werd Van den Akker verzocht het bovenste
stukje ervan af te halen. Dat gebeurde,
maar de schepen worden groter en steken
dieper, dus op den duur moest het hele
wrak van de zeebodem weg. Werk voor de
mannen van Van den Akker. Hen bergings
vaartuig werd permanent bij het wrak ge
legd en het karwei kon beginnen.
Eigenlijk gaat het allemaal heel simpel
in z'n werk. Een duiker daalt af naar de
bodem en brengt in het wrak een lading
springstoffen aan. Hij komt weer boven
en de zaak wordt tot ontploffing gebracht.
Alles wat dan zo'n beetje los is komen te
zitten wordt afgevoerd en nieuwe spring
stoffen worden aangebracht.
Eén wrak kan zo wel vijf jaar werk
leveren, dat is afhankelijk van de grootte
en de mate waarin het materiaal in de
zeebodem vastzit. Doordat het zo lang kan
duren en doordat de meeste duikers vaak
tot het einde toe in hetzelfde wrak werken,
gaan ze het als „hun" wrak beschouwen.
Caissonziekte.
Dat deed ook Wido Willems, een duiker
in hart en nieren. Hij loopt al een poos in
de ziektewet, maar heeft z'n baas verzocht
af en toe toch eens een klein klusje op
het kantoor te mogen doen. Hij werd het
slachtoffer van z'n eigen betrokkenheid
doordat zijn werk zijn hobby was.
„Ik ben niet iemand die zich precies
aan de tijden houdt," zegt Wido. „Als ik
een klein karweitje af moet maken onder
water, dan doe ik dat. Anders moet er een
ander naar beneden voor een paar minuten
of je moet het de volgende keer zelf doen.
Dat houdt het werk maar op en het kan
dagen schelen in de vooruitgang. Uitein
delijk is het toch stom geweest. Ze haalden
me op een goeie dag met caissonziekte
boven, verlammingsverschijnselen. Ik ben
behandeld in de decompressietank in Den
Helder. Dat is allemaal bijzonder goed
gelopen. Als alles meezit mag ik binnen
kort weer duiken, maar ik zal zeker voor
zichtiger zijn dan voorheen," vertelt de
duiker.
Hij is nog één van de ouderwetse stan
daardduikers. Die zijn niet meer zo dik ge
zaaid. De meeste duikers zijn kikvors
mannen, die een stuk mobieler zijn in het
water. Daar staat tegenover dat standaard
duikers met hun zware uitrusting beter ge
schikt zijn voor het uitvoeren van zware
klussen. Aandraaien van zware bouten, enz.
Wout Mange heeft graag de beschikking
over allebei de soorten. „Het zijn echt hele
aparte vakken. Mensen die én standaard-
duiken én kikvorsduiken, kunnen nooit he
lemaal gespecialiseerd raken."
Springstoffen.
Wat de direkteur wel graag ziet in zijn
duikers is enige kennis van het werken
met springstoffen. „We hebben daar met
WERK EN WORSTELEN (vervolg),
een heleboel mensen een cursus voor ge
volgd. Daardoor hebben we hier aardig wat
springmeesters rondlopen. Dat moet ook
wel, want als je ziet met wat voor ladingen
springstof we hier werken, dan schrik je
als leek wel even," benadrukt Mange.
Hij legt uit hoe dat op de cursus ging.
Daar werd hen geleerd met enkele onsen
springstof iets op te blazen. Ze werkten
toen zelf al met tientallen kilo's per keer.
„Onder water is dat natuurlijk allemaal
anders. Wij hebben enorme ontploffingen
nodig om ons doel te bereiken."
Hoewel er wel eens klachten zijn geweest
over trillingen bij de oeverbewoners, merk
je erg weinig van zo'n ontploffing. Alleen
de meeuwen weten precies wat voor voor
deel ze erbij kunnen behalen. Op het mo
ment van de explosie sterft alle vis in de
omtrek meteen door de enorme druk. Je
kunt dan ook nooit zien wat de ontploffing
op het wateroppervlak teweeg brengt, omdat
het helemaal zwart, of liever gezegd: wit,
ziet van de kopmeeuwen.
Ook die vogels hebben hun eigen wrak
ken, al betekent het voor hen alleen maar
een dagelijks feestmaal. Zo werken er op
één objekt eigenlijk twee opruimingsdien
sten.
Werk.
De natuur past zich gemakkelijk aan
aan de mens. Op dezelfde manier gebeurt
dat andersom. Als de elementen zich van
hun meest bedreigende kant laten zien,
met storm, regen en onweer, slapen de
mannen van Van den Akker onrustig. Ze
werken bij een continu-bedrijf en op de
Schelde kan van alles gebeuren. Ze kunnen
er dan niet snel genoeg bij zijn, want er
zijn meer kapers op de kust. Bij spoedge
vallen geldt: Wie het eerst komt, wie het
eerst maalt. Een catastrofe betekent werk
en werk is in deze tijd schaars.
De verhalen van vroeger, dat een berger
alles mocht houden wat hij naar boven
haalde, gaan niet meer op. Een gezonken
schip behoort gewoon aan de eigenaar of
aan de verzekering die voor de kosten
opdraait. Voor schroot en schepen hoeft
Van den Akker dus niet in het geweer te
komen. Het gaat alleen om werk.
Volgens Wout Mange is het bergingsbe
drijf niet zo conjunctuur-gevoelig. „Wij lo
pen altijd een beetje op de economische
ontwikkelingen achter en echt grote klap
pen hebben we nog niet gehad. Daarom
blijft het aantal werknemers nogal stabiel
rond de zestig hangen. Gelukkig maar,
want je ontslaat niet graag iemand. We
hebben allemaal mensen, die direkt met
het werk verbonden zijn. Ze houden er van,
het zijn bergers in hart en nieren. Over
wegend Zeeuwen," legt Mange uit.
Je kunt je niet aan de indruk onttrekken,
dat het worstelen de Zeeuwen in het bloed
zit. Ze maken de afbeelding en de spreuk
op het provinciale wapen met de meest
vernuftige technische hulpmiddelen waar.
Toch zijn het niet die middelen, maar de
mentaliteit die hun werk doorgang doen
vinden. Het verwoordt hun werklust, het
motto van hun motivatie en hun strijdkreet:
„Luctor et Emergo"!!
8