„Luctor et Fermento" Of de strijd
van een gilde voor Zeeuwse wijnen
Grote Wijnmakerswedstrijd in Goes
Tekst: Ineke Vervorst - van Loon.
Foto's: Johan Berrevoets, Zierikzee.
Aantrekkelijke vloeistof in fraai geëtiketteerde flessen: van goudachtig geel
tot diepdonker-rood. Geheimzinnig geborrel. Houten en plastiek vaten, buisjes,
weegschaaltjes en een ingenieuze vruchtenpers. En achter in de tuin een be
tonnen koker: onder een simpel houten deksel rekken vol met honderden en
honderden flessen wijn. Resultaat van tien jaar persen, mengen, bottelen en
veel geduld.
Kortom: het fascinerende domein van Jan van Schaik, één der eerste Zeeuwse
amateurwijnmakers en één van de oprichters van het Zeeuws Amateur Wijn-
makersgilde: „Luctor et Fermento". In gewoon Nederlands met een knipoog naar
de Zeeuwse wapenspreuk: „Ik worstel en blijf gisten."
Het is inderdaad blijven gisten in dat
Zeeuwse gilde. Op 19 september zal dat
voor het publiek zichtbaar zijn, wanneer
in „De Prins van Oranje" in Goes de jaar
lijkse wedstrijd wordt gehouden van de
Belgisch-Nederlandse „Federatie van Ama
teur Wijnmakers en Bierbrouwers Gilden."
Een wedstrijd op internationaal niveau,
waaraan niet alleen Belgische en Neder
landse Gilden zullen meedoen, maar ook
veel Engelsen, voorlopers op het gebied van
het zelf wijn maken.
Federatie- en Zeeuws Gilde-sekretaris Jan
van Schaik verwacht duizend inzendingen
en dat is erg veel, waar tot nu toe de jury
zich jaarlijks over het toch al respectabele
aantal van ten hoogste driehonderd flessen
moest beraden.
Oorsprong.
Jan van Schaik woont in Vlissingen. In
het dagelijks leven is hij leraar Engels aan
de christelijke mavo, waar hij onder meer
ook biologielessen geeft. Dat komt dan weer
dichter bij het verschijnsel, dat hij op zon
nige en minder zonnige dagen te vinden is
in zijn tuin, even buiten het centrum van
Ritthem. Waar hij vruchten, groente en
voor de gewone volkstuinder onverklaar
baar ook vele onkruiden koestert.
Zijn vrije tijd werd echter ook besteed
aan het vertalen van twee Engelse boeken,
het schrijven van een brochure over wijn
maken en zeer binnenkort verschijnt bij
Uitgeverij Luitingh BV „Het Groot Zelf
Wijnmakersboek" van zijn hand. Z'n kennis
draagt hij ook over via „De amateur Wijn
maker en Bierbrouwer". Het huisorgaan van
de al eerder genoemde federatie, waarvan
hij medewerker is.
Heel wat mensen in onze provincie ken
nen deze joviale Zeeuw, die het „savoir
vivre" met zijn twinkelende ogen en enthou
siaste verhalen verraadt, van tal van le
zingen voor allerlei organisaties en groepen.
Daar gaat hij dan heen met kratten vol
cider in Grolsch-flesjes, wijnen van eigen
hand, aparatuur en een grote dosis geest
drift.
Al die aktiviteiten vinden hun oorsprong
in de tien jaar geleden toevallig geboren
hobbij: zelf wijn maken van wat z'n hand
maar vindt en zijn hoofd hem ingeeft.
Paardebloemen.
Ja, hoe gaat dat. Begrijpelijkerwijze onder
houdt een leraar Engels bij voorkeur kon
takten met het Britse rijk en daarbij horen
vrienden van die nationaliteit. Nu is En
geland, zonder noemenswaardige wijntradi
tie, juist een land waar heel wat mensen
in hun vrije tijd niet alleen liefhebberen
in het brouwen van allerlei soorten bier,
maar ook heel wat energie steken in het
maken van wijnen van de uiteenlopendste
grondstoffen. Van paardebloemen bijvoor
beeld. Dat hoorde Jan van Schaik en zijn
verbazing groeide naar nieuwsgierigheid. En
die laatste werd bevredigd door het boek
„Make your own wdne" van W. Sherrard-
Smith.
Hij las het zevenmaal en na dit magische
getal begon hij aan zijn eerste wijn. Niet
van paardebloemen, maar van vlierbessen,
tot gisting gebracht met doodgewone bak-
kersgist. Nu is alle begin moeilijk en vooral
in het wijnmaken spreekt ervaring een
behoorlijk woordje mee. Hij kan er nu nog
om lachen, maar toen was het voor hem
volkomen onbegrijpelijk, dat het gistings-
En in de tuinhet volmaakte mangat".
5