Lemsteraak en Bol
Goed rond:
Tekst: J. Q. C. C. Becht. Tekeningen: van de schrijver.
Op een mooie nazomerdag, eind augustus, lag ze daar, in het passanten
hoekje bij de Spijkerbrug in Middelburg: een grandioze Lemsteraak, glanzend
witte romp, mast en ander houtwerk goed in de lak, teakdekken geschuurd,
de zeilen model opgedoekt. Op het roer een uit hout gesneden beeld van een
beer, aan de fraai gebogen vlaggestok de nationale driekleur loom uitwaai
end. Een lust voor het oog, een schip!
Ze waren er weer volop in Zeeland, deze
zomer, de rond- en platbodemjachten. Niet
verwonderlijk, de meeste rond- en plat
bodemjachten komen het beste tot hun
recht op ruim water. Angst voor aan de
grond lopen, hoeven de schippers van de
traditionele jachten niet te hebben, de
diepgang van de schepen is gering De vlakke
of ronde bodem zonder diepstekende kiel
zorgt bovendien voor een stabiele, rechte
of in ieder geval niet al te schuine ligging
bij droogvallen in een getijdewater.
En waar komen onze oude scheepstypen
beter tot hun recht dan in pittoreske ha
vens als Zierikzee, Tholen, Veere, Goes of
Middelburg?
Lemsteraak.
Zo'n oogstrelende Lemsteraak, met zijn
ronde, vloeiende vormen is een schip met
allure. Koninklijke allure zou men niet
ten onrechte kunnen zeggen. Koningin Bea
trix mocht voor haar achttiende verjaardag
een verjaarscadeau uitkiezen van „Varend
Nederland". De keuze viel op een traditio
neel zeilschip, een Lemsteraak, de „Groene
Draeck".
Als sciieepstype is de Lemsteraak vrij
jong. Pas tegen het einde van de vorige
eeuw is het type ontstaan. De visserij op
ansjovis en haring nam zo'n grote vlucht,
dat de vissers uit Lemmer behoefte kregen
aan een schip, dat aangepast was aan deze
visserij.
De Lemsteraak dankt zijn naam aan de
plaats waar het schip zich tot zijn huidige
vorm ontwikkelde, op de werf van de Ge
broeders De Boer te Lemmer. De eerste aak
werd er omstreeks 1875 gebouwd; het schip
was van hout en ongeveer 11 meter lang.
De naam De Boer is nog steeds een naam,
die door scheepsliefhebbers vereenzelvigd
wordt met Lemsteraken. Op de werf van
De Boer zijn er in de loop der tijd zo'n
250 ontworpen en gebouwd. Het prinsesse-
jacht (inmiddels koninginnejacht) de
„Groene Draeck" werd ontworpen door A.
de Boer, een telg van het bekende geslacht
Lemsteraakontwerpers- en bouwers uit Lem
mer (of „de Lemmer", zoals de Friezen zelf
zeggen).
Het is niet zo, dat de Lemsteraak vol
komen „uit het niet" werd ontworpen op
de tekentafel van de werf. Schepen voor
ruim water, zoals de Lemsteraak, zijn dik
wijls ontstaan naar het voorbeeld van klei
nere, eenvoudiger schepen. Van de Lemster
aak neemt men aan, dat het schip zich
heeft ontwikkeld uit een „visaak", een
scheepje voor de visserij op de Friese bin
nenwateren. Om te voldoen op het ruige
water van Zuiderzee en Wadden werden
afmetingen en vormen aangepast aan de
eisen, die zulk water aan een schip stelt.
In Friesland is de naam „aak" veelal
verbonden met de visserij. In de zeventiende
eeuw sprak men bijvoorbeeld van „aac-
luiden", lieden die vis vervoerden naar de
„overwal", de Hollandse wal, waar voor de
vis betere prijzen werden betaald dan aan
de Friese kust zelf. De naam Lemsteraak
is eigenlijk een beetje misleidend. De naam
„aak" suggereert, dat het scheepstype be
hoort tot de categorie vaartuigen, welke
naar bouwwijze als aak worden aangemerkt,
namelijk de schepen waarbij de „kielgang"
de eerste planken of platen van de
bodem naast de kiel in de lengte wordt
opgebogen en in voor- en achtersteven over
gaat. Tot de aken in bovengenoemde zin
behoren onder meer de Vlet, Zalmschouw,
IJsselaak (een échte aak), Zeeuwse Schouw
en Hollandse Boot. Zie voor een beschrij
ving van laatstgenoemde twee scheepstypen
de nummers 54 en 68 van „Zeeland Maga
zine" van resp. 1977 en 1980.
Opmerkelijk is, dat de Lemsteraak veelal
niet als zeif-vissend vaartuig werd gebruikt,
maar als „moederschip" voor de haring-
vletten, van waaruit het vissen plaats vond
met behulp van het zogenaamde staande
net. Vanuit de gemakkelijk te manoevreren
vletten werden de netten uitgezet en later
weer binnengehaald.
Was de eerste Lemsteraak 36 voet lang
(ongeveer 11 meter), de lengte van volgende
aken groeide geleidelijk uit tot 38, 40 en
42 voet (bijna 13 meter). In 1902 ging
de werf De Boer over op ijzerbouw; de
werf bleef echter Lemsteraken in hout bou
wen tot 1913. De ijzeren later stalen
Lemsteraken namen in grootte toe: 45, 47,
50 voet. Met de 50 voet was de grens voor
de visserschepen bereikt. Met een kleine
bemanning moest gevaren en gevist kunnen
worden, wat grenzen aan de grootte van
het schip stelde. Het was overigens niet
de befaamde werf De Boer in Lemmer, waar
voor het eerst Lemsteraken in ijzer werden
gebouwd. In 1898 werd voor rekening van
de visser Siemen Spaans uit Lemmer een
ijzeren Lemsteraak gebouwd door de werf
Crole in Ijlst.
Het is al terloops gezegd: de Lemsteraak
is goed rond, heeft fraaie lijnen. Maar hoe
Vlaggestok.
met knop
Achterbolder
Opbouw Klampenl
Knecht met
L korvl] nagel
^^^^Jkan nagel) I
SchIJnllcht
.Mastschlld
Schootoyerloopfok
Dekglas
Scepter.-
Hennebalk.
Kluisgat
iKlulverboombeugel \Voorstag
I Botteloef met opsteker
.Strijktalie
Kluiverboom
iBoegstagen
Kop van het roer
Roerversiering
Helmstok met handgreep en knop
|Schootoverloopgrootzell
Kuip, of'Bollestal'
Persennlngs (naden van de dekdelen)
Uitwip (mastlulk)
Beretand
Klulsbord
Zwaardtalie
Zwaard.
Zwaardhijspunt
Mast- In mastkoker
Masthout
Roer
Achterhuisje
Berghout
Roerhak
Huid
BoeiseL
Slemphout
Stevenbeslag
Waterstagen
Voorsteven
Waterlijn
Loef bij ter
Schlldptd (lelrol)i
Strijkklampl
Zwaardkop met bout In ster
Zwaard stootklos
Toppenend
Ullh^lerrinj\, k|ujyerboom
Berghout stulzen
Voorbolder
Benaming voor onderdelen van een rond jacht.
17