Van een „cultureel oproer" en een
aanwinst voor „de Zeeuwse taele"
Tekst: Joris van Hoedekenskerke.
Onder de talrijke gebeurtenissen die ons Zeeuwse wereldje de afgelopen
maanden „beroerden" zijn er ons twee extra opgevallen. Twee zaken, beide op
„cultureel gebied"; een prettige, en een minder plezante. Een nieuwe uitgave in
„de Zeeuwse taele" en een manifestatie van „culturele" en politieke kinder
achtigheid. Twee dingen dus waar we het nog even over wilden hebben.
Om maar bij het laatste te beginnen. Midden december '81 kwam een Zuid-
Afrikaans jongerenkoor naar Goes, om daar in „De Prins van Oranje" een
programma van voornamelijk volksliedjes en Kerstliederen te zingen. „Die
Goeie Hoop" was de naam van het koortje. Helaas bleek er weinig hoop op
een rustige ontvangst.
De Wereldwinkel in Goes en het gewest
Zeeland van de Partij van de Arbeid bene
vens een aantal andere groepen en groepjes
deden al het mogelijke om het gemeente
bestuur van Goes er toe te bewegen dit
concert te verbieden. Het college van b.
en w. zag daartoe geen enkele aanleiding.
Het concert ging dan ook door. Maar leden
van bovengenoemde groeperingen togen naar
„De Prins" met het doel in naam van de
Anti-Apartheid het optreden van het kinder
koortje te verstoren. Op verzoek van de
exploitant werden de demonstranten door
de politie de zaal uitgezet.
Geen zinnig mens is het eens met de
apartheidspolitiek in Zuid-Afrika, al zal over
de benadering en bestrijding ervan ver
schillend worden gedacht. Maar als men
denkt ook maar één zwarte bewoner van
Zuid-Afrika te helpen door het verbieden
van het zingen van „Sarie Marais" en „Stille
Nacht", dan lijdt men toch wel aan een
ziekelijk fanatisme!
Wij houden niet van lieden die anderen
willen opleggen wat ze mogen beluisteren
en bekijken, wat er mag worden gelezen.
In een democratie „mag alles" wat niet in
strijd is met de openbare orde en de goede
zeden. Alleen mensen, die autoritair den
ken, willen anderen voorschrijven welke mu
ziek en zang ze mogen beluisteren, welk
toneel ze mogen zien, welke boeken er
deugen. Wie kinderkoortjes met Kerstversjes
onder het hoofdstuk „apartheidscultuur" wil
boeken en het zwijgen wil opleggen gaat
wel erg ver, te ver terug richting 1933!
Wie vergaderingen en concerten gaat ver
storen begeeft zich in bedenkelijk gezel
schap. De voorloper van de hedendaagse
PvdA, de SDAP, leende zich niet voor dit
soort kwalijke zaken. Die SDAP-ers demon
streerden wel, maar voor nuttige dingen als
volkswoningbouw en ouderdomspensioen. Ze
demonstreerden ordelijk en gedisciplineerd.
Het verstoren van bijeenkomsten lieten ze
over aan de bestrijders van de democratie.
De nazi's hebben op dit gebied een „re
putatie" verworven.
Die PvdA-ers, PSP-ers, Wereldwinkelaars
en anderen, die het concert van het Zuid-
Afrikaanse jeugdkoortje trachtten te ver
storen, staan wel ver af van hun voor
oorlogse progressieve geestverwanten. Die
weigerden principieel hun idealen aan an
deren op te dringen door middel van orde
verstoringen en zaalgeweld; zaken, waar we
in Zeeland niet op gesteld zijn. Maar hoe
Zeeuws waren deze „demonstranten", die
door hun belachelijk optreden ook nog eens
het kostbare recht van demonstratie verder
lieten devalueren?
Reinaerd.
Een heel wat prettiger onderwerp is het
verschijnen van de oude sage van de Vos
Reinaard in het Zeeuws. In de verstreken
decembermaand verblijdde de Middelburger
van Zuid-Bevelandse afkomst Jan Kousema
ker ons met een kostelijk boekje „Den Vos
Reinaerd, uut den Middeleeuwsen tekst be-
riemd verzeeuwst."
We hebben meer „vertaalwerk" van Kou
semaker gelezen, evenals origineel werk.
„Den Vos" behoort naar onze mening tot
het beste, tot het meest „Zeeuwse" in het
oeuvre van Kousemaker.
Het oude verhaal van de slimme vos
het is door Kousemaker „op'edroge an de
stad Ulst" (onze eigen Zeeuwse Reinaard-
stad) is door hem op rijm gezet in de
Zeeuwse spreektaal. Kousemaker heeft het
Zuid-Bevelandse dialekt als basis genomen.
Maar, zegt hij zelf in het voorwoord, in
onze gewesttaai zit ondanks alle verschei
denheid „toch een zekere eenheid, tot in
Goeree en Overflakkee toe."
Wij zouden daar graag aan willen toe
voegen: tot in West-Vlaanderen, ja, zelfs
tot in Frans-Vlaanderen toe. Want de „reik
wijdte" van wat wij „Zeeuws" noemen is
groter dan we wel denken. De streektalen
van de Nederlanden en de aangrenzende
gebieden vertonen vaak naast grote ver
schillen grote overeenkomsten. Daar
waar men elkaar in de officiële landstalen
niet, of maar moeilijk begrijpt, blijkt het
dialect-van-over-de-grens wel verstaanbaar.
Zo lieten we eenvoudige dorpsbewoners van
Zuid-Beveland luisteren naar een grammo
foonplaat met gesproken woord in het West-
faalse „plattdiiüts". Deze mensen waren het
Hoogduits niet machtig, maar verstonden
van de platduitse tekst het wezenlijke, al
hadden ze met een enkele uitdrukking wat
moeite.
Maar terug naar Kousemaker en „Den
Vos". Hij heeft de Zeeuwse streektaal-lite
ratuur in het bijzonder, en de Nederlandse
dialect-literatuur in het algemeen verrijkt
met een heerlijk werkje. Kousemaker hoort
thuis in het rijtje van schrijvers als de Fries
Rink van der Velde, de Groningers Jan Boer,
de „Plattdiiütser" Rudolf Kinau, om maar
eens enkelen van de zeer goeden uit de
streektaal-literatuur te noemen.
Een stukje uit één van de fraaiste ge
deelten uit „Den Vos Reinaerd" willen we u
niet onthouden: het moment waarop de
hoenders een slachtoffer van Reintjes'
moordzucht gaan begraven:
D'r komt 'n liekstasie.
In de varte, langs den diek
kwaeme 'n kro 'oenders mie een liek.
Ze droege 't op een baere,
voorop liep d'Aene Kanteklaere.
Dat dooie 'oen, dat 'eetten Koppe,
doodgebete'deur Reinaerd bie d'r kroppe
Na de verdere beschrijving van de lijk
stoet, op weg naar koning Nobel om Rei
naard aan te klagen, volgt de aanklacht
van Kanteklaer:
Kanteklaer stelde z'n eigen voe 't 'Of
en zei: „Majesteit, ik vraege verlof.
O Konienk, ik smeke bie God,
'eit asjeblief kompassie mie oons en
oons lot.
't Verdriet deur Reinaerd an'edaëe,
Mien en m'n guus, die'ierzö staëe.
Het is inderdaad een goede raad van Kou
semaker aan z'n lezers om de tekst half-luid
voor te lezen. De kleur van het dialect
komt zo meer tot z'n recht dan bij „zwij
gend lezen". Kousemaker erkent in zijn
voorwoord dat de spelling een probleem is,
omdat er van het Zeeuws (nog?) geen
standaard-spelling bestaat. De niet-Zeeuw
zal misschien wat in de knoop komen met
de uitspraak van de dubbelklanken. Hij of
zij, die het Zeeuwse taaleigen kent, zal
snel het verschil in uitspraak door hebben
van bijvoorbeeld de o's in woorden als
„stoort" en „klooster". En de Zuid-Beve
lander weet, dat de „ae" uit „raed" en
„kwaed" in het Zuid-Bevelands (behalve
Goes) meer naar een langgerekte „i" uit
„kip" neigt, terwijl overig Zeeland-boven-
de-Westerschelde de „ae" uitspreekt als in
het Franse „maitre".
Ondanks deze spellings- en uitspraak-peri
kelen achten wij Kousemaker's versie van
„Den Vos Reinaerd" toegankelijk voor ieder
een in het Nederlandse taalgebied „die van
goede wil" is, terwijl dialectsprekers uit
andere dan Zeeuwse streken er naast veel
„vremds" ook veel eigens in zullen herken
nen. Het boekje uitgave van Den Boer,
Middelburg kost 17,50 in de boekhandel
Een prijs, die gezien de inhoud „te geef" is.
IN DF, VOETSPOREN VAN ORANJE.
Historische en toeristische notities rond de
44 titels van Koningin Beatrix.
„In de voetsporen van Oranje" is een
verzameling toeristische verhalen, die de
titulatuur van de Oranje-vorsten tot onder
werp hebben. Door huwelijk, aankoop en
vererving heeft het Huis van Oranje-Nassau
door de eeuwen heen talrijke titels ver
worven. Het zijn er honderden geweest,
waarvan er tot op de dag van vandaag,
ruim veertig worden gebruikt. Min of meer
onzichtbaar gaan die titels op in de aan
duiding „enz., enz., enz.", die bij het be
kendmaken van officiële stukken wordt
gebruikt. In dit boek wordt beschreven
hoe die titels aan het Huis van Oranje-
Nassau ten deel vielen.
Ook Koningin Beatrix hecht aan de oude
titels die al zo lang in de familie zijn en
door haar voorgangers op de troon werden
gedragen. Dit bleek ondubbelzinnig uit haar
aktiviteiten op 30 april 1981, de eerste
„Koninginnedag" van haar regeerperiode.
Die dag bezocht ze achtereenvolgens Veere
en Breda: van Veere is onze vorstin mar
kiezin, van Breda barones.
Auteur: Udo J. Buys. Prijs: 37,50. Ver
krijgbaar: Uitgeverij J. H. Gottmer, Post
bus 555, 2003 RN Haarlem, 023-257150.
11