„DE ZEEUWSE
NIET
STROMEN"
ZOMAAR EEN MOTEL
Tekst: Anneke Jeansch.
Foto's: Johan Berrevoets, Zierikzee.
Wat doet een motel (motorhotel) aan de rand van de duinen ver van de
snelweg, waar zulke etablissementen onderdak moeten bieden aan automobilisten
en hun voertuigen?
„Dat is gauw verteld," zegt Maarten Breekweg (47), algemeen direkteur van
„De Zeeuwse Stromen" in Renesse. „Toen mijn broer en ik hier in 1958 die
2 ha grond vonden en met een vakantiecentrum wilden beginnen, hadden we
nog geen papieren om een hotel te runnen. De aanduiding „motel" mocht wel
en zo is die naam er aan gegeven. Inmiddels hebben we alle vergunningen om
de kwalificatie hotel te mogen voeren, maar de term motel is nu zo inge
burgerd en indertijd is bovendien de straatnaam aan ons aangepast we zitten
aan de Motelweg. Dat alles maakt dat we niet meer willen veranderen. Vol
gende vraag!"
En dat laatste karakteriseert Breekweg.
Het is een opschieter. een dóórwerker. Hij
is niet groot, bewegelijk, praat gemakkelijk,
vlug en veel, met af en toe vaag een
vleugje Rotterdams erdoor. Maar niet alleen
zijn taal verraadt zijn afkomst. Hij heeft
kennelijk ook de energie en handelsgeest
van die stad meegekregen. Daarover straks
meer.
Het motel ligt, verstopt achter boom
groepen, op een uitgelezen plekje direkt
achter de duinen in de westhoek van Schou-
Motel, genoemd naar een beroemd zeiljacht.