Zeeuwse Muziekschool:
Klankbord voor veel jong talent
bestemmingsplannen. Deze plannen moeten
immers door Gedeputeerde Staten worden
goedgekeurd.
De Beleidsnota Oosterschelde moet op
zijn beurt weer doorwerken in de streek
plannen. Die doorwerking kan wat betreft
het streekplan Midden-Zeeland al in 1982
plaatsvinden omdat het de bedoeling is
dat de Provinciale Staten in het begin
van dat jaar de Beleidsnota Oosterschelde
en de herziening van het streekplan Midden-
Zeeland tegelijkertijd vaststellen. Overigens
is in het voorontwerp-streekplan Midden-
Zeeland, dat in juli 1980 is gepubliceerd
en tegelijk met de hier besproken nota in
de inspraak wordt gebracht, de voorlopige
beleidskeuze van het Dagelijks Bestuur van
de Stuurgroep Oosterschelde reeds opge
nomen, voorzover althans voor dat streek
plan van belang.
Wanneer de Stuurgroep Oosterschelde
haar standpunt heeft bepaald en wanneer
dat standpunt door de verschillende over
heden is verwerkt, dan kan men zeggen
dat een aantal stappen zijn gedaan in de
richting van de toekomstige situatie in dit
gebied. Men is dan met de Oosterschelde
evenwel beslist nog niet klaar. Bij alle on
zekerheden met betrekking tot de Ooster
schelde lijkt één ding namelijk wel zeker.
En dat is dat na een aantal jaren op
Wij vragen provinciaal direkteur G. W.
Bergman hoe de Zeeuwse Muziekschool zich
heeft ontwikkeld.
„De allervroegste besprekingen dateren al
van 1953. Toen nam Mr. Dr. A. J. J. M. Mes
het initiatief om te proberen het muziek
onderwijs in Zeeland van de grond te krij
gen. Na veel onderhandelingen met muziek-
deskundigen, provinciale- en rijksautoriteiten
kon in 1954 de oprichtingsakte worden
getekend en begin 1955 trad Henk Stam
als eerste direkteur in funktie. In de loop
van dat jaar meldden zich al zo'n duizend
cursisten aan. Tien jaar later was dat
aantal verdubbeld en de toename van het
aantal leerlingen is ook in de afgelopen
jaren fors doorgezet. Wij verheugen ons
nog steeds in een groeiende belangstelling.
En als we over leerlingen spreken, bedoelen
we daarmee zeker niet alleen kinderen.
Het gaat ook om volwassenen die zich
laten inschrijven en cursussen volgen."
G. W. Bergman, sinds 1965 direkteur
van de Zeeuwse Muziekschool, was aan
vankelijk in het basisonderwijs werkzaam;
de muziek kwam toen op de tweede plaats.
Behalve het piano- en orgelspel hadden
vooral ook de muziektheorie en muziek
geschiedenis zijn bijzondere belangstelling
en geleidelijk aan begon hij zich meer aan
muziek te wijden. Naarmate hij er zich
meer in verdiepte werd de trek groter en
op een goed moment werd de totale over
stap naar de muziek dan ook een feit.
-|i T ;i T
grond van de dan voorhanden zijnde ge
gevens opnieuw gesproken zal moeten
worden over de inrichting en het beheer
van het Oosterscheldegebied.
Literatuur.
Coördinatiegroep Oosterschelde: „In
richting Oosterschelde; deelrapport inventa
risatie 1978", mei 1978.
Coördinatiegroep Oosterschelde; „Ver
kenningen inzake de ontwikkelingen in het
Oosterscheldegebied", januari 1979.
Coördinatiegroep Oosterschelde: „De
Oosterschelde: een overzicht van de be-
leidsmogelijkheden", mei 1980.
Coördinatiegroep Oosterschelde: „Stu
dies over de Oosterschelde; deel 1: de
ontwikkelingsmogelijkheden van natuur-,
visserij- en recreatiefunkties", maart 1980.
Coördinatiegroep Oosterschelde: „Stu
dies over de Oosterschelde; deel 2: de re
latie tussen natuur-, visserij- en recreatie
funkties", maart 1980.
Coördinatiegroep Oosterschelde: „Stu
dies over de Oosterschelde; deel 3: beheers
aspecten en instrumentarium Oosterschelde"
maart 1980.
Stuurgroep Streekplan Midden-Zee
land: „Streekplan Midden-Zeeland: voor
ontwerp", juli 1980.
Aan tien vingers kom
Groten als Dr. John Daniskas, Dr. Frits
Noske, Drs. W. C. M. Kloppenburg en Piet
van den Kerkhoff kwamen eraan te pas
om Bergman verder te helpen. Voor de
schoolmuziek waren dat o.a. Annie Lange-
laar, Saar Bessem en Dr. Marie van Veld-
huyzen. Na het conservatorium deels in
Rotterdam en deels in Utrecht gevolgd
concerteerde hij in Rotterdam vaak en met
succes op het orgel. Ook verzorgde hij tal
van publikaties over orgelmuziek en werkte
mee aan het in partituur brengen van 16de
eeuwse Leidse Koorboeken, tesamen 2000
hymnen, mottetten en missen. Nu boeit
vooral de Franse orgelliteratuur hem sterk
en dan in het bijzonder daar waar het
gaat over de 16de eeuwse Renaissance en
de 20ste eeuw.
In 1959 kwam hij naar Zeeland en wel
bij het Voortgezet Hoger Muziek Onderwijs,
raakte betrokken bij de oprichting van
Jeugd en Muziek Zeeland en in 1965 volgde
zoals gezegd zijn benoeming als
direkteur van de Zeeuwse Muziekschool.
Vijfduizend leerlingen: Waar krijgen die
allemaal les en van wie?
„De Muziekschool heeft afdelingen op
alle vijf Zeeuwse „eilanden", zoals we die
nog maar even voor het gemak noemen.
Behalve in Middelburg is er nog een Wal-
cherse vestiging en wel in Vlissingen. In
Zeeuws-Vlaaanderen zijn er zelfs drie scho
len, t.w. in Oostburg, Axel en Hulst. En
verder zijn er nog afdelingen in Goes, Zie-
rikzee en Tholen. Met uitzondering van de
gemeente Terneuzen, die een eigen muziek
school heeft, wordt door ons dus de gehele
provincie bestreken. Om echter een werk
zaam geheel te houden wordt iedere afde
ling geleid door een regio-direkteur. Mo
menteel zijn er ongeveer 100 docenten, die
zich over de leerlingen ontfermen. Voor
het merendeel vaste, maar ook wel zwer
vende musici, die hun werkterrein in diverse
afdelingen hebben."
Wonderkinderen.
Hoe oud zijn uw jongste leerlingetjes?
„Kinderen die de lagere schoolleeftijd
hebben bereikt, dus vanaf een jaar of ze
ven, kunnen worden toegelaten om gedu
rende twee jaar deel te nemen aan de
zgn. Algemene Muzikale Vormingslessen.
In principe wordt er niet van die minimum
je vaak nog tekort.
Tekst: Anneke Jaensch. Foto's: Johan Berrevoets, Zierikzee.
Er is alle aanleiding om eens aandacht te besteden aan de Stichting Zeeuwse
Muziekschool. Niet alleen heeft de school in totaal een respectabel leerlingen
aantal van rond de 5.000, ook beleeft het Zeeuwse instituut dit jaar haar
zilveren jubileum.
Dit feit werd gevierd met meerdere aktiviteiten door de gehele provincie,
waarbij grote aantallen cursisten en docenten betrokken waren.
27