daarvan niet al te best zal zijn geweest, ligt voor de hand. Vandaag de dag kennen de vlassers deze problemen niet meer. Het roten gebeurt kunstmatig. In grote bakken wordt het vlas keurig netjes opgestapeld. Dan wordt water ingepompt, wat wordt verwarmd tot een temperatuur van plm. 30 tot 35 graden C. Nu vraagt u zich misschien al een hele tijd af waarvoor dat roten eigenlijk dient. Wel, dit proces heeft tot doel de planten- lijm (pectine), waardoor de houten kern en de aan de buitenkant zittende lintbundels aan elkaar gekleefd zitten, te doen oplossen. Er is nog een andere methode van roten, namelijk op het veld. Dit noemt men dauw- roten. In Nederland wordt dit vrijwel niet toegepast. In Frankrijk daarentegen werkt men vrijwel uitsluitend op deze manier. Als het vlas na zo'n dag of 5 weer uit de rootbakken komt, moet het worden ge droogd. Op de omliggende weiden zien we dan overal de kapellen staan. Deze worden regelmatig gekeerd om het droogproces te bespoedigen. De dan volgende bewerkingen vinden al lemaal in de fabriek plaats. Er is een manier om toch kennis te maken met de verschil lende werkzaamheden daar. Later kom ik daar nader op terug. Bij het zwingelen wordt de houten kern gebroken, waarna de gebroken houtdeeltjes uit het lint worden weggeslagen. De hout deeltjes worden verwerkt tot meubelplaat. Het lint wordt goed uitgekamd gehekeld noemt men dat in vlastermen alvorens gesponnen te worden. Dat spinnen gebeurt allang niet meer zoals in het sprookje van Repelsteeltje. Ook hierin is de industriali satie doorgedrongen. In de omgeving van het Belgische Kortrijk zijn diverse spinne rijen, waar het vlaslint machinaal wordt gesponnen. Van de dan verkregen garens wordt het linnen geweven. Het doek wordt verwerkt tot bijvoorbeeld theedoeken, tafellinnen, gordijnen van linnen-velours, overhemden en tal van geschenkartikelen. Wie zegt: „dat linnen strijkt zo moeilijk" heeft wel een beetje gelijk. Het is echter zaak de stof niet te droog te laten worden: nog iets vochtig, laat het linnen zich goed strijken. Trouwens, het is ook mogelijk halflinnen theedoeken te kopen. Hierbij is de ketting van katoen en de inslag linnen. Ook een mengsel van linnen en synthetische garens is tegenwoordig mogelijk. Op het in elk linnen voorwerp aangebrachte inter nationale vlassymbool staat de samenstelling van de stof aangegeven. Excursie naar vlaslinnentoonzaal/museum. Zoals al eerder vermeld, is er een mo gelijkheid om kennis te maken met het vlas en de verwerking daarna tot vlas linnen. Natuurlijk kan iedereen die dat wil op eigen houtje op onderzoek uitgaan. De kans op een teleurstelling is dan echter heel groot. Veel interessanter is het een bezoek te brengen aan de vlaslinnentoonzaal Arolin te Koewacht. De eigenaar, de heer Th. A. M. Roelans, kun je gerust een vlasfanaat of linnenmaniak of iets dergelijks noemen. In de toonzaal zijn niet alleen alle mogelijke uit linnen vervaardigde gebruiksvoorwer pen, gordijnstoffen, wandbekledingen en vloerbedekkingen te zien. Op de beneden verdieping is een compleet museum inge richt. We laten hierover graag de heer Roelans zelf aan het woord: „We hebben hier veel oude voorwerpen uit de vlassers wereld verzameld. Ze zijn beschikbaar ge steld door mensen uit de vlasserij. Hun namen staan op de werktuigen vermeld. Hier bijvoorbeeld, een meer dan 100 jaar oude zwingmolen en een reepbank. We verzorgen ook regelmatig demonstraties in binnen- en buitenland met een jongere uit voering van dit exemplaar." Dat is nog niet alles, want als we rond lopen, zien we aan de wand iets waarop de heer Roelans bijzonder trots is, en wat ook uniek is. „Op een 20-tal oude foto's is precies te zien op welke wijze het vlas zo'n 50 jaar geleden, rond de dertiger jaren, werd verwerkt. Het vlas werd toen nog met de hand uitgetrokken en in de Leie geroot. Bezoekers kunnen aan de hand van een speciaal voor ons vervaardigde serie tegels zelf een indruk krijgen, hoe de werkmethode zo'n 150 jaar geleden was. De afbeeldingen zijn genomen uit een schoolboekje uit 1838, wat destijds werd gebruikt bij de opleiding tot vlasser." Dit laat de heer Roelans met een zekere trots weten. Elke zaterdagmiddag, vanaf half twee, laat een doorlopende diapresentatie de bezoekers kennis maken met het vlas en alles wat zich daaromheen afspeelt. Ook bestaat de mogelijkheid om na afspraak deel te nemen aan een door de heer Roelans geleide excursie. Op zeer deskundige, maar toch smeuïge Vlaamse wijze, neemt hij zijn gasten onder zijn hoede. „Aan de hand van een film of dia serie vertel ik de mensen een heleboel bijzonderheden en wetenswaardigheden. Ook maken we een rondrit door de streek, waarbij ik een uitleg geef. Bijvoorbeeld over de weiden waar het vlas na het roten wordt gedroogd. Tijdens de rondrit bezoeken we de vlasfabriek en natuurlijk kunnen de mensen op 't gemakje rondkijken in de toonzaal en het museum waar alle mogelijke vragen gesteld kunnen worden." Deze excursie maakt trouwens ook deel Zo wordt het vlas in de rootbakken geplaatst. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1980 | | pagina 12