Ideale stekken voor bootvisserij
rond Westkapelle
ven ging verloren. Betrekkelijk dicht bij het
het dorp werd een derde haven aangelegd.
Door de jaren heen heeft de haven in
het dorpsgebeuren een belangrijke plaats
ingenomen en talrijk zijn ook de schippers-
families die Hoofdplaat heeft voortgebracht.
De veerverbinding met Vlissingen schijnt
omstreeks 1874 weer te zijn opgeheven.
In 1903 stonden in Hoofdplaat twee mo
lens, een stenen en een houten eksemplaar.
In 1918 werd de tramlijn Hoofdplaat
Biervliet Pyramide in dienst gesteld en
in 1928 werd deze tramlijn doorgetrokken
naar Breskens. De tram was slechts een
kort leven beschoren. In 1948 werd het
personenvervoer gestaakt en in de daarop
volgende jaren werd de tramlijn geleidelijk
opgeruimd.
In 1969 werd de zeewering van de Hoofd-
olaatpolder op deltahoogte gebracht. Dat
betekende tevens het einde van de haven,
die in datzelfde jaar voor de scheepvaart
werd gesloten.
Ogenschijnlijk ligt het dorp nu veilig
achter zijn moderne waterkering. Maar
met de regelmaat van de klok stromen
eb en vloed langs de oever en voortdurende
waakzaamheid blijft geboden.
Literatuur.
De derde haven van Hoofdplaat.
De laatste inlaagdijk die in de Hoofd
plaatpolder werd gelegd, ligt juist ten
westen van het dorp en dateert uit 1921
1922. De dijkval die destijds plaats vond
even ten oosten van dijkpaal 50, waarvoor
de zeedijk plaatselijk moest worden om
gelegd, zal wel aanleiding zijn geweest voor
de aanleg van die inlaagdijk. Daarmee
steeg het aantal inlaagdijken dat sinds de
bedijking van de polder moest worden aan
gelegd, tot negen. Op 1 februari 1953 kwam
de inlaag nog onder water te staan. Op
10 juni 1964 ontstond er opnieuw een
oever- en dijkval. Daaruit blijkt eens te
meer dat, ondanks alle zorg die aan de
oeverbescherming wordt besteed, verrassin
gen van deze aard ook voor de toekomst
niet zijn uitgesloten.
Het dorp en zijn haven.
In de loop der jaren ontwikkelde Hoofd
plaat zich tot een overwegend agrarische
gemeenschap. Aanvankelijk was de haven
een belangrijke schakel in het kontakt met
de buitenwereld. Zo bestond er in 1781
al een veerverbinding met Vlissingen. Voorts
was de haven van belang voor de aan- en
afvoer van allerlei produkten. Er is een tijd
geweest, dat zowel op Rotterdam als op
Middelburg twee beurtschippers voeren. De
haven was een zogenaamde tijhaven, die bij
eb droog viel. Toen het noordelijk deel van
de polder moest worden prijsgegeven, werd
tegen de nieuwe zeedijk een tweede haven
aangelegd. Uitgerekend op die plaats ont
stond in 1908 een oeverafschuiving. De
polder kon behouden worden, maar de ha-
Rinus Willemsen. Hoofdplaat op de ken
tering van het getij. Zeeuws Tijdschrift
1978, nr. 4.
M. H. Wilderom. Tussen afsluitdammen en
deltadijken. Deel 4.
F. Nagtglas. Zelandia Illustrata.
Dr. M. K. E. Gottschalk. Historische geo
grafie van West-Zeeuwsvlaanderen.
Dr. M. K. E. Gottschalk. Stormvloeden en
rivieroverstromingen. Delen 1 en 2.
M. van Empel en H. Pieters. Zeeland door
de eeuwen heen.
Dr. H. C. E. M. Rottier. Stedelijke struc
turen in historisch perspectief. Jaarboek
1972'73. Oudheidkundige kring De Vier
Ambachten.
P. F. J. M. Knegtel e.a. Een eeuw lager
onderwijs te Slijkplaat.
L. M. de Die. Hoofdplaat in oude ansichten.
Tekst: Cor van Heugten.
De afgelopen jaren zijn rond Walcheren
tussen Zoutelande, Westkapelle en Domburg
steeds meer visstekken voor de bootvisserij
in kaart gebracht. Dat er vanaf de wal
veel vis te vangen is, getuige de tong aan
de Westkapelse zeedijk, was bekend. Nu er
steeds meer visbootjes op avontuur gaan,
blijkt pas hoe enorm visrijk dit kustgebied
in zomer en winter is.
Alle hulde aan bootvisser Arie de Lange
uit Zoutelande, die voor de zeebootclub
Zuid-West Nederland een aantal van zijn
beste stekken heeft onthuld. Deze „keur
slager" woont op enkele kilometers van de
beste kabeljauw-, zeebaars- en tong-stekken
die Nederland kent. Elke donderdag tot
windkracht 3 is hij op zijn favoriete stek
kies te vinden. Hij gunt elke „Broeder in
Petrus" een leefnet vol. Waarvan akte.
Overal over de vaargeul van Westkapelle
tot Zoutelande is vis te vangen. Ga buiten
de scheepvaartroute achter de boeien OG 5,
OG 7. OG 9 of OG 11 voor anker. In de
winter is er veel kabeljauw, gul en bij de
OG 11 en 9 ook veel wijting te vangen. De
OG 5 is één van de beste stekken, maar
er ligt een wrak in de buurt, wat wel
eens een anker kost. Als u verder vanaf
de vaargeul vist, zeg maar richting Bel
gische kust op de zandbanken, moet u in
de buurt van de DL 6, 5 of 4 zijn. De
gul is wat kleiner, maar de paling is
zomers vaak groot.
Er liggen voor platvis en paling ook prima
stekken op de Rassen dwars van Domburg
bij boei GR 3. Vooral tegen hoog water en
enkele uren erna is het hier raak. Zeebaars
zit dwars voor het badstrand van West
kapelle in de lijn van de vuurtoren en de
duiktoren op het strand van Westkapelle.
Ook over de bank van de OG 9 jaagt bij
opkomend water veel zeebaars.
Engels plastic kunstaas red gill en Eddy-
stone zijn nog wat beter dan witte pluimen.
Ook een zager op een afhouder met lange
zijlijn, desnoods drijvend op een flinke
geepdobber, kan succes opleveren.
Een ideale stek, vooral in de winter voor
de kabeljauw, ligt bij de roodwitte boei op
320 graden uit het rode torentje op de dijk
van Westkapelle, halfweg het dorp, tussen
Domburg. moet op ongeveer 10 meter
diepte vissen.
Zoek een ankerplaatsje op 500 meter van
de boei af, richting Domburg. U ligt dan
veilig buiten elke scheepvaartroute, omdat
er wel eens een zeeschip deze rondings-
boei, vanuit zee komend, links passeert.
Blijf uit de weg. Richt u op de lijn tussen
deze roodwitte boei en de kerktoren van
Domburg. Vis met een hoekafhouder en
veel lood om zeker grond te houden tegen
de stroom in.
Wie een zeekaart koopt, moet het nieuwe
nummer 1442 kopen. Er zijn wat wijzigingen
vergeleken met oude metingen sinds '69-'73.
Geloof me, dit kustgebied is visrijker dan
de Oosterschelde zelf. Als er bij Westkapelle
een boottrailerhelling komt, is het feest
volmaakt. U kunt er nu al terecht als u
een gemeentevergunning voor de dijk bij
het groot hoofd heeft, gemakkelijk via het
dorp te bereiken.
Goeie vangst.
17