn. Waar moet de druk van de water
sport verlicht worden en waar liggen de
uitbreidingsmogelijkheden.
In de Zeeuwse delta is al duidelijk hoe
de natuur- en milieubeschermers moord en
brand schreeuwen over de toekomstige con
servering van de Oosterschelde, dat ze het
liefst als een natuurparkje geclassificeerd
willen zien. Watersporters en sportvissers
aan hun kant schreeuwen om ruimte en
ligplaatsen, die in grote delen van de Rand
stad al niet meer te vinden zijn.
Het valt te hopen, dat het komende
studie-rapport van Maas een goede bijdrage
tot een optimale belangen-afweging kan
bieden. Er moet eens een einde komen aan
de sprookjes, dat het water vol is. Ook in
Friesland is al gebleken, hoeveel procent er
werkelijk vaart en hoeveel uren men op het
water is. Zelfs rond grote watersport- en
jachthavens blijkt het aantal vaartuigen, dat
werkelijk vaart, betrekkelijk klein. Ook die
cijfers zijn van belang om de werkelijke
druk op het water en de belasting van
landschap en natuurgebieden te meten.
De bootvissers hopen, dat het planolo
gisch bureau Maas ook in de behoefte aan
trailerhellingen gedoken is, die voor de boot
vissport en kleine watersport een oplossing
kunnen bieden. Het kan een stimulans voor
gemeenten, provincies en ministeries zijn
om eindelijk eens iets te doen voor de
grootste vorm van openluchtrecreatie: de
hengelsport-bootvissport.
Ongetwijfeld hebben ook de Hiswa-leden
de botenbouwers, importeurs en handelaren
belang bij de uitslag en de conclusies van
dit rapport. Er is een schreeuwend tekort
aan ligplaatsen. Er worden duizenden boten
minder verkocht bij gebrek aan jachthavens,
sportvishavens en boottrailerhellingen. Som
mige jachtbouwers verkopen al schepen met
ligplaatsen erbij. Duizenden watersporten
thousiasten en bootvissers laten het afweten
door gebrek aan accommodatie.
We zijn erg benieuwd of de planologische
studie van Maas ook de Inrichtingscommis
sie voor de Oosterschelde van dienst kan
zijn. Als er harde objectieve cijfers komen
van de ruimte, die er beslist is, zou dat
erg leerzaam zijn. Het zou voor de beleids-
afwegingen van een provinciaal bestuur en
vele gemeenten in en rond de delta, rand
meren en elders een steuntje kunnen zijn
en stimulans om de handen eens uit de
mouwen te steken. De watersportrecreatie
is ook een stuk welvaart aan toeristische
economie. Voor Zeeland met zoveel ruim
water is dat een enorm belang. Het is de
schoonste industrie, die men zich wensen
kan.
31