worden afgezet. Dat gaat dag en nacht
zo door. „De samenwerking met de Belgische
collega's is prima, zolang het hier binnen
het werk blijft. Wanneer het om beleids
vraagstukken gaat, is het heel wat moeilijker
doordat de structuur van de Belgische or
ganisatie zo heel anders is dan de onze.
Het is bestuurlijk anders opgebouwd, waar
door er veel tijd in gaat zitten als er
beslissingen moeten worden genomen," legt
de heer Bruynzeel uit.
Vaarwatermarkering.
Een redelijke „interland-samenwerking"
dus. Dat kan ook niet anders als de be
langen in hetzelfde gebied liggen. De Belgen
maken gebruik van de verkeersbegeleidings-
dienst in Vlissingen zoals de Nederlanders
dat doen van die in Antwerpen. Er moet
een centraal punt zijn waar de zaakjes in
de gaten worden gehouden want je kunt
niet twee van die diensten door elkaar
heen laten stoeien. Die dienst is dus ver
antwoordelijk voor alle informatie die er
naar de schepen uitgaat. Via radiografisch
kontakt en met een radarinstallatie wordt
iedere beweging in de Scheldemond in de
gaten gehouden. De positie van ieder schip
is in principe bekend zodat er snel kan
worden gewaarschuwd of ingegrepen wan
neer er iets fout zou gaan.
senior-loods, krijgt hij een verandering in
zijn taakstelling. Nog minimaal 50% van
zijn tijd vaart hij met de schepen mee,
terwijl hij voor de rest nevenfunkties kan
bekleden. Meestal zijn dat bestuurlijke
funkties waarmee voorkomen wordt, dat
de dienst wordt uitgemaakt door mensen
die op het praktische vlak volkomen leek
zijn. Een loods weet uit ervaring wat prak
tisch mogelijk is en de theorie kan daarop
worden toegepast.
De 209 Nederlandse loodsen zijn niet de
enige kapers op de kust van Vlissingen.
Nog zeker eenzelfde aantal Schelde-des-
kundigen werkt bij de Belgische loodsdienst.
De heer Bruynzeel legt uit hoe dat gaat.
„De Schelde is, meer nog dan een Neder
lands, een Belgisch belang. Antwerpen zou
niet zijn wat het is, wanneer de Schelde
bijvoorbeeld onbevaarbaar was. Wat betreft
de loodsdiensten is het zo geregeld, dat
alle schepen voor Nederlandse havens be-
loodst worden door Nederlanders. De sche
pen die als bestemming een Belgische ha
ven hebben, worden voor 72,5% door Bel
gen geloodsd. De overige procenten door
Nederlanders."
Zo functioneren dus twee heel verschil
lende diensten naast elkaar met hetzelfde
doel: de veiligheid op de Schelde. Toch
wordt er niet langs elkaar heen gewerkt.
De Belgen hebben voortdurend drie rede-
boten operationeel, de Nederlanders twee.
Verder liggen er in de Westerscheldemond
nog twee zeegaande loodsboten bij de
Steenbanken. Al die schepen worden door
Belgen én Nederlanders gebruikt. De twee
schepen op de Steenbanken worden voort
durend bevoorraad met „verse" loodsen.
Dat kunnen Belgen of Nederlanders zijn.
Een schip meldt zich als het goed is vier
uur van tevoren en de man wordt aan
boord gebracht. Dat geldt ook voor de
schepen die op de Vlissingse rede liggen
te wachten. Belgen en Nederlanders worden
aan boord gebracht door één van de vijf
redeboten. Er kunnen ongeveer vijf loodsen
mee, die zo hier en daar bij de schepen
De dokter geeft een nummertje
steile wand weg.
8