h
van de dijken is óók zeer duidelijk het
aanwaspatroon, ofwel de ligging van de
vroegere stroomgeulen af te lezen. Het
totale mozaiek van polders geeft daarover
dus een uitstekende informatie.
We hebben in Zeeland ruim 2200 kilo
meter dijken. Het zijn er nog meer geweest.
Een deel, altijd nog enige honderden kilo
meters, werd afgegraven. Het werd bij de
aanhef al gezegd: Zeeland zonder dijken
is ondenkbaar. Ze vormen als het ware de
ruggegraat van het landschap, daarmede
aangevend hoe belangrijk zij als landschaps
element zijn. Dit belang neemt in feite
nog steeds toe, omdat vanwege de moderne
agrarische structuren er in de meeste pol
ders niet veel of helemaal geen plaats
meer is voor bossages en dergelijke. Daar
voor kan in veel gevallen uitsluitend op
dijken nog een plaats worden gevonden.
Vroeger bestonden de dijkbeplantingen
voor een groot deel uit iepen, waarvan
hier en daar nog enige restanten aanwezig
zijn. Tegenwoordig overheersen echter po
pulieren, omdat die uit financiële over
wegingen interessanter zijn door hun snel
lere groei. Men kan driemaal volwassen
populieren telen, tegen éénmaal iepen in
een zelfde tijdsbestek. Bovendien heeft de
iepziekte er voor gezorgd, dat de risico's
vrij groot zijn om in één klap van alle
bomen af te komen, zonder dat er dan
een opbrengst is. Het is te hopen, dat
onze kwekers kans zien om nog eens rassen
te telen die tegen deze gevreesde ziekte
bestand zijn.
Juist door de bomenrijen bovenop de
dijken worden deze in het landschap nog
eens extra gemarkeerd, zodat een sterk ge
prononceerd beeld ontstaat.
Vooral alweer in de Zak van Zuid-
Beveland worden op wegsplitsingen en soms
op eigendomsgrenzen de zogenoemde grens-
linden aangetroffen. Alles bij elkaar staan
er in dit deel van Zeeland nog ongeveer
honderd exemplaren. Sommige daarvan zijn
in een slechte conditie. Vele anderen daar
entegen zijn bijzonder fraaie bomen die
met recht een markante plaats in het
landschap innemen.
Vroeger waren er veel eigenaren en/of
gebruikers van dijkbermen, die alleen op
hun eigen wijze gebruik maakten van de
grond. Er werd beweid, gemaaid om het
gras of voor hooiwinning. De één vond
bepaalde bomen mooi, de ander hield meer
van struiken. Soms stonden er vruchtbomen
of was er helemaal niets van dit alles. Er
bestond dus een zeer gevarieerde vorm van
bodemgebruik, die eveneens z'n weerslag
had op het landschap. En zeker niet in
de laatste plaats ook ten aanzien van de
kruidenbegroeïng. In veel regio's liepen
schaapskudden op de dijken, die door be-
grazen en betreden voor nog andere as
pecten zorg droegen.
Populieren hebben door hun snelle groei
een zeker nadeel voor het landschap. Na
dertig a veertig jaar zijn ze uitgegroeid,
waardoor ze gaan afsterven en een gevaar
opleveren, vooral bij storm, voor de mensen
die er zich onder bevinden. Ze moeten
worden gerooid. Er wordt dus een relatief
grote instabiliteit verkregen, waar het ge
zicht van de streek niet mee gebaat is.
Het mag als redelijk bekend worden
beschouwd, dat de in Zeeland opererende
natuurbeschermingsinstanties er alles aan
doen om het historische beeld van de dijken
zoveel mogelijk in de oude glorie te bewaren
of te herstellen. Zo werden in dit voorjaar
een aantal dijken op Zuid-Beveland van
hun totaal uitgegroeide populieren ontdaan
en zijn er linden, iepen en essen voor in
de plaats gekomen. Ook loopt er weer een
schaapskudde rond, waardoor dit historisch
landschapsbeeld eveneens in ere hersteld is.
De dijken in Zeeland zijn van ouds be
kend om hun bloemenrijkdom. Zodanig
zelfs, dat ze in de Zak van Zuid-Beveland
in de volksmond Bloemdijken werden en
worden genoemd. Van voorjaar tot herfst
zijn er vele voor Nederland zeldzame plan
tensoorten te bewonderen. De grootste
kleurenpracht manifesteert zich echter in
de maanden juli en augustus.
U moet niet veronderstellen, dat als u
enige dijken bekeken hebt, het wel voor
gezien kunt beschouwen. Bij goed toezien
zult u bemerken, dat iedere dijk qua
plantensamenstelling altijd net weer iets
anders is dan alle voorgaande. Dit vindt
z'n oorzaak in velerlei omstandigheden, die
daarbij een rol kunnen spelen.
De expositie van de helling is so wie so
reeds van groot belang. Een zuidhelling is
meestal veel bloemrijker dan een noord
helling, om maar eens een extreem voor
beeld te noemen. In de praktijk blijken
de dijken naar alle windstreken toegekeerd
te liggen. Beschaduwing speelt een rol, de
grondsoort waaruit de dijk is opgebouwd
en de vorm van beheer doen dat eveneens.
Waar u zich in Zeeland bevindt, altijd
zijn er wel dijken in de buurt die u kunt
bekijken. Eaat het echter wel bij kijken
blijven. Er groeien namelijk verscheidene
plantensoorten, die in Nederland zo zeld
zaam zijn, dat ze krachtens de Natuur
beschermingswet beschermd moesten wor
den (zie Zeeland Magazine, no. 37, sept.
1974). Indien u niet met de diverse be
schermde plantensoorten bekend bent, kunt
u beter niets plukken. Het toezicht is
frequent en nogal streng.
Het is een ondoenlijke zaak om zelfs
maar een keuze uit het plantenassortiment
dat uw oog streelt te maken en het hier
te noemen. Aspectbepalend zijn vaak: Smal
bladig Kruiskruid, Marjolein, Kruisdistel,
Kattendoorn, Aardaker, Agrimonie, enz. Al
les mede afhankelijk van de plaats.
Gelijke tred met de plantengroei houden
de insekten, die daarvan afhankelijk zijn.
Doordat er vele warme hellingen voor
handen zijn, komen er Zuid-Europese soor
ten voor, die elders in Nederland ontbreken.
Hoe rijk deze entomofauna precies is, is
nog maar fragmentarisch bekend. Dit komt,
omdat er weinig mensen in deze materie
bedreven zijn en er voor een goed overzicht
een totaal onderzoek enige malen per jaar
moet plaatsvinden, vanwege de verschillen
in verschijningstijd van de onderscheidene
soorten. Reken daarbij dan nog de dubbele
lengte van de dijken er zijn tenslotte
twee bermen dan is het een klein re
kensommetje wat voor een karwei dat is.
GjoU-WC.
Uiteraard kunnen ook de vogels u veel
genoegen verschaffen, vooral de Gele Kwik
staart is alom aanwezig. Deze vogel van
de vroegere kruidenrijke graslanden kan in
de meeste delen van onze provincie nu
alleen nog maar op de dijkhellingen te
recht, omdat die hem bieden wat elders
verdwenen is. Deze niet al te schuwe ka
nariegele vogel kan u veel kijkplezier ver
schaffen.
Er zijn echter nog allerlei andere soorten
te zien, meestal kleinere zangvogels. Let
u ook eens op distels. Wanneer die aan
wezig zijn en het zaad is rijp, dan kunt u
daar vaak de prachtige Putter op bewon
deren. Hij is beslist veel schuwer dan de
Gele Kwik, dus ver vooruitkijken is de
boodschap.
Zo zijn er nog tal van andere zaken,
die uw aandacht dubbel en dwars waard
zijn, waaronder zeker niet in de laatste
plaats het landschap waarin u zich bevindt.
De dijken bieden talloze panorama's op
grote en kleine schaal. Om iedere bocht
kan het uitzicht totaal veranderen, hetgeen
een wandeling juist zo boeiend maakt.
OPLOSSING CRYPTOGRAM NO. 20.
Horizontaal:
1. bonken 5. bijwijf 10. alibi's
11. boomkruin 12. dwalen 14. genie
troepen 16. letter 18. agronoom
20. re 21. analoog 22. ontladen
24. beer 25. magiër 26. erven.
Verticaal:
2. ombrengen 3. knoeiboel 4. nok
5. bruto 6. wandplaat 7. ijl 8.
filantropen 9. vice 13. wee 15.
toonder 17. engerds 18. aroom
19. mangel 23. toga 24. bes.
9