Zo mooi als de Regentenkamer in Zierikzee
is er geen salon in heel Parijs te vinden
Tekst: Joke van der Klooster.
Foto's: Johan Berrevoets jr.
Aan de Poststraat in Zierikzee staat het Burgerweeshuis. Hoewel het
al tientallen jaren niet meer als zodanig wordt gebruikt, verwijzen gou
den letters op het witte, historische pand nog steeds naar die funktie
uit het verleden en wordt het ook nog steeds zo genoemd.
Sinds het begin van de zestiger jaren wordt het bewoond door het
becldhouwersechtpaar Ad en Tessa Braat. Eerst met hun drie kinderen,
die inmiddels het huis uit zijn; nu werken en wonen ze er samen. Het
weeshuis is dus weer woonhuis geworden, zoals ook eeuwen geleden
de oorspronkelijke bestemming was.
Eén van de grote kamers van het pand, aan de Poststraat gelegen,
wordt echter niet voor huishoudelijke doeleinden gebruikt. Dat is de
Regentenkamer.
De wanden van die Regenten-verga
derkamer zijn bekleed met beschilderd
goudleer, dat in 1730 is aangebracht. Zo
prachtig bewaard gebleven, dat het
moeilijk zal zijn dat elders in Nederland
te vinden.
Ook de plafondbeschildering met alle
gorische voorstellingen, met goden, go
dinnen en engeltjes, dateert uit die tijd.
De Regentenkamer is, met dat punt
gave behang, met de beschilderingen,
een schitterende kast van vloer tot pla
fonds en een met ornamenten versierde
spiegel, eigenlijk al dusdanig „bekleed",
dat ze eigenlijk geen verdere versiering
behoeft.
Bezichtiging.
Wie al dat bijzondere met eigen ogen
wil aanschouwen, is daartoe in de ge
legenheid. Zeer velen maakten al jaren
gebruik van de openstelling in het zo
merseizoen, wanneer het bezoek kan
worden gekombineerd met de bekende
beeldententoonstelling, die het echtpaar
Braat jaarlijks in de schitterende tuin
van het Burgerweeshuis opzet. De Re
gentenkamer kan ook 's winters worden
bezocht, maar dan is het beter even
vooraf te telefoneren, omdat het kun
stenaarsechtpaar dan meestal hard
werkt in het atelier.
Eigenlijk salon.
De Regentenkamer is oorspronkelijk
de oude achttiende eeuwse salon van
het pand. Toen er in 1863 wezen in het
gebouw werden gehuisvest, werd die
voorname salon de vergaderkamer voor
de regenten. Volgens Ad Braat is dat
het behoud ervan geweest. Slechts de
Regenten maakten ervan gebruik en dan
nog maar een keer of zeven per jaar.
Er werd dus weinig gestookt, ook nu
nog, waardoor het leren behang weinig
van krimpen of uitdrogen te lijden had.
Plafond-schildering.
5