ZEEUWEN IN BRAZILIË 4 Tekst: Rein van der Helm. De immigranten zwierven uit. Sao Joao De Garrafao (Brazilië) De eerste groep landverhuizers uit West- Zeeuws-Vlaanderen hadden in de pe riode direkt na 1858 1862 een bestaan weten op te bouwen in een gebied, dat zij Holanda noemden. Echter niet alle landverhuizers en hun afstammelingen bleven hier. Er trokken er naar on ontgonnen gebieden, omdat er te weinig grond in Holanda en op den duur te veel mensen waren. Een deel van hen belandde in Sao Joao de Garrafao en integreerden met de Duitse Pommeranen die in Espirito Santo in grote getale voorkomen. Er werd over en weer getrouwd en het plat-Pommers werd min of meer de voertaal tussen beide bevolkingsgroepen Is Holanda het voorbeeld van een kleine, geïsoleerde gemeenschap die ei genlijk Zeeuws bleef, in Sao Joao wer ken Zeeuwen en Pommeranen driftig samen. De oudere Zeeuwen spreken onder elkaar nog wel de moedertaal, maar daar houdt het eigenlijk wel mee op. In Sao Joao is al sinds een aantal ja ren een soort coöperatie ontstaan, dank zij het initiatief van een Duitse dominee, die inmiddels de toegang tot Brazilië wel werd ontzegd. Zijn werk onder de uitgebuite en achtergestelde bevolking werd kennelijk niet door iedereen ge waardeerd. De coöperatie inmiddels bleek levens vatbaar. De dodelijke keten van de alles en iedereen dirigerende vendista werd verbroken. Er is een houtzagerij, een vrachtwagen brengt rechtstreeks de Foto's: van de schrijver. landbouwprodukten naar Vitoria en een kleine, op water werkende centrale zorgt voor elektriciteit. Het werk van de Duitse dominee is inmiddels over genomen door Brazilianen zelf (een reuzesprong vooruit) en na aandrang uit de lokale bevolking heeft men zelfs een soort medisch centrumpje weten te stichten. Op de avond dat wij er waren, kwa men zo'n 60 belangstellenden opdraven voor een dia-vertoning van West- Zeeuws-Vlaanderen. Ademloos volgden zij de lichtbeelden. Van een windmolen had een enkeling wel eens gehoord, maar gezien nog nooit. De molens van Cadzand en IJzendijke ontlokten dan ook het nodige kommentaar. Na afloop van de voorstelling was één der eerste vragen waarom hun voor ouders dit „schone land" verlaten had den. Uitgelegd werd dat 120 jaar ge leden hun voorouders allemaal arme landarbeiders waren, volledig overge leverd aan hun werkgevers, de boeren. Een aantal mensen werd dit zat en zei: „We gaan naar Brazilië. We willen ook een eigen stukje grond en een eigen huis." „Ik heb eigen grond," zei Bram Lauret fier na afloop van de diavertoning, die voor deze gemeenschap waarin eigenlijk nooit iets gebeurt en een voorbijrijdende auto al een belevenis is, een evenement van eerste orde is. Hij is reuzeblij iemand te ontmoeten, die woont in de streek waar zijn voorouders vandaan zijn gekomen. „De Laurets komen uit Retranche- ment," zegt hij, blijkgevend hoe intens hij de diaserie heeft gevolgd. Even intens als Izaak Louwers, een zeer kleurrijke figuur in Sao Joao. Izaak is een zeer inventief man, die met on waarschijnlijke precisie een watermolen heeft gebouwd. In het bergachtige Es pirito Santo is aan water geen gebrek. „Hij wordt frönne-meulen (farinho meel) genoemd," zegt Izaak, gezeten on der een wandbordje waarop vermeld staat dat „de Zeeuwse taole de schoonste taole van allemaole is." Even later toont hij ons zijn akkers. Ondanks alles, er groeit mais, koffie, bonen, manoik, heeft Izaak het niet ge makkelijk. „Altijd maar weer die schul den," zegt hij. „Ik heb mijn leven lang gewerkt en altijd maar achteruitgegaan." Hij zit nog met handen en voeten aan de vendista vast. Izaak weet nog hoe zijn ouders in dertijd Sao Joao ontgonnen hebben. Zo'n 70 jaar geleden moet dat zijn. „Er was alleen maar oerwoud. Eerst moesten paden uitgehakt worden en de grond gekuist. Dat gebeurde door bomen te kappen en daarna de rest in brand te steken." Dat liep kennelijk nogal eens uit de hand, want Izaak weet uit over levering, dat eens zo'n fik in Sao Joao Bram Lauret en zijn gezin voor hun huis in Sao Joao de Garrafao. „Ik heb eigen grond." 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1983 | | pagina 15