Uitleg over het stadszegel en latere exemplaren is volop aanwezig. Net zoals elke stad had ook Hulst een stadszegel. Het oudste tot nu toe bekende schepen- of stadszegel bevindt zich in de Archives Nationales in Parijs. Het is niet volledig en stamt uit 1226. Wel volledig gaaf en met dezelfde afbeelding is een exemplaar dat eveneens in deze archieven te vinden is. Het is bevestigd aan een charter uit 1238. Hierin werd aangegeven dat Hulst tot de 26 steden behoorde die gehoorzaamheid aan de Franse koning moesten beloven. Bijzonder interessant is de verzameling teksten (van W. J. P. Brand en ing. K. J. J. Brand), zegelafgietsels, gebruiksvoorwerpen, boeken en dergelijke waarin en waarmee wordt stilgestaan bij het ontstaan van de steden in de Nederlanden en het ontstaan van Hulst. Hoe Zeeuws-Vlaanderen er destijds ver moedelijk uitzag is op nauwgezette wijze onderzocht en in kaart gebracht door laatst genoemde van de gebroeders Brand. Een ander deel van de tentoonstelling gaat over de verhouding van de graven en archeologische vondsten welke in de loop van de tijd uit de grond van de stad naar boven zijn gehaald. Op de eerste verdieping krijgt men een overzicht van de geografische en bestuurlijke ontwikkeling van Oost Zeeuws-Vlaanderen Deze laatste wordt getoond door middel van kaarten en wapenschilden. De voor werpen hebben vooral betrekking op het onderhoud van de dijken en de landmeet kunde. Daarnaast wordt een indruk gegeven van de ontwikkeling van de fortificaties van de streek, en het ontstaan van de vesting steden. Het stadsbrandmerk van de stad Hulst is te zien en de stadsmerktang voor het loden van laken. De schutterij is hier al eeuwenoud en ook hiervan worden zeld zame voorwerpen getoond. Via een wenteltrap komen we op de zol der met een indrukwekkende oud-Hollandse kapconstructie. Hier vinden we alles op het gebied van de kerkelijke indeling en de betekenis van de kloosternederzettingen in de Vier Ambachten van destijds. Voorts een mooie kollektie voorwerpen uit de landbouw en gebruiksvoorwerpen, welke door de beoefenaars van oude am- gravinnen van Vlaanderen met Hulst. De zegelafgietsels geven een beeld van onder andere de ontwikkeling van de wapenuit rusting en de kleding. Ook archeologische vondsten en kleder drachten maken deel uit van de expositie, alhoewel het meeste hiervan elders in het museum te zien is. Maar daarover later. Van den Vos Reijnaerde Ook de klompenmaker deed goede zaken. Uiteraard wordt het Reijnaertverhaal niet vergeten. Ook dit is ongeveer 800 jaar oud en speelt zich af in de streek tussen Gent en Hulst. Willem, de schrijver van het wereldberoemde dierenepos, was vermoede lijk een Hulstenaar. Sinds in 1938 een monument voor Reij- naert de Vos werd opgericht tussen de Gentse Poort en het Oranje Bolwerk is er als het ware een stille verbondenheid tus sen de sluwe vos en de Hulstenaren, welke enkele malen luidruchtig en spektakulair tot uitdrukking kwam in de Reijnaertstoet, die dus op 21 september nogmaals door de straten van Hulst zal trekken. Wie de Reijnaert goed leest, zal tot de ontdekking komen, dat de karakters uit het epos ook in de tegenwoordige tijd nog een rol spelen! Tot zover echter over deze speciale ten toonstelling. Ook de rest van het museum is alleszins de moeite van het bezoeken waard. Het linkergedeelte van de beneden verdieping herbergt ondermeer de kleder drachtenafdeling. Vooral voor het vrouwelijk deel der schepping is het bijzonder interessant om te zien hoe men in vroeger dagen gekleed ging en welke sieraden daarbij werden ge dragen. Ook de kindertjes in die tijd werden al aangekleed als miniatuurmannetjes en -vrouwtjes, wat het ongedwongen spelen niet vereenvoudigd zal hebben. Voornamelijk wordt getoond de kleding die tussen omstreeks 1850 en 1940 in Zeeuws-Vlaanderen werd gedragen. De Hul- sterse dracht is vrij onbekend. Deze werd slechts gedragen tot 1930. Te zien is een groep daagse en een groep zondagse kleding. De Axelse dracht met de kin dertjes werd nog gedragen tot in de Tweede Wereldoorlog. Daarna werd ook de ze zeldzamer en wordt nu nog slechts door een enkele hoogbejaarde in ere gehouden. In de kelder bevinden zich voornamelijk De kuiper speelde door de eeuwen heen een belangrijke rol. bachten als kuipers, klompenmakers en der gelijke werden gebruikt. Een flink aantal koek- en suikerbeestjesplanken doen terug denken aan de verdwenen bakkerswinkeltjes. Ach, er is nog zoveel te vertellen over het streekmuseum „De Vier Ambachten". Beter is het echter zelf een kijkje te gaan nemen. Het museum is geopend tot sep tember op maandag tot en met vrijdag van 14 tot 17 uur. Groepen kunnen ook buiten het seizoen op aanvraag een bezoek brengen aan het museum, hiervoor kan men zich wenden tot nummer 01140 - 12269. 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1980 | | pagina 24