PZEM melkt de wind op de Neeltje Jans Het Deltagebied: een proeftuin voor alternatieve energievormen Tekst: Tom Koopman. Foto's: Kema, Arnhem. Het deltagebied is wegens een aantal redenen een soort proeftuin voor alterna tieve energievormen aan het worden. U herinnert zich misschien dat reeds aan het eind van de zestiger jaren druk werd ge sproken en geschreven over een getijden- centrale, die in de toen nog „dicht" ge dachte Oosterscheldedam zou worden gepro- jekteerd. Zo'n jaar of drie geleden kwam het idee opnieuw boven water. Men heeft het laten varen omdat de kosten astrono misch hoog waren en omdat een getijden- centrale in de monding van de Ooster- schelde een ramp zou kunnen betekenen voor de schelpdierencultuur bij Yerseke. In 1979 werd in het deltagebied zonne- energie ingevoerd. Een hele serie „praat palen" langs de autowegen in het delta gebied werd voorzien van foto-Voltaische cellen, die zonlicht kunnen omzetten in elektriciteit. De elektriciteit wordt benut voor het voeren van telefoongesprekken. Alternatief nummer drie tekende zich af in 1980. De deltadienst van rijkswaterstaat beloofde onderzoek te zullen doen aan een groot schaalmodel van de Markerwaard centrale. (De Markerwaardcentrale bestaat uit een stuwbekken en een groot aantal windmolens die het stuwbekken met water kunnen volpompen. Men laat het water ver volgens via waterkrachtturbines weer naar zee stromen, waarbij energie wordt opge wekt). Precies honderd jaar geleden zag de verbaasde bezoeker van de wereldtentoonstelling te Parijs, deze op zonne-energie werkende drukpers, die elk uur vijfhonderd exemplaren van het blad „Le Soleil" (de zon) drukte. De pers werkte op stoomkracht, afkomstig van een door zonnehitte verwarmde ketel. dienst een vrij forse windmolen op het werkeiland Neeltje Jans, in de Ooster- scheldemonding is gaan oprichten. In mei zal deze windmolen zijn eerste kilowatt uren aan de installaties van rijkswaterstaat in dit deel van de delta gaan leveren. Het laatste nieuws uit het deltagebied bestaat uit een mededeling van de nv PZEM dat men in samenwerking met de delta- In dit artikel willen wij de PZEM-wind- molen en de vele varianten op het thema windturbine eens wat nader onder de loupe nemen. Vooraf kan worden opgemerkt dat het werkeiland Neeltje Jans om twee redenen een ideale plaats is voor de installatie van een windturbine. Ten eerste heeft men op Neeltje Jans een eerste rangsplaats wat betreft de aanvoer van de krachtbron wind. Ten tweede is er op het werkeiland een afnamepatroon voor de elektriciteit van een windturbine voorhanden, dat wonderwel bij het aanbod past. De windturbine wordt namelijk gekoppeld met een door diesel generatoren aangedreven krachtcentrale van Rijkswaterstaat. Deze centrale draait in zogenaamd „eilandbedrijf", hetgeen wil zeg gen dat er geen koppeling bestaat met het Nederlandse hoogspanningstransportnet. De windturbine zal tijdens de uren waar in voldoende wind beschikbaar is, aanvul lende energie leveren. Hij spaart op die manier met dieselolie opgewekte energie uit. Deze laatste energie is, wegens de forse prijs van de brandstof, behoorlijk duur. Rijkswaterstaat is dan ook bereid om aan Een meer dan honderd meter hoge windmolen van de Nasa. De reus is voorzien van een tweebladige propellor. De molen heeft een vermogen van 100 kiloWatt. Foto: Kema Arnhem 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1981 | | pagina 19