DIJK] EN CEIITRALt ANNEX KOLENVERGASSER processtoom veroasserstraten lagen lenen zich niet voor dit proces. Toch wordt er ten onzent wel degelijk aan de diepe ondergrond gedacht als het over gas gaat. De N.V. Nederlandse Gasunie studeert bijvoorbeeld op de mogelijkheid om de lege gasvelden van de toekomst, te ge bruiken voor de opslag van kolengas, dat bovengronds is vervaardigd. Dit gas kan dan, waar nodig, vermengd met de restanten aardags die wij na 2000 nog zullen hebben, gewoon in de transportleidingen worden geperst. Hen kolenvergasser is in vergelijking met verbrandingsinstallaties voor steenkool, zeer milieubewust. Een vergasser levert slechts 6% van de zwaveldioxyde die een ver brandingsinstallatie voortbrengt, 7 procent van diens uitworp aan stikstofoxyde en 8 procent van de hoeveelheid stof. Om die reden voorzien de toekomstvorsers van de oliemaatschappijen, de Gasunie, de ener giebedrijven en de regering een grootse toekomst voor de steenkoolvergassing. De milieu-aspecten zijn in hun visie van door slaggevend belang. „Gewone" kolenstook zou namelijk heel wat rendabeler zijn dan vergassing. Het scheelt wel zo'n tien procent Tot de proefprojekten op vergassingsge- bied welke in Nederland zijn opgezet, be hoort een plan van de NV Nederlandse Gas unie om in Delfzijl een vergasser te bouwen, die zijn produkt via het aardgastransportnet kwijt zal kunnen. In 1985 moet deze fabriek klaar zijn. De Gasunie vindt het gewenst, dat er her en der in Nederland vergassers komen te staan. Tot de geschikte vesti gingsplaatsen behoort het Sloe. De n.v. PZEM heeft haar vinger al opgestoken, in de verwachting dat zij bij de exploitatie van een Zeeuwse vergasser zal worden be trokken. De organisatie van de gasbedrijven in Nederland studeert intussen op een struc tuurplan voor de openbare gasvoorziening. Dit wordt een plan waarin uiteenlopende gaskwaliteiten worden toegewezen aan de meest passende verbruikerscategorieën, ter wijl er ook maatregelen voor de opbouw van grote gasreserves in komen te staan. Want nergens is vooruitzien zo nood zakelijk als in de energievoorziening. Een plaatje voor ingewijden. Een combinatie van twee centrales, een steenkoolcentrale (sk-c) en een kernenergiecentrale van het hoge temperatuurtype (htr), die in onderlinge beurt zang zorgen voor de produktie van elektriciteit en Substituut Natural Gas (SNG). Na 2000 zullen er misschien installaties van dit soort komen. Zij vertegenwoordigen het summum aan optimalisatie. Het zijn echte energiefabrieken, want aan de vergasserstraten kunnen „benzinestraten", „ammoniakstraten" of „methanolstraten" worden gekoppeld. Door: Tipgever. Zeeland zonder dijken is ondenkbaar; het zou niet eens bestaan! Trouwens, van ge heel Nederland blijft zonder dijken weinig over. Ze zijn dus onmisbaar voor Neder land en zeker voor Zeeland. Uit het voorgaande blijkt reeds hoe be langrijk ons dijkenstelsel is. Het is niet alleen voor ons bestaan onmisbaar, maar het is ook reeds eeuwenlang zodanig met het begrip „lage landen" verweven, dat ze er een wezenlijk onderdeel van vormen. Niet voor niets kijkt een buitenlander ons eerst ongelovig en dan vol ontzag aan, als hem schematisch wordt getoond, dat geheel Zeeland onder de zeespiegel ligt. Onze wereldwijde vermaardheid als bouwers van waterwerken is daar mede aan te danken. Onze Zeeuwse dijken hebben drie dui delijke waarden, namelijk cultuurhistorische, landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarde. Achtereenvolgens zullen we deze drie elementen de revue laten passeren. In een aantal gebieden van onze pro vincie zijn bijzonder fraaie dijkenpatronen aanwezig. Dit is het geval in o.a. West Zeeuws-Vlaanderen en de Zak van Zuid- Beveland. Op andere plaatsen liggen ze soms wat meer verspreid of is het patroon wat minder spectaculair, maar bijna overal wordt de horizon gevormd door een water kering. Aan de kust zijn het natuurlijk de duinen. Het is niet overdreven om te stellen, dat de waterstaatkundige geschiedenis van Zeeland met dijken geschreven is. Hierbij komt dus reeds duidelijk het historisch as pect om de hoek kijken. De bedijkings perioden namen een aanvang in de twaalfde eeuw en nu in deze eeuw is er zij het op kleine schaal nog steeds sprake van. Recentelijk werden de Mosselbanken in de Westerschelde ingepolderd. En wat te den ken van de uitvoering van de Deltawet, waarbij gehele zeearmen werden afgedamd. Vooral de oudere bedijkingen verschaffen ons veel informatie. Immers de toenmalige waterbouwkundigen moesten vanwege hun beperkte middelen in de eerste plaats ge bruik maken van het natuurlijk gegeven. Men bezat nog niet de hedendaagse ma chines en inzichten om grote geulen zomaar binnen te dijken. Toch moeten we veel respect hebben voor wat toen reeds tot stand kwam. Als we daarbij bedenken, dat alles nagenoeg letterlijk met schop en krui wagen werd klaargespeeld. Wanneer een schor voldoende hoog was aangewassen werd een bedijkingsconcessie gevraagd en meestal ook verleend om het binnen te dijken. Hierbij werd de natuurlijke lijn van het schor gevolgd. Als dan na verloop van tijd weer een schor vóór de aangelegde dijk ontstaan was, Kaü d oo R r\ volgde een nieuwe inpoldering. Zo kon een aaneenschakeling van dijken ontstaan, zo als dat bijvoorbeeld in de Zak van Zuid- Beveland prachtig te zien is. Aan de ligging 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1980 | | pagina 8