Middeleeuwse scheepstimmerlieden aan de arbeid. Fragment van het Tapijt van
Bayeux. Kunsthistorisch Instituut van de Universiteit van Amsterdam.
al aangetroffen. Beschrijvingen van Ierse
heiligenlevens uit de 5e en 6e eeuw
verhalen van dergelijke vaartuigen,
„curraghs" genaamd. Met deze vaartui
gen, die met 20 a 30 runderhuiden waren
bespannen, welke met boter en teer wa
terdicht waren gemaakt, zouden zowaar
tochten over de Atlantische Oceaan zijn
gemaakt. Zelfs Amerika zou zijn bereikt.
De Ierse priester en zaevaarder Bran-
daan spreekt over een „insula uvarum"
of wijndruiven-eiland.
Op zijn minst merkwaardig is het, dat
enkele eeuwen later de Viking Eric de
Rode vanuit IJsland westwaarts zeilde
en landde in een streek in Noord-Ame-
rika die hij „Vinland", wijnland, noemde
Waren Brandaan en Eric in dezelfde
streek geland? Is Brandaan de eerste
Europeaan geweest, die ruim negen
eeuwen voor Columbus Amerika ontdekt
heeft?
In ieder geval kan niet ontkend wor
den, dat de Ieren sinds ca. 500 de oceaan
bevoeren. En niet alleen de Ieren, ook
de Engelsen voeren over een stukje
oceaan, namelijk van Engeland naar
Frankrijk. De Angelsaksen konden daar
bij de Romeinen als voorbeeld nemen.
Reeds in de Romeinse tijd waren Londen
en York bloeiende havensteden, welke
het doel waren van Romeinse koop
vaarders.
In de zevende eeuw, mogelijk zelfs al
eerder, waren Engelse schepen geen
onbekenden in het gebied van de Seine-
monding. Nog wat later werden Bre-
tagne en vooral de monding van de Loire
en Charente reisdoelen. Onder meer ko
per en tin waren in die tijd handels-
produkten die de bewoners van Albion
op het continent probeerden te slijten.
Nieuwe markten hiervoor werden op
zijn laatst aan het eind van de zevende
eeuw gevonden in het gebied van
de Friezen, waaronder in die tijd het
gehele gebied van de Lage Landen werd
verstaan.
In het begin van de achtste eeuw
hadden de Angelsaksen geregelde han
delskontakten met Dorestat, een belang
rijk handelscentrum uit die tijd, gelegen
op de plaats waar nu Wijk bij Duurstede
ligt.
Vroege scheepstypen.
Archeologische vondsten hebben ons
een indruk gegeven hoe enkele scheeps
typen uit het eerste millenium er uit
gezien moeten hebben. Nederland is een
boeiend gebied wanneer het om scheeps-
opgravingen gaat. Boten uit vrijwel alle
tijden zijn er opgegraven; vanaf een bij
Pesse opgegraven boomstamkano, die
niet minder dan 7500 jaar oud moet zijn,
tot wrakken van vroeg-twintigste
eeuwse schepen welke tevoorschijn kwa
men bij de drooglegging en het in cul
tuur brengen van de IJsselmeerpolders.
Een uitzonderlijk fraaie opgraving werd
verricht bij Zwammerdam, waar nabij
een terrein van een Romeins „castel-
lum", een burcht, zowel kano's van het
boomstamtype als meer geavanceerde
vrachtschepen van 24 en 35 meter lang(!)
werden blootgelegd.
De grote schepen, waarvan de romp
in dwarsdoorsnede een trapezium-vorm
vertoont, verraden een Mediterrane af
komst, dat wil zeggen wat het ontwerp
betreft. Hier moet wel een Romeinse
scheepsbouwmeester aan het werk zijn
geweest. Uit onderzoek naar de gebruik
te houtsoorten kon worden opgemaakt,
dat het materiaal uit Zuid-Duitsland af
komstig moet zijn; „in den vreemde" ge
bouwde Romeinse vrachtschepen voor
de Rijnvaart?? De schepen die uit de
2e of 3e eeuw dateren, zijn niet gezonken
maar gewoonweg verlaten. Waarom dit
is gebeurd, zal wel altijd een raadsel
blijven. Boeiend om te fantaseren over
de mogelijke oorzaken van het kennelijk
plotselinge verlaten van de schepen;
oorlogshandelingen, fatale ziekten??
Gezien de grootte van de vaartuigen
mag de conclusie worden getrokken, dat
in het begin van onze jaartelling handel
op vrij grote schaal via de Rijn zal heb
ben plaatsgevonden. Bekend is in ieder
geval dat met schepen grote hoeveel
heden bouwmateriaal (natuursteen) uit
Duitsland naar de Lage Landen werden
getransporteerd voor de bouw van Ro
meinse burchten en woonhuizen.
Drie munten uit de tijd van Lodewijk de
Vrome (778840) met afbeeldingen van
een vroeg hulktype. Dit type kon zowel
geroeid als gezeild worden. Illustratie uit
D. Ellmers: „Frühmittelalterliche Han-
delsschiffahrt in Mittel- und Nord-
europe" (Neumunster 1972).
8