tussen het watersportcentrum van Wol- phaartsdijk en het natuurreservaat „De Middelplaten", is van grote invloed geweest od de vormgeving van het projekt. Voor de intensieve oeverrecreatie is aansluiting gezocht bij het watersportcentrum aan de oostzijde. Het idee was om de intensiteit van de recreatie te laten afnemen van oost naar west, zodat nabij het natuurre servaat de recreatieve druk aanvaardbaar zou zijn. De watersport verdraagt zich het best met het karakter van het natuurgebied; voorzieningen voor deze tak van recreatie, in de vorm van een eiland met aanleg- gelegenheid, werden dan ook in het wes telijk deel van het gebied geprojekteerd. Het meest oostelijk geprojekteerde eiland kreeg een duidelijke funktie voor de oever recreatie. Het eilandje, toepasselijk Speel plaat genoemd, moest wadend door ondiep water zijn te bereiken. Het middelste van de drie eilanden bij de Schelphoek zou zowel een funktie voor de watersport als voor de van de vaste wal komende oever recreanten moeten vervullen. Dat er in dit recreatieprojekt van allure voor voldoende parkeerruimte en groen voorzieningen werd gezorgd, spreekt bijna vanzelf. Zelfs de Muidenweg, de weg langs Veerse Meer van Oranjeplaat naar het jachthavengebied van Wolphaartsdijk, werd omgelegd opdat voor het recreatiegebied over een voldoend brede oeverstrook kon worden beschikt om een aangesloten dag recreatiegebied te kunnen ontwikkelen waar de recreant geen drukke verkeersweg hoeft over te steken om de oever te bereiken. Dat een dergelijk projekt een lieve duit kost, wekt geen verwondering. Het gehele projekt kostte bijna 4 miljoen gulden, een enorm bedrag, dat de gemeente Goes op wier grondgebied het dagrecreatieterrein is gesitueerd niet op tafel kon leggen, evenmin als het recreatieschap. Zoals voor het merendeel van de openbare recreatie voorzieningen in het Veerse Meergebied geldt, kon ook dit projekt slechts tot stand komen met behulp van een subsidie van het Ministerie van C.R.M. In dit geval wer den de stichtingskosten zelfs voor de volle 100% gesubsidieerd. Alhoewel de in het recreatieschap deel nemende gemeenten en de provincie Zee land ieder jaar een finaciële bijdrage aan het schap leveren ieder naar draag kracht; de provincie 25% van de kosten, Goes 23% en de overige vier gemeenten ieder 13% zou de inrichting van het gebied niet zonder de financiële steun van het Rijk hebben kunnen plaatsvinden. Zo werd in de zestiger jaren het onrendabele gedeelte van de stichtingskosten van het merendeel van de jachthavens voor 85% gesubsidieerd door het Ministerie van Eco nomische Zaken. Die hulp van „Den Haag" is nu nog te merken aan de zeer redelijke ligplaatstarieven in de door gemeenten ge- exploiteerde havens. Het Rijk heeft in de loop der jaren overi gens wel meer gedaan dan alleen maar geld gefourneerd. Zo heeft de Deltadienst een belangrijke rol vervuld bij de inrichting van het Veerse Meergebied. Een goed voor beeld hiervan is de bestrijding van de af kalving van oevers. Zonder het landschap aan te tasten door lelijke beschermende oeververdedigingen werd op vele plaatsen een systeem toegepast van op enige afstand vóór de oever aangebrachte grinddammen welke gedurende de zomer wanneer het waterpeil N.A.P. is net onder water liggen en gedurende de winter, wanneer het waterpeil 70 cm lager is dan in de zomer, boven het wateroppervlak uitsteken en er dan voor zorgdragen, dat de oevers van de vaste wal en de eilanden niet worden aangetast. Wij noemden het al terloops; in de win termaanden, van oktober tot april, een la ger waterpeil dan in de zomer. Ten behoeve van de landbouw, met name op Noord- Beveland, is het een noodzaak, dat het waterpeil 's winters 70 cm onder N.A.P. ligt om afwatering van overtollig polder water mogelijk te maken. Het lagere win- terpeil, dat al in september wordt ingezet met een verlaging van het peil met 30 cm om in oktober nog verder te dalen, wordt door watersporters als hinderlijk ervaren, vooral door de vaarders met een diepste kende boot, die na het afspuien niet meer kunnen blindvaren op de bleesbebakening welke de diepte van 1,50 meter bij zomer- peil markeert. Deze service aan de watersport, het aan brengen van een speciale watersportbeba- kening, wordt door het recreatieschap in eigen beheer uitgevoerd met behulp van het werkschip dat het schap in eigendom heeft. De bebakening bestaat uit dunne jonge boomstammetjes „blezen", welke in de bodem worden gespoten. De bebakening is met name van belang voor de water sporters van buiten het gebied: waterspor ters met een ligplaats aan het Veerse Meer leren al snel waar de ondiepten zich be vinden. De watersporter van elders die zijn boot over de weg aanvoert kan gebruik maken van één van de vier openbare trailerhel lingen of zal wanneer het kampeerders betreft de boot in het water brengen vanaf één van de voortreffelijke watersport campings, die direct aan het water zijn gelegen. Waterrecreanten die met een grote boot over water naar het Veerse Meer ko men, zullen ofwel door de sluis bij Veere of door de Zandkreeksluis geschut moeten worden. Dat de animo voor het Veerse Meer sinds de afsluiting enorm is toegenomen, blijkt wel uit de aantallen geschutte jach ten. Werden er in 1962, het eerste jaar na de afsluiting van Zandkreek en Veerse Gat 3.484 jachten door de Zandkreeksluis ge schut, in 1967 waren het er al meer dan 10.000, in 1973 20.947 en in 1977 werden er voor het eerst meer dan 30.000 plezier vaartuigen in één jaar geschut. Het aantal geschutte pleziervaartuigen door de sluis bii Veere laat weliswaar iets minder grote aantallen zien. maar ook ruim 17.000 ge schutte jachten in 1979 is nog een respec tabel aantal. Uit de door de sluiswachters bijgehouden staten blijkt, dat van de ge schutte boten een groot aantal onder bui tenlandse vlag vaart; vooral Belgen, En gelsen en Duitsers. De eerlijkheid gebiedt om daarbij te vermelden, dat van de sluis- passanten er vele zijn met een vaste lig plaats aan het Veerse Meer die hun neus bij tijd en wijle eens in het stromend zilte water van de Oosterschelde willen steken. Het Veerse Meer is overigens nog steeds zilt genoeg, zelfs meer zout dan brak. Vele van de af en toe op de Oosterschelde dag recreatie bedrijvende scheepsbemanningen hebben een ligplaats in de op korte afstand van de Zandkreeksluis gelegen jachthavens van Kortgene of Wolphaartsdijk. Dit ver klaart ten dele het betrekkelijk hoge per centage Belgische en Duitse boten vooral Belgische die de sluis jaarlijks passeren. Uit een indertijd gehouden enquête is gebleken, dat niet minder dan 64% van het aantal ligplaatsen in „Delta Marina", de jachthaven bij Kortgene, aan buitenlanders was verhuurd (58% aan Belgen, 6% aan Duitsers). In de jachthavens van Wol phaartsdijk lagen deze percentages al niet veel lager. En niet alleen in deze jacht havens. Van alle vaste ligplaatsen aan het Veerse Meer bleek 39% aan Belgische en 7% aan Duitse watersporters te zijn ver huurd. Zonder overdrijving kan over het Veerse Meer dan ook worden gesproken van een watersportgebied van internationale allure! Het zijn overigens niet alleen de ervaren watersporters of de waterrecreanten met een eigen boot die welkom zijn op het Veerse Meer. Voor degenen die de zeilkunst beheersen, maar niet over een eigen boot beschikken, bestaat er in enkele jachthavens de mogelijkheid een boot te huren. En wie de zeilkunst nog niet machtig is, kan een zeilopleiding volgen aan één van de twee zeilscholen in het gebied, in de jachthaven Oostwatering bij Veere of in Wolphaartsdijk. Een andere vorm van watersport die men sinds enkele jaren op het Veerse Meer kan leren is het windsurfen. In het „betere" jaargetijde instrueert een windsurfschool cursisten de eerste beginselen van deze meest elementaire vorm van zeilen; plaats van handeling: op en vóór de Schotsman bij Kamperland. Voor degene met aspiraties Kamperland: Schotsman' openbare trailerhelling. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1981 | | pagina 15