De klipper Najade uit Werkendam, afgemeerd aan een steiger in Veere. Dit schip is
nog in het restauratie-stadium. Toen de foto werd genomen was de schipper bezig
met het pasmaken van de mast.
De klipper Door Vertrouwen, afgemeerd in Zierikzee.
Eén van de knelpunten waarvoor de vere
niging zich ziet gesteld, is het probleem
ten aanzien van havens en ligplaatsen. De
ruimte die de schepen innemen, is niet
gering en de problemen nemen toe naar
mate de vloot van gerestaureerde tjalken,
klippers en andersoortige vaartuigen groeit.
Om goed te kunnen zeilen moet een ge
restaureerde vrachtvaarder de ruimte heb
ben. Dat is dan ook de reden dat de meeste
van dergelijke schepen op het IJsselmeer
en de randmeren varen. In Zeeland zijn
er nog betrekkelijk weinig. In augustus 1979
had ik daar nog een gesprek over met de
schipper van de Groninger tjalk Annechina-
Willemina uit Zaandam. Het was een mooi
gerestaureerd schip, dat in 1893 in Stads
kanaal werd gebouwd. De schipper, een nog
vrij jonge man, woonde met zijn vrouw
aan boord. Hij had zijn schip zeven jaar
eerder ontdekt in de Wieringermeer. Door
gaans vaart hij op het IJsselmeer, maar
voor de verandering wilde hij wel eens
naar Zeeland.
Het was hem niet meegevallen. Hij be
klaagde zich vooral over de hoge liggelden
die hij moest betalen. Een museumschip
als het zijne zou reduktie moeten krijgen,
zo meende hij. Hij was niet van plan nog
eens naar Zeeland terug te komen. Hele
maal ongelijk kan ik hem niet geven. Zou
dat ook de reden kunnen zijn waarom in
onze waterrijke provincie zo weinig schepen
worden gerestaureerd?
Gerestaureerde schepen die in Zeeland
hun domicilie hebben, zijn onder meer de
tjalk Morgenster uit Tholen en de klipper
Anita Jacoba uit Goes. In de haven van
Kamperland ligt voorts nog een tweemast
klipper, terwijl achter de Bellinkbrug in
Middelburg nog een voormalig binnenvaart-
scheepje ligt waarvan ik het type niet kan
thuisbrengen en dat ik voorlopig dan maar
een steilsteven noem.
Een juweel van een gerestaureerde klipper
ligt in Zierikzee. Het schip heet Door Ver
trouwen. In het novembernummer 1976 van
Zeeland Magazine staat over dit schip en
zijn eigenaar een uitvoerig verhaal van
Ineke van Loon. Op de hierbij afgedrukte
foto komt het schip tegen de achtergrond
van oude pakhuizen bijzonder goed tot zijn
recht.
Jaarlijks neemt in ons land het aantal
opnieuw onder zeil gebrachte oude schepen
toe. Tegen de achtergrond van een aantal
negatieve kanten die onze hedendaagse sa
menleving evenzeer kenmerkt, mogen we
deze gang van zaken wel als zeer positief
ervaren. En denk vooral niet dat jongelui
die een oud schip restaureren, geen tegen
slagen te verwerken krijgen. Maar ondanks
alles wordt hun inspanning en volharding
uiteindelijk toch beloond. Aan hen hebben
we te danken dat de glorie van de oude
binnenvaartschepen weer herleeft. Ook heel
wat buitenstaanders beleven vreugde van
het resultaat van hun arbeid. Opmerkelijk
is het toch wel dat dezelfde schepen, toen
ze 40 tot 50 jaar geleden nog gewoon voor
het vervoeren van vrachten in gebruik wa
ren, nauwelijks enige belangstelling onder
vonden van mensen aan de wal.
En tegenwoordig hebben ze overal be
kijks. Vooral in de havens van Enkhuizen,
Stavoren en Zwartsluis zijn in de vakantie-
tijd heel wat museumschepen te zien. Een
bos van hoge masten op schepen die goed
in de verf zitten. Het ruikt er naar harpuis,
teer en pek. Ga er eens heen en geniet
van de vertegenwoordigers uit een tijdperk
dat in feite al achter ons ligt.
Dat het niet uitsluitend jonge indivi
duele mensen zijn die zich met de restau
ratie van oude binnenvaartschepen bezig
houden, bleek me uit een bericht in het
weekblad Schuttevaer van 21 november '80.
Daarin staat vermeld dat de Van Waning-
stichting uit de Krimpenerwaard momenteel
probeert om aan het daartoe benodigde
geld te komen voor de restauratie van de
Zeldenrust, het nog enige overgebleven ek-
semplaar van het type IJsselpaviljoenschuit.
De stichting kocht het in 1914 gebouwde
schip, dat nog in goede staat verkeert, in
1975 van Hendrik Pols. Hij is de laatste
schipper die op de Zeldenrust heeft gevaren.
Het 23 m lange schip is omgebouwd tot
motorschip en ingericht voor de zandvaart.
Voor een algehele restauratie en ombouw
tot zeilschip moet een fors geldbedrag bij
eengebracht worden. Als de voorgenomen
plannen slagen, is de stichting van plan
om gedurende de zomermaanden dagtochten
te organiseren voor schoolkinderen.
Voorts denkt men aan charterreizen met
verenigingen en organisaties, instruktietoch-
ten voor zeekadetten, zeeverkenners en wa
tersporters. Buiten het vaarseizoen hoopt
men op het schip mobiele tentoonstellingen
te organiseren.
Als de vereniging tot behoud van het
zeilend bedrijfsvaartuig ook in Zeeland eens
een zomerréunie zou kunnen organiseren,
zou dat evenement voor een aantal lieden
wellicht een aansporing kunnen zijn om
zich ook hier met de restauratie van oude
schepen te gaan bezig houden. Voor de vele
schepenliefhebbers die Zeeland nog telt, zou
de réunie op zichzelf al een grote belevenis
zijn.
23