MUZIEKBIBLIOTHEEK Als zo uitgebreid aandacht aan muziek in Zeeland wordt besteed als op bijgaande pagina's kan men nauwelijks om de Zeeuwse Centrale Muziekbibliotheek heen. Deze verzamelplaats van muziek-drukwerken bladmuziek, documentatie materiaal, boeken, e.d. bestaat officieel sinds december 1969, aanvankelijk in de Abdij in Middelburg, maar nu in de Kloveniersdoelen aldaar, Achter de Houttuinen 30. Iinitiatiefneemster en nog steeds adjunct-bibliothecaris is mevrouw J. Poll - Arends uit Vlissingen. Zij begon in 1966 met het beschrijven van alles wat er van en over muziek voorhanden was in de Provinciale Bibliotheek in Mid delburg, want tot dat moment kon dit materiaal niet worden uitgeleend omdat het niet was gerubriceerd en geen titelbeschrijving of nummer droeg. Na drie jaar waren de stukken zodanig in kaart gebracht, uitgebreid en aangevuld, dat het publiek er gebruik van kon gaan maken. Iedere inwoner van Zeeland kan voor een eenmalige bijdrage van 2,50 lid worden. Het nieuwe lid ontvangt een pasje en daarvoor kan hij, op de normale uitleenvootwaarden, (tijdelijk) beschikken over het aanwezige materiaal. Behalve voor klassieke literatuur en bladmuziek kan men er ook terecht voor het populaire genre zoals pop-, jazz-, volks- en westernmuziek, terwijl chansons, negro spirituals en kinderliedjes ook o.m. tot het uitleenbestand behoren. Het liefst zou mevrouw Poll zien, dat alle Zeeuwse Openbare Bibliotheken (vaste en rijdende) over een eigen muziek-afdeling zouden beschikken, als extra service aan muziekbeoefenaars en liefhebbers. „Maar," zegt ze, „dat blijft voorlopig een zoete droom, die wellicht nog eens uitvoerbaar wordt. Ik zal niets nalaten om het die richting uit te laten gaan, maar ook wij zijn voor een goed deel afhankelijk van bijdragen en subsidie van CRM en daar valt tegenwoordig niet veel meer te halen." Het aantal uitleningen bedroeg het afgelopen jaar ruim 23.500 en dat betekent toch dat er per werkdag gemiddeld 80 mensen gebruik van maken. Bijna nog vier keer zo groot is de belangstelling voor de Zeeuwse Centrale Discotheek, onderdeel van de Muziekbibliotheek. Hier kan men weliswaar op iets striktere voorwaarden i.v.m. de kwetsbaarheid van het materiaal, een keuze maken uit ruim 22.000 grammofoonplaten. Het adres van de Discotheek is: Langeviele 82, Middelburg. BIOLOGEN VOORSPELLEN: BETERE VANGSTEN OP KOMST VOOR KABELJAUW TONG EN SCHOL. Door Cor van Heugten. Volgens Dr. A. Boddeke, de sportvissende bioloog van het RIVO in IJmuiden, zijn de vooruitzichten voor de zeevisserij op korte termijn vrij gunstig. Het gaat dus ook voor de vissersvloot met netten om de „korte termijn". De uitbreiding van de vloot- en vangstcapaciteit met steeds meer motor kracht, is zo groot, dat ieder weldenkend visserij-autoriteit de vissers waarschuwt, dat ze de kip met de gouden eieren slachten. Ook voor de zeehengelaars is het van groot belang te weten, dat er goede tot uitstekende jaarklassen tong, schol en kabel jauw in 1979 geboren zijn. Voor de schol was ook het broedjaar 1978 bijzonder goed. Er staan ons dus enkele vette jaren te wachten. Er moet echter bij verteld worden, dat de overbevissing de vreugde van korte duur maakt. Dr. Boddeke heeft berekend, dat de kabeljauw die in 1979 op de visafslagen werd aangevoerd, een gemiddeld gewicht had van slechts 1050 gram. De vis, ook van een sterke jaarklasse, krijgt dus niet de kans groot te worden. Als een kabeljauw tijd van leven krijgt, kan hij (of zij) wel 95 kilo zwaar worden. Ook Dr. Boddeke vraagt geen enkele visser de kabeljauw met rust te laten tot ze zo zwaar zijn. Maar wat economischer bevissing kan tot een enorme winst aan kilogewicht aan vis leiden. De kost gaat voor de baat uit. Wie de vis de kans geeft groot te groeien, wordt later beloond. Het zou al verstandig zijn door een goed geleide bevissing tot gemiddelden van enkele kilo's per kabeljauw meer te komen. Dat zou al een dubbele of drie-dubbele oogst aan vis vlees opleveren. Zo gaat het helaas ook met de snoekbaars op het IJsselmeer, die niet eens de kans krijgt voor een nageslacht te zorgen. Er wordt op grote schaal roofbouw gepleegd. Ook de georganiseerde sportvisserij mag dat signaleren, omdat ook een stuk recreatie door het beroep bedorven wordt. En we zijn tenslotte met 2 miljoen sportvissers... 1981 met vraagtekens. Wat gaat er met de sterke jaarklassen 1979 schol, tong en kabeljauw gebeuren? Wordt deze vis weer bliksemsnel wegge vangen? En welke invloed door natuurlijke sterfte heeft de herstelde haring op de Noordzee in 1981? Het is bekend, dat er door de haring scholen altijd veel eieren en larven op de paaigronden van de kabeljauw en platvis worden opgevreten. Vele jaren was dat niet mogelijk, omdat de haring met uitroeiing werd bedreigd. Nu de stand zich tot 600.000 ton volwassen haring in 1981 heeft hersteld, zal de grote aanval op deze kraamkamers weer beginnen. Het is een biologisch bijzonder belang wekkende vraag. Welke invloed heeft de herstelde haringstand in de Noordzee op het gemiddelde broedsucces van deze vis soorten? De biologen gaan er een zeer uit voerig onderzoek aan besteden. Het kan weer een aantal basis-gegevens leveren voor een optimale bevissing van de Noordzee van diverse vissoorten in een bepaald even wicht van soorten en aantallen. Ook voor de zeehengelaars is dat visserij beleid op kabeljauw en platvissoorten van groot belang. We praten er nog veel te weinig over mee in het visserij-beleid. Al moet ik toegeven, dat de aantallen, die wij vangen in vergelijking met de commerciële vloot, het vermelden niet waard zijn 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1980 | | pagina 31