Boeier naar G. Groenewegen, 1789.
.Moderne" boeier met polyester romp.
aanzienlijk aantal naar „Holland", twee
schepen werden zelfs geëxporteerd naar
Luik.
„Eeltsjebaes", zoals Eeltje Holtrop van
der Zee met een mengeling van respekt
en genegenheid in Friesland werd genoemd,
bouwde in 1894 de „Friso", een 10 meter
lange boeier voor Baron van Harinxma thoe
Slooten. Na veel omzwervingen en naams
veranderingen werd het schip in 1953 door
een daartoe ingestelde Boeiercommissie ge
kocht uit opbrengsten van het Friese be
drijfsleven en van de Friezen zelf. Tijdens
de winterzitting van de Provinciale Staten
van Friesland werd het schip officieel aan
geboden als Statenjacht, waar het door de
Staten onder applaus werd aanvaard. Fries
land is een waterland en een Statenjacht
is daar dus wel op zijn plaats.
Zeeland is óók een waterland en dus ook
hierSchrijver dezes heeft het in dit
blad al eens eerder gesuggereerd: een wa
terrijke provincie als Zeeland met een his
torie die zich voor een goed deel op en
rond het water afspeelde behoort eigenlijk
over een Statenjacht te (beschikken. Zeeu
wen, er is best nog wel een gave, forse
hoogaars te vinden, welke als Statenjacht
kan worden gebruikt!
Nieuwbouw van boeiers vond de laatste
decennia maar sporadisch plaats tot enkele
jaren geleden een jachtwerf de idee kreeg
een boeier te bouwen met een romp van
polyester, een met glasvezel versterkt soort
plastic. Heiligschennis? Valt best mee; wie
deze boeier ziet, verliest al gauw zijn
scepsis. De romp van het schip ziet er niet
anders uit dan die van een originele boeier
waarvan de romp wit gelakt is. De houten
zijzwaarden, het houten roer en de harmo
nieuze opbouw eveneens van hout en
van fraai houtsnijwerk voorzien maken
van dit moderne boeiertje een mooi en
tevens praktisch scheepje.
Voor het „bastaard"-boeiertje van 6.30
meter lang stond één van de mooiste nog
bestaande boeiers model: de „Sperwer", een
schip met een „verleden" (in de goede zin
van het woord), dat te bewonderen is in
de schepenhal van het Zuiderzeemuseum
in Hnkhuizen. Hoewel de „Sperwer" model
stond, zijn de afmetingen verkleind van
8.90 meter naar 6.30 meter: de verhoudin
gen blijven uiteraard dezelfde. Een beroemd
schip overigens, de „Sperwer". Zo bekend
zelfs, dat een Deense fabrikant van bouw
pakketten van modelschepen in zijn kollek-
tie een bouwpakket van dit mooie jachtje
heeft opgenomen (een model van de boeier
„Sperwer", uitgebracht door Billing Boats
is verkrijgbaar in hobby- en speelgoedzaken)
We zeiden het reeds, de „Sperwer" heeft
een bewogen geschiedenis achter de rug. Na
eigendom te zijn geweest van enkele Ne
derlandse jachtschippers kwam het jacht
in het bezit van de Engelse schrijver dr.
M. Minshall, die er op zijn huwelijksreis
half Europa mee doorkruiste. De avontuur
lijke tocht die met tal van onderbrekingen
drie jaar heeft geduurd, begon in 1932 in
Southampton, vanwaar werd overgestoken
naar Parijs. Hier werd onder andere een
badkuip geïnstalleerd! Via Marne-Rijnkanaal,
Rijn, Ludwigkanaal en Donau kwam men
uiteindelijk aan in Sulina aan de Zwarte
Zee, waar de reis door geldgebrek een einde
vond.
Aan boord van een Engels vrachtschip
werd de „Sperwer" naar Antwerpen ver
voerd waar het schip aan een Belgische
watersporter werd verkocht die het schip
op zijn beurt in 1948 aan het Zuiderzee
museum verkocht. De „Sperwer" mag haar
leven daar op een waardige wijze zij
het op het droge, in de schepenhal
voortzetten.
20