Japans bessenwier
bedreigt Grevelingen
met ware
groei-explosie
Oplossing Cryptogram No. 21
Onderzoek Deltadienst
leert
5500 besteed voor het uitdiepen van de
binnensingels en 2758 19 1 voor de
kaaien. Vergelijking van de rekeningen voor
het uitdiepen van het Molenwater en de
kaaien laat zien, dat het op diepte houden
van het Molenwater blijkbaar een groter
probleem was dan het handhaven van vol
doende diepe havens. Het is dan ook niet
verwonderlijk, dat gezien de hoge kosten
voor het periodiek baggeren van het Mo
lenwater dit bassin is gedempt. Niet alleen
de veel geprezen „Zeeuwse Hofvijver" vond
hiermee een roemloos einde evenals de
van het Molenwater afhankelijke getijmolen
ook de noodzaak van veelvuldiger bag
geren van de haven liet zich toen gevoelen.
„Schuuring" van de haven door het bij eb
wegstromende water uit het spuibekken
wat het Molenwater immers was geweest
was er toen niet meer bij.
Ondanks de meer geperfectioneerde bag
germolens bleef het lange tijd modderen,
figuurlijk en soms zelfs letterlijk. Voor vele
Vlissingers althans, met name voor de be
woners van huizen langs de haven. Zo werd
in de Scheldestad in het midden van de
zeventiende eeuw door het stadsbestuur be
paald, dat een ieder voor zijn erf de haven
op diepte moest houden. Hiertoe legde men
een dam waardoor het afgedamde haven
gedeelte droogviel en uitgegraven kon wor
den. Ondanks deze maatregelen en verbods
bepalingen die erop gericht waren het
overboord zetten van ballast veelal zand
in de havens tegen te gaan, dreigden
tal van havens dicht te slibben. In Vlissingen
bleken in 1682 schepen in het Admiraliteits
dok vast te liggen in het slijk. Zelfs in de
noord-Nederlandse haven Amsterdam werd
Horizontaal:
6. druppelvanger 8. verslijten 9. waar
10. omleiden 11. klos 13. asbak
15. zandloper 18. douw 19. ijsberen
21. vragen 22. Noor 23. enteren
24. nieten.
enkele jaren eerder, in 1680, in de haven
slechts 6 voet en 9 duim diepte gemeten
in plaats van de vereiste 12 voet.
Voor enkele havensteden liep de strijd
tegen verzanding uit op een nederlaag: het
werden dode stadjes. Andere, zoals Middel
burg probeerden met rigoreuze maatregelen
hun betekenis als zeehaven te handhaven.
Zo werd Middelburg gedwongen om een
nieuwe haven aan te leggen. Daartoe moest
de stad in 1814 een renteloze lening van
1.000.000,— sluiten. De nieuwe, in 1817
voltooide haven liep in noordoostwaartse
richting en mondde uit tegenover de Zand-
kreek, het water tussen Noord-Beveland
aan de ene kant en Walcheren en Zuid-
Beveland aan de andere zijde.
De haven werd later overigens gebruikt
ten behoeve van de aanleg van het Kanaal
door Walcheren. Ondanks de verbeterde
bereikbaarheid van de Middelburgse haven
ging de betekenis van Zeeland's hoofdstad
als havenstad snel achteruit. Het feit bij
voorbeeld, dat in 1845 slechts acht zee
gaande schepen vijf fregatten en drie
barken Middelburg als thuishaven had
den, is tekenend voor de situatie.
Een niet aflatende strijd tegen zand en
slib moest in het verleden worden gevoerd
om haven en haventoegangen op diepte
te houden. De mol of krabbelaar is één
van de vernuftige werktuigen geweest om
die strijd te kunnen voeren, al dan niet
meer of minder succesvol. Wie het model
van de mol beziet in het museum „De
Schotse Huizen" te Veere of een replica
hiervan kan niet anders dan bewondering
opbrengen voor de vindingrijkheid van onze
voorouders.
Verticaal:
1. vroegmis 2. spilziek 3. kletsen
4. baan 5. braadslee 7. geweld
12. oudheden 13. afgeven 14. badlaken
15. zwijnen 16. openers 17. roerei
20. non.
Door Cor van Heugten.
Een inventarisatie van het Delta Instituut
voor Hydrobiologisch onderzoek heeft aan
getoond, dat het beruchte Japanse bessen-
wier zich op de Grevelingen explosief ont
wikkelt. Nadat misschien een half jaar ge
leden een aantal planten via de nieuwe
sluis in de Brouwersdam waren binnenge
komen (wellicht via sporen-elementen), blij
ken zich nu al enkele duizenden planten-
bossen van het onkruid-wier aan de dijken
en strekdammen te hebben gehecht.
De planten tieren welig op minstens 8
tot 10 kilometer dijk in het westelijk bekken
van de Grevelingen. De uitheemse invasie-
gast is binnen een half jaar al 3 kilometer
ver naar het oosten vanaf de Brouwersdam
(aan de zeekant) opgerukt.
Volgens de Delta-bioloog dr. Nienhuis is
er nog geen reden voor paniek. Hij is on
langs echter zelf wel geschrokken van de
snelle opmars en uitbreiding van deze on
kruid zout-waterplant, die ook in Zuid-
Engeland en Frankrijk al tot alarm-expe
dities heeft geleid. In Zuid-Engeland heeft
de Britse marine in 1975 al een vergeefse
bestrijdingsaktie opgezet.
Het wier plant zich snel via sporen
elementen voort, vooral op harde onder
grond van stenen en basaltglooiingen. De
meeste planten wortelen in lange slierten
op diepten van 30 cm tot een meter. Ze
kunnen ook los van de bodem dus drij
vend verder leven.
Dr. Nienhuis waarschuwt wel, dat het
zaak is de woekering van de planten in
scheepvaart-routes en watersportcentra in
de gaten te houden.
Of het tot groei-explosies komt, die de
scheepvaart of watersport overlast kunnen
bezorgen, is nog moeilijk te voorspellen.
De grote vraag is, wat het spul in dit
voor de hele wereld unieke zoutwater
biotoop doet. Er zijn geen voorbeelden van
een echt zoutwater-gebied met stilstaand
tot zeer licht stromend water, zoals de
Grevelingen.
De snelle verspreiding vanaf de Brouwers
dam, vindt dr. Nienhuis een veeg teken,
dat echt weinig goeds voorspelt. De Delta
dienst gaat de zaak goed in de gaten
houden.
Er komt nog bij, dat het beruchte Ja
panse bessenwier onlangs ook in het scheep
vaartkanaaltje achter de sluizen bij Goes
is ontdekt. Dit water heeft ongeveer het
zelfde biotoop als de Grevelingen.
Wat gebeurt er, als dit onkruid in een
getijdegebied als de Oosterschelde zou gaan
gedijen. Via sporenelementen op een harde
ondergrond plant het spul zich snel voort
en zaait via deze zaadvorm snel uit over
grote gebieden. Het vermoeden bestaat, dat
het wier ook via drijvende sporenelementen
via de nieuwe spuisluis in de Brouwersdam
in 1979 is binnengekomen.
i
Baggermachine met twee „lepels", 1780.
ii