„Aan het rietdekken zitten vierentwintig
verschillende werken vast'
Koewachtenaar Phil den Dekker, laatste Zeeuws-Vlaamse rietdekker:
Tekst: Oona Maartense - Glaser.
Foto's: Joop Uijtdewilligen.
Ga je in Zeeuws-Vlaanderen de boer op,
op zoek naar een man, die je kan verhalen
over het oude ambacht van rietdekken,
dan word je verwezen naar Koewacht. Naar
een man, die door de bewoners van deze
streek alom gekend is onder de naam Phil
den Dekker. Zo vergroeid is zijn naam met
het vak, dat hij uitoefent, dat niemand
hijzelf incluis, de naam Theophil Apers nog
noemt. De naam, waaronder hij officieel
geregistreerd staat bij de burgerlijke stand.
Dat zijn familienaam deze verandering heeft
ondergaan, zal mede te maken hebben met
het feit, dat het geslacht Apers, voorzover
bekend reeds vanaf pakweg 1800, het am
bacht van rietdekker uitoefent.
Op de klompen met de pet op, bij de
kippen en bij één van door zijn hand van
rietdak voorziene schuren, ontvangt Phil
den Dekker mij met de woorden: „Mijn
grootvader, een klein manneke uit Moer-
beke heeft zich als eerste van ons geslacht
gevestigd in Koewacht. Als rietdekker. Dat
métier werd door zijn zoons overgenomen.
Gezamenlijk, met mijn grootvader en met
nog een oom van mijn vader, vormden ze
met zijn vieren een bedrijfje, dat rietdaken
dekte. Toen ik twaalf jaar was geworden,
de lagere school had doorlopen en mijn
vader aan mij vroeg: Wat zou je nu willen
doen? Antwoordde ik dan ook: Met joe
meegaan."
Vak apart.
Hij stapt uit zijn klompen en gaat me
voor, door de keuken, de huiskamer in.
Daar nemen we plaats achter de eettafel.
„Het vak van rietdekken," gaat de 74-
jarige Phil verder, „is een vak apart. Je
leert het niet makkelijk. Het kost je drie
jaar voordat je dat vak onder de knie hebt.
Aan het rietdekken zitten vierentwintig
verschillende werken vast. Door die hoe
veelheid van handelingen raak je in het
begin, tijdens het Ieren, het één en ander
kwijt."
Phil begint met uit zijn herinnering de
verschillende handelingen op te diepen, die
bij het rietdekken om de hoek komen kij
ken en somt ze op. Ik krijg eerlijk gezegd
wat moeite om Phil, die én Koewachts én
voor mij vrij onverstaanbare vaktermen
spreekt, precies te vatten. Ik moet hem
vanwege de nauwkeurigheid, zo nu en dan
het een en ander laten herhalen. Wat Phil
niet zonder leedvermaak de opmerking ont
lokt: „Kijk, zoals u nu, vergeet een riet
dekker in het begin ook wel eens, hoe
een werkje exact in elkaar zit".
In de aangrenzende zitkamer wordt de
Een volledig rietgebouwd schuurtje van Den Dekker.
IX