Zeeuwse oesterkwekers zoeken naarstig
naar overlevingskansen van bedrijven
Toch Grevelingen-oesters naar Oosterschelde?
Duiker gaat overboord van bergingsvaartuig om springstof aan te brengen in het wrak
van de „Songa Zuid".
Tekst: Cor van Heugten.
De Zeeuwse oesterkwekers hebben plan
nen om de komende maanden enkele mil
joenen oesters uit de Grevelingen voor
gezamenlijke rekening en risico naar de
Oosterschelde over te brengen. De opzet
en uitwerking van deze unieke coöperatieve
operatie hangt af van het fiat van de
Directie Visserijen. In de loop van mei zal
het Rijksinstituut voor Visserij-onderzoek
adviseren aan de minister van landbouw
en visserij over de mogelijke voortzetting
van de oesterkweek op de besmette Oos
terschelde.
Op dit ogenblik is de uitzet van import
oesters en Zeeuwse platte oesters op de
banken van Yerseke, verboden. Eerst moeten
de resterende zieke import-oesters van
Franse, Engelse en Griekse herkomst, die
goeddeels met de Franse parasiet micro-
cel-x besmet zijn, worden opgeruimd.
Tot 1 april hadden de oesterkwekers de
kans alle oesters, die nog op de besmette
banken liggen, weg te vissen en op te
ruimen. Op dat ogenblik moeten de kweek-
percelen met uitzondering van enkele proef-
percelen, zijn schoongemaakt. De opzet is
natuurlijk elke uitbreiding van de besmet
ting van de parasiet een halt toe te roepen.
Van de 5 miljoen import-oesters op de
Oosterschelde zijn het afgelopen jaar zeker
3 miljoen stuks door de parasiet aangetast
en afgestorven. De sterfte varieert van 50
tot 80 procent.
Nog steeds is niet bekend, hoe de para
siet (dus de besmetting) wordt overge
bracht. Ze infecteren elkaar niet. Er moet
een „tussen-gastheer" of ander zeedier of
organisme ziin, dat de besmetting over
brengt of de parasiet naar gezonde percelen
transporteert.
De wetenschappelijke onderzoekers heb
ben de parasiet inmiddels de wetenschap
pelijke naam „Bonomia Ostrea" gegeven.
Onder deze naam komt „Mister X" dus in
de lijst van gevreesde oestervijanden te
staan, waarin de laatste tientallen jaren
de onvergetelijke bioloog prof. dr. Korringa
zo'n grote rol speelde. Zijn werk is over
genomen door een nieuwe generatie biolo
gen, die nu voor grote problemen staat.
Specialisten als dr. Van Banning en dr.
Dijkema (in Yerseke) moeten nu met de
Franse onderzoekers dit probleem van de
nieuwe Franse parasiet aanpakken. De hele
toekomst van de vaderlandse oesterkweek
staat op het spel.
Flet is dus nog zeer de vraag, of er in
een niet-besmet gedeelte van de Ooster
schelde dit jaar al uitzet voor de kweek
van de Zeeuwse oesters kan plaats vinden,
die in de ziektevrije Grevelingen met mil
joenen voor het oprapen liggen. De beleids
beslissing is in hoge mate afhankelijk van
de uitslagen van de proefpercelen, die het
RIVO (ook naast perceel 333) in de Ooster
schelde maakt.
Overigens zullen de oesterkwekers in de
eigen bassins in Yerseke de handel in oes
ters kunnen voortzetten. Er zullen onge
twijfeld Grevelingen-oesters van het oude
Zeeuwse ras in deze voorraad-bassins voor
de handel worden opgeslagen. Er kunnen
ook import-oesters in deze handelsbassins
worden gezet. Zeker als blijkt, dat ziekte-
kiemvrije import-oesters, o.a. uit Engeland,
worden gebruikt.
Grevelingen.
Er spelen ook grote problemen rond de
Grevelingen. De oesterkwekers hopen en
kele miljoenen oesters van de Grevelingen
te mogen vissen. Er is een compromis met
de palingvissers in studie. De Directie Vis
serijen zal waarschijnlijk de oesterkwekers
de bodemcultuur op de Grevelingen geven
en de palingvissers de hangcultuur op col
lecteurs (als bijverdienste) om oesterbroed
te verkopen aan de Zeeuwse oesterkwekers.
Deskundigen menen, dat eerst de oesters
moeten worden opgevist voor men de grote
mosselen van de Grevelingen gaat opvissen.
Minstens de helft van de 35 miljoen kilo
mosselen moet van de Grevelingen af, om
deze cultuur weer tot voldoende zaadval
te brengen. Ook de sportvissers-organisaties
zijn bij deze onderhandelingen, vanwege hun
aloude visrechten op dit cultuur-water, be
trokken.
Een aktuele vraag is of de sportvissers
niet tot een grootscheepse uitbreiding van
de hengelmogelijkheden aan paling, platvis
en forel op het Veerse Meer kunnen komen,
nu veel paairijpe vis uit de Grevelingen
via de sluizen kan wegtrekken.
Het is vele hengelaars een raadsel; waar
om niet veel grotere hoeveelheden glasaal
op het afgesloten Veerse Meer worden uit
gezet om de fuikenvissers en hengelaars
meer mogelijkheden te geven. Er zit zoveel
voedsel op het Veerse Meer, dat het een
nationale palingmesterij zou kunnen worden.
9