De Toeristenbibliotheek
Stankoverlast
op Zeeuwse deltawateren
natuurlijk gevolg van
plankton-sterfte
Havenlicht te Vlissingen.
niet meer dan twee open vuren in de duinen
van Schouwen, welke men liet branden op
„vierboeten". In 1832 adviseert de Kamer
van Koophandel en Fabrieken te Rotterdam,
die indirekt belang had bij een veilige vaart
langs de Nederlandse kust, het Departe
ment van Marine om deze vuren te ver
vangen door een draailicht. Het vergaan
van vier schepen nabij Schouwen in de
winter van 1831/32 vormde de direkte aan
leiding voor dit verzoek.
Het duurt dan nog 5 jaar voordat de
bouw van een vuurtoren bij Haamstede kan
worden aanbesteed. Op 8 maart 1837 wordt
de bouw van de vuurtoren aanbesteed voor
Fl. 126.500,—. Nog geen week later, op
14 maart, wordt de grond voor het complex
gekocht van de eigenaresse, de huisvrouw
N. Blom, voor het toentertijd niet geringe
bedrag van Fl. 664,—.
Bij de toren waren drie dienstwoningen
ontworpen, volgens de ontwerper L. Valk:
„alleszins welingerigt en van alle die ge
riefelijkheden voorzien, welke voor perso
nen, wonende op eenen afgelegen hoek, als
die van het eiland Schouwen, nodig zijn."
Iedere woning heeft bovendien een eigen
moestuin. De beschrijving van de ontwer
per eindigt met de laconieke mededeling,
dat er in het complex van de (gemetselde,
stenen) toren en de dienstwoningen „vier
millioenen metselstenen en negentig cubieke
ellen escausijnsche hardsteen" zijn verwerkt.
Opmerkelijk is, dat zowel toren als dienst
woningen althans uiterlijk sinds de
bouw nauwelijks zijn veranderd.
Korte tijd is er sprake van geweest, dat
de toren tevens de funktie van monument
voor de bij de Belgische Opstand omge
komen marine-officier Van Speijk zou gaan
vervullen. Hoewel er ontwerpen voor een
toren met dubbelfunktie zijn gemaakt, werd
het plan in 1834 definitief afgewezen. Uit
eindelijk is de vuurtoren van Egmond, da
terend uit 1834, in de periode 18381840
omgebouwd om naast vuurtoren tevens als
monument voor Van Speijk te funktioneren.
Evenals de andere Nederlandse vuurtorens
heeft de Schouwse vuurtoren in de loop
der tijd verbeteringen van de technische
installatie ondergaan, onder meer wat be
treft de elektrifikatie. In 1935 kreeg de
47 meter hoge toren haar karakteristieke
spiraalvormige rood-witte beschildering na
de aanleg van het nabij gelegen vliegveld.
De toren moest voor de piloten opvallend
zijn om botsingen te voorkomen.
De laatste aanpassing van de Schouwse
vuurtoren vond onlangs plaats, toen de koe
pel door een nieuwe werd vervangen om
het mogelijk te maken een radarantenne op
de top te plaatsen. De afgedankte koepel
doet overigens nog dienst, nu als karakte
ristiek onderdeel van het kantoortje van
de havenmeester van de jachthaven te
Scharendijke.
Overigens hebben er op Schouwen in de
periode van 1856—1915 twee vuurtorens
gestaan. Aan de noordoostzijde van Renesse
werd in 1856 een achtkantige gietijzeren
vuurtoren gebouwd, ongeveer 16 meter hoog
In 1915 werd deze afgebroken.
Naast de grotere vuurtorens bestaat er
nog een groot aantal lichten ten behoeve
van de scheepvaart, welke lichten in de
wandeling ook „vuurtorens" worden ge
noemd. Het havenlicht van Vlissingen is
zo'n dergelijk licht, geplaatst op een monu
mentaal ijzeren geraamte. Dit geraamte al
leen al is het waard aandachtig bekeken
te worden. De maker en het bouwjaar
konden helaas niet worden achterhaald. Op
vallend is het 5-hoekige grondvlak: een vier-
of zeshoekig grondvlak lijkt meer voor de
hand te liggen. Mooi is dit havenlicht in
ieder geval. Waard om behouden te blijven,
evenals de andere vuurtorens, lichtopstan-
den en bakens.
Literatuur.
„Nederlandse vuurtorens". Liesbeth
Crommelin/H. van Suchtelen (Nieuw
koop, 1978).
„Vuurtorens". Ir. Romke van der Veen
(Bussum, 1981).
„Westkapelle, hare bevolking, Westka-
pelsche dijk". K. Baart (Middelburg,
1889).
„Scheepvaart in de Middeleeuwen".
Dr. G. Asaert (Bussum, 1974).
„Spiegell der scheepvaart". Diverse
auteurs (Amsterdam, 1964).
heet u welkom en wenst u een fijne va
kantie:
is in Zeeuwsch-Vlaanderen gehuisvest in
een opvallend oranje-geel geschilderde hou
ten wagen;
heeft aan boord: Nederlandse en bui
tenlandse romans, Nederlandse en Duitse
jeugdboeken, boeken voor volwassenen en
de jeugd over allerlei onderwerpen;
berekent per boek f 0.50 voor volwas
senen en de jeugd tot 18 jaar leest gratis.
Neemt u a.u.b. een legitimatiebewijs mee?
berekent niets wanneer u een geldige
lidmaatschapskaart van uw openbare bi
bliotheek bij u heeft;
vraagt de geleende boeken, die u in
noodgevallen zelf niet meer terug kunt
brengen, af te geven bij de plaatselijke
VW. Doet u in elk boek een briefje met uw
naam en adres?
Ook bij plaatselijke openbare bibliothe
ken kunt u als toerist boeken lenen, als u
deze boeken ook daar weer inlevert.
Aardenburg: Bootstraat 2,
Telefoon 01177 -1685
Breskens: Chistelkerke 1,
Telefoon 01172 -1227
Oostburg: Mr. J. E. Risseeuwstraat 2,
Telefoon 01170 - 3069
Sluis: Burg. van Hootegemstraat 2,
Telefoon 01178 -1658
Van 26 juni tot en met 28 augustus 1982
komt de Toeristenbibliotheek in West-
Zeeuwsch Vlaanderen op de volgende dagen
en uren:
Maandag, Cadzand-Bad, winkelcentrum,
van 9.3012.00 uur en van 18.0019.30 uur
Dinsdag Groede, Camping „Groede" (Van
Damme), van 9.3012.00 en van 18.00—
19.30 uur.
Woensdag Nieuwvliet-Bad, tegenover cam
ping „De Pannenschuur", van 9.30—12.00
uur en van 18.0019.30 uur.
Donderdag Retranchement, Camping „De
Zwinhoeve", van 9.3012.00 uur en van
18.00—19.30 uur.
Zaterdag Breskens, Camping „Zeebad", van
9.30—12.00 uur.
Tekst: Cor van Heugten.
De stankoverlast, die de laatste dagen
uit een aantal kustgemeenten, zeehavens en
Deltawateren wordt gemeld, is geen gevolg
van rioollozingen of olievervuiling. Er is
volgens de biologen van het Rijksinstituut
voor Visserij-Onderzoek (RIVO) wel sprake
van een rijke en zeer bijzondere plankton-
bloei door snel stijgende zeewater-tempe
raturen. De stank is vaak het gevolg van
afstervend plankton, dat met de westen
wind tegen de kust of in bepaalde haven
gebieden met zout water op een hoop
wordt gedreven.
In gebieden met rijke plankton-bloei van
de betrokken soort (Phaeocystis pouchetti)
kunnen zeeschepen en binnenschepen ook
een opvallend rijk schuimspoor in hun kiel
zog achter de schroef zien. Het zijn grote
schuimvlokken, die uit miljarden afster
vende micro-organismen bestaan.
F.r is dus niets aan de hand. Het is een
natuurverschijnsel, dat meer in het voorjaar
of voor-zomer voorkomt. De klachten ko
men o.a. uit de Hollandse kustgemeenten
en in de Zeeuwse wateren van Veerse Meer,
Oosterschelde en Grevelingen. Ook de sche
pen op de Westerschelde hebben grote
schuimsporen achter zich. Enkele kapiteins
dachten al dat ze met olievervuiling te
maken hadden. En op de stranden klaagden
badgasten over vuilwater-lozingen.
Niets van dat alles. Het is een natuurlijk
verschijnsel, dat weer snel overgaat. Zodra
de wind enige tijd in een bepaalde richting
waait, kan het wel wat stinken natuurlijk
op stranden en dijken, die de wind pal op
de wal hebben.
15