„Die tekenschool was van 't Nut van
't Algemeen. Scheepsbouwtekeningen,
daar had de leraar geen kaas van ge
geten, dat kwam eigenlijk vanzelf. Ver
der leerde je het vak op de werf. Je
groeide er op en leerde van vader. Zo
heeft mijn zoon het vak geleerd en
m'n kleinzoon is eigenlijk ook niet zo'n
student, die zit nu al altijd op de werf.
Over de opvolging in de toekomst hoef
ik dus niet somber gestemd te zijn,"
constateert Dirk van Duivendijk.
De werf van Van Duivendijk heeft
naam gemaakt als bouwer van hoog-
aarsen. Van alle schepen, die in de loop
der tijden in Tholen werden gebouwd,
bestond 90 procent uit dit scheepstype.
Een goed zeilend schip, gemakkelijk
manoevreerbaar en bij uitstek geschikt
voor de Zeeuwse wateren, aldus Dirk
van Duivendijk. Ook is er op de werf
heel wat gerepareerd. Bijvoorbeeld de
blazers van de vissers uit Goedereede
en veel hengsten.
Van Duivendijk wil best even afre
kenen met een kennelijk wijd verbreid
misverstand. Namelijk, dat protestantse
Zeeuwse vissers in die tijd alleen een
schip bestelden bij een protestantse werf
Dat wil zeggen: Van Duivendijk of
Meerman in Arnemuiden. De katholie
ken zouden op hun beurt alleen een
schip bestellen bij Verras in De Paal
of De Klerk in Kruispolder. „Pure non
sens," vindt Dirk van Duivendijk. „Van
dat soort dingen hebben we hier nooit
wat gemerkt. Er waren mensen van
hier die een schip in Kruispolder lieten
bouwen en ook het omgekeerde kwam
voor. Dat had met godsdienst niets te
maken. En wat maakt het nou eigenlijk
voor verschil met de godsdienst. Als je
naar Rotterdam wil, kan je over Dor
drecht gaan, maar ook over de andere
kant. In Rotterdam komen, doe je al
lebei. Als je begrijpt wat ik bedoel."
Dat bouwen van een houten schip
was vroeger een karwei, dat wel enigs
zins anders in zijn werk ging, dan te
genwoordig. Van Duivendijk: „Er werd
een tekening opgezet en vervolgens een
model gemaakt uit lagen hout. Als de
vorm juist was, werden die lagen weer
uit elkaar gehaald en van die lagen
kwam pas de definitieve werktekening
tot stand."
Die nieuwbouw is nu dus afgelopen.
Sinds 1940 zijn er nog maar een viertal
nieuwe houten schepen van de werf van
Van Duivendijk te water gegaan. Het
is tegenwoordig meest reparatiewerk,
boeiend genoeg overigens. Vooral als het
om een groot karwei gaat, waarbij een
deel van een schip gerenoveerd moet
worden. De Van Duivendijken hebben
net zo'n klus achter de rug aan de
hengst Zeeleeuw, die begin deze eeuw
in De Paal of Kruispolder is gebouwd.
Dat schip heeft vanaf oktober in de
schuur gelegen en heeft in die tijd een
aantal nieuwe gangen en een nieuwe
kuip gekregen. Eén van de grotere kar
weien in hout. Ook ziet de Thoolse werf
regelmatig schepen terug die daar vroe
ger zijn gebouwd.
„Als je op tijd naar de werf gaat,
met zo'n schip, gaan ze vreselijk lang
mee. Maar het onderhoud moet goed
gebeuren, geen geknoei van amateurs.
In Zeeland zijn eigenlijk nog maar twee
adressen, waar ze een houten schip
goed kunnen behandelen: bij Meerman
in Arnemuiden en hier dan," zo meent
Dirk van Duivendijk.
De Thoolse scheepsbouwer in ruste
zegt veel respekt te hebben voor de
Thoolse werf Van Duivendijk.
Melis van Duivendijk (54)
V.l.n.r.: Melis (43), Melis (54) en Dirk (48) in de „kantine"
13