Een schets van een Japans ontwerp van een schip met zogenaamde alternatieve zeil-
voortstuwing. Een soortgelijk schip is inmiddels in de vaart.
bureau „Marine Design" ontwerpt tot
dusver uitsluitend voor buitenlandse reke
ning allerlei soorten gespecialiseerde
schepen. Vracht-catamarans, patrouilleboten,
off-shore bevoorradingsschepen en jachten.
Jan van Doorn genoot zijn opleiding in
Engeland, aan de universiteit van Southamp
ton volgde hij de opleiding „small-craft,
yacht and boat-design". Wellicht dat hier
de kiem is gelegd voor zijn belangstelling
voor het alternatieve zeilschip. Met Naere-
bout volgt hij de ontwikkelingen in het
buitenland op de voet en constateert hij met
spijt, dat het met de vaderlandse initiatieven
maar povertjes is gesteld.
Een reden voor hem, om in navolging
van Frans Naerebout, eens te proberen zelf
wat op gang te brengen. Zijn eerste bijdrage
het ontwerp voor een hypermodern vissers
schip met twee zeilen als hoofdvoortstuwing
en een dieselmotor als hulpvermogen. Een
schip, dat volgens de berekeningen van ont
werper Van Doorn, per uur tientallen gul
dens goedkoper is in de exploitatie, dan
de huidige schepen.
Het ontwerp is dat voor een 55-tons hek
trawler, 24,50 meter lang, 7 meter breed,
diepgang 3,50 meter. Als snelheid is van
12 knopen uitgegaan. Van Doorn heeft zijn
ontwerp twee zeilen gegeven met een totaal
oppervlak van 182 m2 en een 200 pk diesel
motor. De zeilen zijn vanaf de brug hy
draulisch te bedienen. Het gaat hier om
een ontwerp, zo stelt Van Doorn, dat nog
niet is uitgetest. Dat zou in dit stadium
een beetje te kostbaar zijn. Maar als er
een gegadigde mocht zijn, die dat wil laten
doen
Wel beproefd is het tuigage van Van
Doom's hektrawler. Hij maakte gebruik
van het Gallant-tuigage. Een soort vleugel
proefversie van het Chinese jonktuig en
ontworpen door het Engelse bedrijf Aero-
systems. Een tuigage, dat wordt toegepast
on grote jachten en bij proeven in Engeland
zijn grote bruikbaarheid heeft bewezen. Bij
koersen tussen 30 en 130 graden, zo ver
klaart Van Doorn, reageert het Gallant-zeil
als een vliegtuigvleugel. De reduktie van
de luchtdruk aan lij-zijde van het zeil ver
oorzaakt de voorwaartse beweging. Bij het
jonkzeil zit de mast aan lij- of loef-zijde
van het zeil. Zit de mast aan lij-zijde, dan
gaat de wind om de mast heen en vormt
een S-vorm. Deze vorm neemt ook het zeil
aan. Men vangt dit op door stijvere zeil-
latten te nemen, wat weer als nadeel heeft,
dat bij licht weer het zeil te vlak staat.
Bij het Gallant-tuig zijn deze problemen
opgelost door de mast tussen de zeilen te
plaatsen. De zeillatten hebben de vorm
van een aerofoil, waardoor ze niet in een
andere vorm kunnen gaan staan. De zeil
latten worden onderling uit elkaar gehouden
door dwarsstukken. Door deze te vergroten
of te verkleinen door een hydraulisch sys
teem of door een wormwiel, kan het zeil
vlakker of boller worden gemaakt.
Het aantal lijnen is minimaal: 2 vallen
en 2 schoten die zoals gezegd vanaf de brug
hydraulisch kunnen worden bediend. Het
reven is een simpele zaak. Door het eigen
gewicht zakt het zeil uit de 15 meter lange
mast omlaag naar de 7 meter lange giek.
Elke zeillat kan als reefrif worden gebruikt.
De bouwkosten van zijn ontwerp berekent
Van Doorn iets hoger dan dat van een
conventioneel schip. Maar in de exploitatie
zal dat zeer snel zijn terugverdiend. Via
een meterslange rekensom toont hij aan, dat
een uur varen met „zijn" trawler (zeilend
en met de 200 pk hulpmotor constant bij)
minstens 45,— minder kost dan een uur
varen met alleen een 750 pk motor bij. Als
uitsluitend de zeilen worden gebruikt (dus
met uitschakeling van de 200 pk hulpmotor),
dan bedraagt het voordeel zelfs meer dan
60 gulden.
Zo ziet het ontwerp van Jan van Doom's hektrawler er uit: twee Gallant-zeilen.
15