heersmaatregelen worden genomen, zoals
bijvoorbeeld maatregelen die gericht zijn
op het voorkomen van verstoring en be
treding in kwetsbare gebieden.
In alle inrichtingscombinaties wordt re
kening gehouden met een uitbreiding van
jachthavenaccommodatie bij Colijnsplaat en
Zierikzee (met inbegrip van de Val). De in
milieukundig opzicht gunstige ligging van
mogelijke projekten op deze plaatsen heeft
hierbij een belangrijke rol gespeeld. Boven
dien is door de Stuurgroep Oosterschelde
al eerder een gunstig advies uitgebracht
over de aanleg van nieuwe ligplaatsen in
Colijnsplaat.
Binnen het eerder genoemde beleidsalter
natief 4 zijn zes inrichtingscombinaties mo
gelijk. Deze zijn afgebeeld in figuur 2. Het
maximale aantal nieuw aan te leggen lig
plaatsen bedraagt ca. 1.500. Deze kunnen,
afhankelijk van de inrichtingscombinatie
en al dan niet tesamen met nieuwe ver-
blijfsaccommodatie, worden gerealiseerd aan
de Grevelingendam, in Zierikzee, Colijns
plaat, Wemeldinge, Goese Sas, Sofiahaven
en/of Noordland (zie figuur 1). In alle
inrichtingscombinaties is inrichting van een
oeverrecreatieprojekt op het damvak Geul
mogelijk. Overigens moet worden opge
merkt, dat het natuurlijk niet nodig is dat
alle Drojekten, die in een bepaalde inrich
tingscombinatie mogelijk zijn, ook daad
werkelijk worden uitgevoerd.
Door in de inrichtingscombinaties 1, 2,
Inrich- Natuur Landschap Visserij
tingscom-
binatie
1111
2 2 2 1
3 13 2
4 2 3 2
5 3 2 1
6 3 3 2
3 en 4 een aantal wijzigingen aan te bren
gen kunnen deze zodanig worden omge
vormd dat ze passen binnen de beleids
alternatieven 2 en 3 (de alternatieven waar
op „zicht" geboden moest worden). Voor
de combinaties 5 en 6 is dat niet mogelijk.
De inrichtingscombinaties 1 t/m 4 passen
binnen beleidsalternatief 2 en 3 indien:
wordt afgezien van een projekt voor
intensieve oeverrecreatie op het damvak
Geul:
in combinatie 2 wordt afgezien van
nieuwe ligplaatsen bij Noordland;
in combinatie 3 wordt afgezien van
nieuwe ligplaatsen bij Wemeldinge:
in combinatie 4 wordt afgezien van
nieuwe ligplaatsen bij Noordland en We
meldinge.
Daarnaast is voor realisering binnen be
leidsalternatief 2 nodig dat wordt afgezien
van nieuwe verblijfsrecreatiecomplexen en
dat bij de combinaties 1 en 3 het maximum
aantal nieuwe ligplaatsen wordt gesteld
op 750.
Om een vergelijking tussen de inrich
tingscombinaties wat gemakkelijker te ma
ken zijn de combinaties op een aantal be
langrijke punten beoordeeld. Het navolgende
overzicht geeft daarvan het resultaat in de
vorm van een rangordetabel. De gunstigste
combinatie krijgt telkens het cijfer 1, de
op één na gunstigste het cijfer 2 en zo
verder.
Kosten Veiligheid Spreiding Werkge-
jacht- jacht- jacht- legenh.-
havens havens havens effekt
116 5
5 5 4 4
2 15 3
6 4 3 2
3 3 2 3
1
1
Voorlopige beleidskeuze.
Door het Dagelijks Bestuur van de Stuur
groep Oosterschelde is op grond van de
zojuist besproken nota een voorlopige be
leidskeuze geformuleerd. Die keuze houdt
onder meer in dat voor de periode tot 1990
wordt uitgegaan van de aanleg van maxi
maal ca 1.000 nieuwe ligplaatsen in plaats
van de in de nota genoemde 1.500. Deze
vermindering wordt ingegeven door de nog
aanwezige onzekerheden over de wijze
waarop de natuur zal reageren op de ver
andering van het getij na 1985, de on
zekerheden over de gevolgen van het men
selijk handelen voor de natuur en de on
zekerheden als gevolg van het nog niet
beschikbaar zijn van voldoende juiste mid
delen om in elk opzicht het meest gewenste
beheer te kunnen voeren.
Deze onzekerheden hebben er ook toe
geleid dat nieuwe recreatieve ontwikke
lingen volgens de voorlopige beleidskeuze
vooralsnog beperkt moeten blijven tot het
minst kwetsbare middengebied van de Oos
terschelde. Daarom is een voorkeur uit
gesproken voor een beperking van recrea
tieve ontwikkelingen tot de locaties die zijn
opgenomen in inrichtingscombinatie 3 bin
nen beleidsalternatief 4, met dien verstande
dat aanleg van nieuwe ligplaatsen in We
meldinge voorlopig wordt uitgesloten. Deze
uitsluiting houdt verband met de korte
afstand van Wemeldinge tot het visserij
centrum Yerseke (en in de toekomst moge-
b'k de Prinsenplaat) en de Kom van de
Oosterschelde en met de vermenging van
plezier- en beroepsvaart.
Het komt er dan ook op neer dat in de
periode tot 1990 alleen Colijnsplaat, Zie
rikzee en Goes/Goese Sas in aanmerking
komen voor aanleg van nieuwe ligplaatsen
voor de watersport. Binnen deze locaties
zal tevens ruimte moeten worden gescha
pen voor een nog nader te bepalen aantal
passantenplaatsen. Daarnaast zal moeten
worden bezien of in daarvoor in aanmer
king komende havens langs de aan- en
afvoerroutes van en naar het gebied be
scheiden voorzieningen voor de opvang van
passanten kunnen worden gerealiseerd.
Nieuwe vestigingen van verblijfsaccom-
modatie moeten functioneel gericht zijn op
de Oosterschelde en dienen aan te sluiten
bij bestaande complexen, woongebieden of
woonkernen, dan wel bij nieuwe jachtha
vens. Overigens wordt in de voorlopige
beleidskeuze voorgesteld om ten aanzien
van nieuwe plannen voor verblijfsaccom-
modatie de grootste terughoudendheid te
betrachten, gezien de mogelijkheden die be
staande plannen hiervoor nog bieden. Er
wordt dan ook gesteld dat alleen in het
middengebied, en dan nog slechts na een
zeer zorgvuldige belangenafweging, mogelijk
enkele kampeerterreinen kunnen worden
toegestaan. Grootschalige verblijfsrecreatie-
projekten worden tot 1990 zonder meer uit
gesloten.
Wat betreft de oeverrecreatie op de dam
vak Geul wordt een beperkte aanleg van
voorzieningen voorgestaan.
Wanneer meer bekend is over de zaken
die nu nog onzeker zijn en wanneer be
schikt kan worden over betere instrumenten
voor het gewenste beheer, dan kan volgens
het Dagelijks Bestuur van de Stuurgroep
Oosterschelde in de jaren negentig wellicht
een verdergaande recreatieve ontwikkeling
worden toegestaan dan nu wordt voorge
steld, met ook een grotere spreiding dan
alleen over het middengebied van de Oos
terschelde.
Slotopmerkingen.
De nota „De Oosterschelde: een overzicht
van de beleidsmogelijkheden" staat, tesamen
met de voorlopige beleidskeuze, tot decem
ber 1980 voor inspraak ter discussie. Na
verwerking van de inspraakreacties zal de
Stuurgroep Oosterschelde haar uiteindelijke
standpunt bepalen. Dat standpunt moet
vervolgens worden verwerkt in de plannen
van de overheden die in de Stuurgroep
vertegenwoordigd zijn, te weten rijk, pro
vincie en gemeenten.
Op rijksniveau zal verwerking moeten
plaatsvinden in structuurschetsen en struc
tuurschema's, zoals bijvoorbeeld de Struc
tuurschets voor de Landelijke Gebieden en
het toekomstige Structuurschema Openlucht
recreatie. Op gemeentelijk niveau gaat het
vooral om verwerking in bestemmingsplan
nen. Op provinciaal niveau zal een Beleids
nota Oosterschelde worden vastgesteld ten
einde snel te kunnen beschikken over een
bruikbaar instrument voor de toetsing van
Bouwdok stormvloedkering: mogelijk toekomstig gebruik voor viskweek of plankzeilspott.
25