PROVINCIALE STOOMBOOTDIENSTEN
IN ZEELAND - Westerschelde
Historie.
De oudst bewaarde oorkonden betreffen
de het veer van Vlissingen op Vlaanderen
dateren vanaf 8 januari 1311. In volgende
soortgelijke stukken wordt meestal gespro
ken van het veer van Vlissingen op Sluis,
waarbij van de noordelijke arm van het
Zwin gebruik werd gemaakt. Al deze oor
konden gingen uit van de Graaf. Van ouds
her was het veer dus grafelijk domein dat
verpacht werd.
Van een geregelde veerdienst schijnt in
de oude tijd geen sprake te zijn, eerst in
1712 komt men in de door de regeringen
van Vlissingen en Sluis opgestelde ordon
nantie de term „vaste beurt" tegen, terwijl
er in 1775 sprake is van een Reglement
op het veer van Vlissingen naar Breskens.
Naarmate de financiële resultaten van de
door particulieren geëxploiteerde diensten,
ondanks de voor die tijd hoge passagiers-
gelden (omstreeks 1820 bijv. 1,50 per per
soon in de kajuit), steeds minder roos
kleurig werden, nam de bemoeienis van
de overheid toe, gepaard gaande met sub
sidies. Zo werd bij Koninklijk Besluit van
27 mei 1826 aan de Gedeputeerde Staten
van Zeeland machtiging verleend tot het
daarstellen van een stoombootveer tussen
Vlissingen en Breskens.
Cp 22 mei 1828 werd een 2x-daagse
dienst geopend met de raderboot „De Schel
de", evenwel nog een particuliere exploi
tatie. De bezwaren en moeilijkheden hier
aan verbonden, waren van dien aard dat
bij Besluit der Staten van 1 maart 1866
m.i.v. 1 april 1866 de dienst op de Wester
schelde onder beheer en toezicht van Gede
puteerde Staten van Zeeland werd gesteld.
De veerdienst was een zuiver provinciaal
bedrijf geworden, waarbij Neuzen, Hoede-
kenskerke en Walsoorden, en later nog
Borssele en Hansweert, in deze dienst vanuit
Vlissingen werden opgenomen.
In de loop der tijden werden ook andere
veerdiensten op de Westerschelde ingesteld
Houten stoomraderboot „De Schelde", in 1828 gebouwd en ingezet tussen Vlissingen
Breskens en VlissingenTerneuzen. (Schets/tekening G. J. Frans Naerebout).
en ook deels opgeheven. Zij maakten een
soortgelijke ontwikkeling door en de belang
rijkste ervan werden tenslotte bij het pro
vinciale bedrijf ondergebracht. Zoals in 1905
de dienst WalsoordenHansweert, het te
genwoordige KruiningenPerkpolder.
In 1913 werd besloten de lijn Neuzen
Hansweert te openen, met als tussenstation
Hoedekenskerke. Waaruit de dienst Ter-
neuzen— Hoedekenskerke is gegroeid, die
inmiddels op 3 januari 1972 weer werd
opgeheven.
Schepen.
In de oudste tijden werden de diensten
onderhouden met steigerschuiten, zeilsloe-
pen en -schepen. In 1828 deed de eerste
houten raderboot haar intrede. Lengte 21,40
m, breedte 6,10 m, voorzien van een dubbele
stoommachine van elk 22 pk, kostprijs
48.000,
Na de overname door de provincie in
1866 onderscheidt men allereerst de rader
periode. Aanvankelijk nog in houten con
structie zoals de „Westerschelde" (1867)
en de „Zeeuwsch Vlaanderen" (1870), maar
in 1872 kwam de eerste ijzeren raderboot
„Zeelandia" in de vaart. Lengte van al deze
schepen bedroeg ongeveer 31 meter, breedte
5 meter en snelheid 7,5 mijl. Ook in die
dagen schreed de tijd voort en met hem
de eisen, want het bestek van het eerst-
wmw«w% T~
,sJ3*
27