gen: 28 m lang, 7 m breed en een zeil-
oppervlak van 300 m2. En dan te bedenken,
dat dergelijke schepen vroeger met slechts
3 bemanningsleden werden gevaren: schip
per, maat en jongen. In enkele gevallen
werden door de schipper/eigenaren de loon
kosten voor bemanning gedrukt door vrouw
en kind als maat resp. jongen in te zetten.
Een verschijnsel, dat ook op de Nederlandse
binnenvaartschepen niet ongewoon was.
Hele varende gezinnen kwamen wel eens
voor op barges voor de kustvaart. De
„Vertue" is een echte „grand old lady",
die met haar 80 jaar (gebouwd in 1900)
nog best gezien mag worden. Na tientallen
jaren als kustvaarder met graan te hebben
gevaren tussen Orwell en London mag ze
het nu wat rustiger aan doen.
De afmetingen van barges lopen nogal
uiteen, afhankelijk van het vaargebied. De
Stumpy Barge kortweg Stumpy is
de kleinste telg van de familie, een schip
met een laadvermogen van ca 80 ton en
een lengte van ca 15 meter. De geringe
afmetingen alles is immers betrekkelijk
stond deze vaartuigen toe ver de rivieren
Thames, Medway of Swale (hét vaargebied
van deze schepen) op te varen. Om het
manoeuvreren in drukke havengebieden te
vergemakkelijken, moesten deze schepen
afzien van een kluiverboom.
De Staysail Barge is een slag groter:
gemiddeld 20 meter lang, veelal in ijzer
gebouwd. Deze barge werd vooral ingezet
als kustvaarder om bakstenen van de steen
fabrieken naar Londen te vervoeren. Deze
steenvaarders heetten in de volksmond dan
ook „Brickies". De meeste van de nu nog
varende barges zijn Staysail Barges.
Er is eigenlijk weinig verschil tussen een
Staysail- en een Bowsprit Barge. De naam
verklaart het verschil al: een Bowsprit
Barge is voorzien van een boegspriet (klui
verboom) en kan dientengevolge drie zeilen
vóór de mast voeren: fok, kluiver en vlieger.
De zeilprestaties zijn navenant: volbloed
snelzeilers!
De Mulie Barge is het grootste type.
Toch werden deze kustvaarders pur sang
met een lengte van ongeveer 30 meter en
een laadvermogen van ca 300 ton evenals
de andere typen barge door maar drie man
gevaren. Een bewijs van kunde, zeeman
schapen kracht.
Als echte traditionalisten in de goede
zin van het woord! hebben de Britten
nog vele barges in de vaart kunnen houden.
Het vaargebied van deze schepen beperkt
zich niet tot Albion's thuiswateren, maar
strekt zich tot daarbuiten uit. In de zomer
maanden zijn niet zelden Thames Barges
afgemeerd te zien aan de Loskade in Mid
delburg, op doortocht naar de Deltawateren
of verder. Meer dan eens varen enkele bar
ges in flottielje naar Nederland, onder meer
ter opluistering van de jaarlijkse reünie
van rond- en platbodemjachten. Een zeilend
eskader barges zoals tijdens de reünie
rond- en platbodemjachten van 1972 op
de Oosterschelde voor Zierikzee is een
groots en onvergetelijk schouwspel (en dit
is nu eens niet overdreven).
Wat je van ver haalt is lekker. Of mooi.
En al ligt Engeland niet eens zo héél ver
weg, een Thames Barge is wél een bijzonder
mooi schip. Van een geheel ander karakter,
van dichterbij, maar zeker niet minder mooi
is de Staverse Jol, een scheepstype van de
Friese Zuiderzeekust, van oorsprong afkom
stig uit (inderdaad) Stavoren.
Een Staverse Jol met jachtopbouw, met
thuishaven Middelburg, is in de zomer-
weekends vaak op het Veerse Meer te be
wonderen. Een opvallende verschijning, zo'n
blankgelakte Staverse Jol. Het schip lijkt
wel wat op de scheepjes die wij als kind
van klompen maakten. Een dikbuikige, uit
zijn krachten gegroeide klomp, alsof een
kinderfantasie werkelijkheid geworden is.
Breed in verhouding tot de lengte, met
een volle, ronde kop, een gladboordige
romp, eindigend in een kleine wijnglas-
vormige spiegel. De tuigage is eenvoudig:
gaffeltuig met grootzeil en fok, in enkele
gevallen nog een kluiver. Het schip was
in tegenstelling tot bijvoorbeeld de van
welstand getuigende Lemmeraken van
weinig of geen versiering voorzien. Zelfs
de gaffel was een recht rondhout, zonder
de sierlijke bochten welke wel bij andere
scheepstypen worden aangetroffen. Een echt
werkschip.
De Staverse Jol was van oorsprong een
visserschip waarmee op de Zuiderzee op
ansjovis werd gevist, wanneer deze in de
herfst de Zuiderzee in zwom. Vandaar de
naam ansjovisjol of herfstjol, zoals het schip
in kwestie ook wel werd genoemd.
Hollandse boot.
De eerste twee jollen moeten in de tweede
helft van de vorige eeuw zijn gebouwd,
waarschijnlijk omstreeks 1890. Die eerste
exemplaren van dit jonge scheepstype wa
ren ongeveer 18 voet lang en geheel open.
In een werkboot van rondweg 51/2 meter
lang is eenvoudigweg geen plaats voor
een dek, laat staan voor een roefje of
een kajuit. Om bij het vissen beschadiging
van de fijne ansjovisnetten te voorkomen,
werden uitstekende delen aan de romp als
berghouten, bolders en zijzwaarden wegge
laten. Als schip zonder zijzwaarden neemt
de Staverse Jol een unieke plaats in dQ
rij van Nederlandse rond- en platbodems in.
Als voor de voorstuwing van de boot bij
gebrek aan wind geen gebruik van de
zeilen kon worden gemaakt, moest de be
manning aan de riemen om thuis te komen.
In tegenstelling echter tot de in dit artikel
afgebeelde Veense Praam bevonden de roei-
dollen van de Staverse Jol zich niet vóór,
maar een heel eind achter de mast, op
betrekkelijk korte afstand van de spiegel.
Tegenwoordig is de Staverse Jol weer
„in" bij vele watersporters die oog hebben
voor een mooi, ruim karakterschip dat veel
wind en golfslag kan verdragen en bij af
wezigheid van zijzwaarden door een kleine
bemanning kan worden gezeild. Oorspron
kelijk ontworpen voor gebruik aan de (over
wegend) lagerwal van Friesland moest dit
scheepstype ook wel zijn mannetje kunnen
staan. Énkele jaren geleden is het voor
gekomen, dat het skütsjeszilen op het IJssel-
meer samenviel met de jaarlijkse reünie
van eigenaren van Staverse Jollen in Sta
voren. Het woei zo hard, dat het skütsjes-
silen moest worden afgelast. De Staverse
Jollen voeren echter uit en beleefden een
heerlijke zeildag.
Klein maar dapper, hoewel „klein" maar
betrekkelijk is. De tegenwoordig als jacht
gebouwde jollen worden zowel in hout als
in staal gebouwd in afmetingen die variëren
van ruim 6 tot 9 meter lengte. De bewer
kelijke ronde vormen van de romp maken
deze schepen helaas erg duur.
Van een geheel ander karakter is de Hol
landse Boot. Gewoon: Hollandse Boot. Een
meer Nederlandse benaming, recht toe,
recht aan, kan moeilijk worden gevonden.
Zeilplan Thames Barge.
26