Rechts de Pastorie, links het huis van ..de dokter" Braber. Vóór dit huis staan twee
opmerkelijke stoeppalen.
menten voor, maar dan als aanduiding voor
dat stukje van de polder.
Aan de kerk is door de eeuwen heen
heel wat vertimmerd. In 1873 vond o.m.
een rigoureuze verbouwing plaats die de
toenmalige initiatiefnemers en bouwmees
ters niet in dank werd afgenomen, omdat
men algemeen van mening was dat de
orginele stijl te zeer geweld was aangedaan.
Ook is in een bepaald stadium de kerk
uitgebreid, omdat die door teruglopend
kerkbezoek te groot werd. Dat klinkt on
logisch, maar omdat het schip door het
steeds geringer wordend aantal kerkgangers,
of preeklopers, bij lange na niet meer vol
kwam, besloot men er een kleine ruimte
aan te bouwen, waarin de diensten konden
worden gehouden. Dit gebouwtje wordt nu
aangeduid als „de winterkerk".
Pen merkwaardige uitstulping aan de bui
tenzijde van de kerk naast de hoofdingang
is het kleine ronde torentje. Na één van
de vele verbouwingen ontdekte men dat
vergeten was een trap te bouwen die naar
het klokkenhuis moest voeren. Om dat
goed te maken is toen als de weerlicht
buiten de bewuste smalle schacht met
torentje opgetrokken (zie foto).
Dankzij een zeer intensieve restauratie,
die geduurd heeft van 1958 tot 1968 staat
er nu dan toch een uiterst fraai bouwwerk,
waar alle bouwkundige dwalingen uit het
verleden zoveel mogelijk zijn weggewerkt.
Het kleine torentje, dat overigens niet ont
sierend is, mocht blijven.
„De nieuw'üusjes", zoals de 4 pandjes anno 1763 nog steeds heten.
6