Klacht sportvissers: Paairijpe schol vlucht uit Grevelingen; en spuisluis gaat te vroeg dicht. ZOKVNFTiK&^r ZWISCHENLAGER ENDLAGER Voorstanders van kernenergie denken dat tegenstanders van kernenergie hoe lief zij ook lijken marionetten van Moskou zijn. Propaganda-affiche uit een fabrieks- kantine in Zweden. Vermoedelijk denken tegenstanders van kernenergie dat voor standers betrokken zijn bij de kernwapen- wedloop. Erg veel goeds vertellen zij in elk geval niet over elkaar. Het is geen wonder, dat de meningen onoverbrugbaar zijn en dat voor- en tegen standers in hun beeldvorming van elkaar tot wonderlijke opvattingen komen. Illustra tief in dit verband is een onderzoek van P. Ester, J. van der Linden en J. van der Pligt, naar de meningen die voor- en tegen standers van kernenergie over elkaar heb ben. (In „Intermediair", nr. 13, 18e jaar gang). Dit onderzoek leerde dat voorstan ders zichzelf positieve persoonskenmerken toedichten, terwijl zij negatieve persoons kenmerken bij de tegenstanders ontdekken. Omgekeerd geldt hetzelfde. Als voorbeeld volgt hier de beschrijving van een voor stander van kernenergie door een grote groep voorstanders en door een grote groep tegenstanders. Persoonskenmerk: voorst.: tegenst.: verantwoordelijk 43% ja 8% ja zakelijk 67% ja 45% ja halfzacht 1% ja 8% ja zelfvoldaan 3% ja 11% ja realistisch 56% ja 12% ja milieubewust 36% ja 5% ja egoistisch 1% ja 30% ja slecht geinformeerd 3% ja 51% ja nuchter 70% ja 13% ja kortzichtig 5% ja 59% ja menslievend 5% ja 1% ja paniekerig 1% ja 6% ja Voorstanders zien zichzelf in een zachter licht dan tegenstanders doen. Als men een voorstander vraagt om een tegenstander te beschrijven, dan draaien de tabellen met uitkomsten als het ware om. Zo blijkt dus dat de pot ook in de eeuw van het atoom nog altijd de ketel verwijt. Hoe verder? Het proces van wederzijdse verafschuwing zal, naarmate de konfrontaties veelvuldiger worden, alleen maar versterkt worden, zo dat de jonkheer aan het eind van alle con sultaties kan zeggen: „de tegenstanders van kernenergie zijn nog meer tegen, en de voorstanders zijn nu nog meer vóór!" Zij zullen hun argumenten nog verder hebben aangescherpt en als het noodlot de voor standers nog weer eens een „Harrisburg" bezorgt, is de diskussie meteen afgelopen en zal zij (naar sommigen voorspellen) de sluiting van de kerncentrale Dodewaard for ceren en „Borssele" onder curatele van de staat stellen. Maar zo hoeft het natuurlijk niet te gaan. Hoewel het vrijwel onvermijdelijk is, dat voor- en tegenstanders van kernenergie nog verder gaan polariseren, kan er toch ook een gemeenschappelijke noemer worden gevonden. De stuurgroep zelf probeert dat door de presentatie van een aantal uiteenlopende Voorbeeld van een anti-kernenergieposter, eveneens uit West-Duitsland. De hele splijt stofkringloop is bezaaid met ellende, totdat zij eindigt in een lijkkist. energiescenario's (toekomstverkenningen dus), waaruit één favoriet scenario kan worden gekozen als compromis tussen voor standers en tegenstanders van kernenergie en wat daar allemaal aan cultuurgoed bij hoort. Als men het erover eens kan worden, dat het volmaakte energiescenario evenmin bestaat als de roos zonder doornen, en dat wij in de toekomst met voorspelbare, on voorspelbare, aangename en onaangename verrassingen op energiegebied te maken zul len krijgen, zijn wij al een heel eind in de goede richting gevorderd. De energiediskussie zal, als kostbaar brok volksopvoeding, dan toch zinvol geweest zijn voor de beheersing van een diepgaand maatschappelijk konflikt en zodoende ook als bijdrage aan de toekomst van ons land. Tekst: Cor van Heugten. Een recente proefvisserij in het Grevelin- genmeer heeft aangetoond, dat de platvis stand het de komende jaren vooral van de sterke jaarklasse 1979 moet hebben. In dat voorjaar heeft tot in de zomer de spuisluis van het Deltameer wagenwijd opengestaan. Hierdoor is vooral veel jonge platvis (vooral schol-larven) binnengekomen. Door het vroegtijdig sluiten van de spui- sluizen eind februari en begin maart 1980 en 1981 zijn de aantallen platvis, die het Grevelingenbekken binnen konden trekken veel kleiner geweest. Dat betekent, dat de volwassen schol, die de afgelopen winter maanden wel naar volle zee is weggetrokken (naar de paaiplaatsen op de Noordzee) nau welijks is aangevuld. Een globale raming leert, dat van de 700.000 schollen en andere platvissen, die van „de lichting 1979" in het westelijk deel van het Grevelingenmeer rondzwommen, op dit ogenblik wellicht nog maar 300.000 stuks over zijn. Ook de sportvissers hebben de afgelopen winter en herfstmaanden 1981 en 1982, grote aantallen schol weggevangen. Rijkswaterstaat heeft de afgelopen jaren met het sluiten van de spuisluizen geen enkel risico genomen. In 1979 raakte een deel van het Grevelingenmeer zuurstofloos door de stratificatie (verschillende water- lagen van uiteenlopende temperatuur en zoutgehalte). Deze maatregel is vooral ge nomen om het schone zoute milieu te spa ren en de oester- en mosselkwekers ter wille te zijn. In sportviskringen is daar wel begrip voor, maar erg enthousiast over de gang van zaken is men beslist niet. Wat komt er zo nog terecht van de bestaande hengelrechten, die het meer tot een uniek recreatiewater maakten. De belangen van het beroep spe len een belangrijke rol, vooral wat de oester- en mosselstand betreft. De hamvraag is nu of er in het voorjaar niet wat langer de intrek van schollarven en glasaal kan worden bevorderd. Wellicht kan er een samenspel komen met de nieuwe hevelinstallatie voor het doorspoelen van de Grevelingen vanaf de Brouwersdam. Deze hevel, die schoon vers water uit de Ooster- schelde kan binnenbrengen, is bijna vol tooid. Er is dan in het oosten en westen een in- en uitlaatmogelijkheid van vers zee water en zout Oosterscheldewater van goede kwaliteit. URANMINE-» 'DIESE TABLETTEN 5 IC KERN uNj£R5 REICHERUNG BRENNELEMENTE^ATOMREAKTOR '5CHNELLER BRUTER OH,EIN iSCH£N= FALL IM ZWISCHEN- LAGER vVIEDE R AUFBE= REITUWG jPjUPaAj»? - 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1982 | | pagina 19