J.LieTHART SCHENK Hz-^ Jb<'r<r %<a i/m.t zn Het boekje van J. Ligthart Schenk, waarvan in deze aflevering sprake is en de Van Dishoeck-uitgave van 1921, waarin P. H. Ritter jr. de provincie Zeeland en in het bijzonder het eiland Walcheren bezong. groene vruchtbare landerijen, en daartussen de slierig-kronkelende wegen, waaraan de kleine boerenhuizen staan, tusschen hun rankende bloeiende boomen, te midden van gele bloemen, en een breister zit rustig gebogen in het stille, teedere licht. Eerst vlak aan de voet der duinen begint het duinlandschap. Er is een klein bosch, daar in Valkenisse, waar geen geluiden zijn dan de heldere stemmen van enkele vogels... Maar wij beginnen onze bergtocht door het hagelwitte zand... Zijn wij op den hoog- sten top gekomen, dan ligt heel Walcheren als een lommerrijke tuin beneden ons, als een plotseling opgedoemd paradijs. Heel Walcheren, met al zijn vertrouwde gezellen: de Lange Jan van Middelburg en de breede, goedmoedige toren van Veere en als reus achtige, naar den hemel zich strekkende armen, de hijschkranen van de Scheldewerf van Vlissingen..." Het is mij, en het moet ieder wel zo vergaan zijn, die de duinen van Valkenisse beklom. De veel bezongen groene wereld van Walcheren bleef, alhoewel volgestampt met betonnen bunkers van Duitse makelij, in takt tot oktober 1944. Toen was het voorbij. Het water. In de zomer van 1944 heb ik nog op het eiland gewoond. Voor de derde maal te gast, of liever kind in huis, in het Zoutelandse gezin Roose. Daarna mocht het niet meer. Het inreisverbod, dat al geruime tijd voor volwassenen van buiten Zeeland gold ik meen in verband met door de bezetter gevreesd spionagegevaar ging ook voor kinderen gelden. Een beeld van de vooroorlogse Marktdag in Middelburg, waar het op donderdag let terlijk zwart zag van de marktbezoekende boeren. Links de stoomtram, die toen nog op Walcheren reed. 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1980 | | pagina 19