Kaartfragment Christ. Sgrooten, plm. 1570. staande recht toe aan de betreffende am bachtsheren. De gronden die in het water los van de oevers ontstonden, noemde men opwassen. Ze kwamen toe aan de eigenaar van het water en dat was in de meeste gevallen de graaf. Ingevolge een grafelijk besluit werden de gezamenlijke ambachts heren van 's Heer Arendskerke gemachtigd de opwassen in Het Zwake te bedijken. De eerste offensieve bedijkingen kwamen er nog in de 13e eeuw tot stand. Van die eerste bedijkingen is het mereendeel nader hand weer verdronken. Naarmate inzicht en ervaring in de dijkaanleg groeiden, nam de landwinst echter toe. Zo was in 1331 in het gebied van de heren van 's Heer Arendskerke al een oppervlakte van ongeveer 1200 gemeten land gewonnen. In de daarna volgende jaren volgden de in polderingen elkaar in steeds sneller tempo op. Zodoende zag het westelijk deel van Zuid-Beveland er kort voor het rampzalige jaar 1530 al duidelijk anders uit dan drie eeuwen daarvoor. Hetgeen moge blijken uit het hierbij afgedrukte schetskaartje. Van geven en nemen. Naarmate meer rijpe schorren in het Zwake werden bedijkt, ontstond als het ware weer vanzelf de bedreiging door het water van datgene dat door mensen handen tot stand was gebracht. In een oor konde van Albrecht van Beieren, gedateerd 17 maart 1377, is sprake van stormvloed- schade, die drie jaar eerder was ontstaan. Onenigheid over het dijkherstel had tot gevolg dat het land in het westeinde van Borsele drie jaar lang „verloren gheweest heeft." De hertog vond het toen blijkbaar welletjes en gaf opdracht om „de dijkage gemeen te maken." Dat betekende dat de daar gelegen parochies dienden bij te dra gen in de kosten van het dijkherstel. Ook Reijgersbergh maakt in zijn kroniek gewag van stormschade in het land van Borsele, zowel in 1334 als in 1352. Op 16 november 1377 zouden er eveneens over stromingen zijn geweest, waardoor schade ontstond in de plaatsen Bakendorp, Baar land en Oudelande. Voorts werden in het Zwake stormschade en landverlies gemeld in de jaren 1404, 1409, 1421, 1467, 1477, 1483, 1488 en 1497. En de aanvallen van het water bleven doorgaan. Zo was er in 1501 sprake van landverlies bij Baarland en Stuivezand en zouden er in 1509 overstromingen zijn geweest aan de zuidwestkust van Borsele. Het waren trouwens niet alleen stormvloe den die landverliezen veroorzaakten. Naar mate de Honte of Westerschelde in ver mogen toenam, werden vooral het Stuive zand en de oostkust van Borsele zwaar door de stroom aangevallen, waardoor eveneens landverliezen werden veroorzaakt. 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1981 | | pagina 11