Michiel Adriaanszoon de Ruyter „Lijdzaamheid overwint meer dan kracht stem: „Dokter, zal ik joe is wat zeggen? Jie bin een afzetter!" „Dat heb je goed gezien, baas Van Strien, ik ben een afzetter. Ik ben hier in persoon gekomen om je voor duizend gulden af te zetten." „Ik geloove nie dat ik dat betaele. 't Is gedomeschande dat ik het zeg, 't is gedome een schandaalzei de getergde boer. „Dat weet ik nog niet zo net, dat weet ik niet," aarzelde de geneesheer. „Als jij dit een schandaal noemt, baas Van Strien, dan zal ik je een ander schandaal noemen. Laten we daarna vergelijken. Neem nu, bijvoorbeeld, je zoon Toon. „Mien zeune heeft hier niks mee te maken!" „Wis en waarachtig wel!" zei de dok ter luid. „Jouw zoon en niemand anders heeft me op het idee gebracht van die duizend gulden." „Heeft die beroerling.... heeft m'n eigen zeune.dat stuk venijn, die steenhaas, 'heeft die. „Oppassen," zei de dokter. „Denk aan je gezondheid. Oordeelt ganselijk niet! Je zoon Toon zat onlangs met een stel letje kornuiten, op een zaterdagavond in de herberg van Pauw Korstanje een feestje te maken, omdat ze geslaagd waren voor de Landbouw-Wintercursus, nietwaar? Toen heeft jouw Toon ge opperd, wie er wel in één keer de groot ste vertering kon maken. En jouw Toon heeft dat gewonnen. Heeft hij je dat niet verteld?" „Ik wete ik van niks!" zei de vader grimmig. „Jouw zoon Toon," vervolgde de dok ter, „bestelde een broodje-kaas. Pauw bracht het en Toon van Strien trok zijn portefeuille en in plaats van Pauw te betalen, zoals iedereen dacht, nam hij een bankje van vijfentwintig eruit, deed het kadetje open, legde het briefje er tussen en vrat het zo op." „En wat zou dat? Da's gin duzend gullen." „Nee, dat is geen duizend gulden. Maar dat is nu wel een schandaal. Een schandelijke verkwisting! En omdat ik dat verhaal van jouw Toontje pas ge hoord heb, heeft hij me op het idee gebracht van mijn rekening. Veertig maal zoveel. Je zult je zoon geen veer tig broodjes kaas misgunnen, evenmin als mij het veertigvoud er van. En, hoor je me, boer Van Strien, ik gelast je om nu naar binnen te gaan en tien briefjes van honderd te halen. Hoor je? Zó gaat dat bij dokter Sleeuwijk. En daar wacht ik geen tien minuten op. En als je een vent ben, Janus van Strien, dan zeg je nou geen woord meer. Je doet wat ik zeg en vanavond geef je Toon maar eens ongenadig vanonder uit de zak. Want dat heeft hij wel ver diend. En numars, duizend gulden kontant. Vort!" Toen de dokter bij zijn koetsje terug kwam, zei hij: „Kom nu maar naast me zitten, 'Eine, nou men ik liever zelf." Ze reden over de Poependiek van de Zusterpolder op het dorp aan. Kort voor ze bij de bebouwde kom kwamen, op de Schapendiek heild de dokter zijn klepper in. Gaf de lienen aan Heine Bak, sprong van de bok en zei: ,,'k Ben zó terug." Met grote sprongen, net een kwajon gen, liep hij de glooiing van de dijk af. Regelrecht naar het bruggetje van het huisje waar Kees Soenke woonde. Ze hadden daar een kot vol kinders. Kees was al wekenlang ziek. Hij werkte op de hoeve van Janus Drie-Bil en Kees' vrouwe, met al die guus en al die zorg, was ook al niet in besten doen. Ze zagen allemaal zwart van de honger. Volgens zeggen van Heine Bak is die dokter Sleeuwijk daar zo maar even binnen geweest. Volgens zeggen, maar dat kan niemand ontkennen of beves tigen, natuurlijk. Volgens zeggen dan, heeft dokter Sleeuwijk er vijf briefjes van honderd neergelegd op het zeiltje van de tafel. Dat zeggen ze. Zéker we ten zullen we het nooit. Je moet rekenen, ze hadden daar bij Kees Soenke geen meid die er zich verhuurd had en die alles kon horen. Zo dus. Tekst: H. J. Hemstede. De naam van de grote vlootvoogd Mi chiel Adriaansz. de Ruyter is onlosma kelijk met de stad Vlissingen en met Zeeland verbonden. W. P. Balkenende schreef een boeiend boek over De Ruyter, beter gezegd: over zijn laatste vlootpredikant, ds. Theodo ras Westhovius, en over hun onderlinge verhouding. Ds. Westhovius was ook als scheepsdominee aan boord op De Ruy- ter's laatste zeereis, waarbij de vloot voogd tijdens een zeeslag in de Straat van Messina dodelijk gewond raakte. Aan de gevolgen van zijn verwondingen overleed De Ruyter op 29 april 1676 aan boord van zijn schip „De Eendragt" in de haven van Syracuse op Sicilië. Ds. Westhovius was bij De Ruyter in zijn laatste uren. Door hem is ook het laatste gebed van De Ruyter bekend geworden. „Here bewaar 's Lants vloot. Spaar genadiglijk onze officieren, ma trozen en soldaten, die voor een klein geld zoveel ongemak en gevaar uitstaan. Geeft hen kloekmoedigheid en kracht, opdat wij onder Uw zegen de overwin ning mogen wegdragen. Het boek van Balkenende draagt als titel: „Lijdzaamheid overwint meer dan kracht". (Uitgave: Uitgeverij Kool B.V., Stationssingel 50, Veenendaal). De titel is een aanhaling uit de woor den, die De Ruyter op zijn sterfbed nog heeft gesproken: .geef mij lijdzaam heid tot een sterkte mijner ziel, want lijdzaamheid overwint meer dan kracht" Op 3 mei 1676, een week na het over lijden van De Ruyter sprak ds. West hovius aan boord van „De Eendragt" de „Lykreden" uit, een preek ter nagedach tenis aan De Ruyter. Deze „Lykreden, gedaen in de haven van Syracusa op 't Schip de Eendragt, den 3 May, 1676 na 'tsalig overlijden van den wijdbe- roemden zeeheld Michiel Adriaansz de Ruyter" is geheel in het boek opgenomen Michiel Adriaansz. had als jongen al maar één wens: naar zee. Op 11-jarige leeftijd maakte hij als bootsmansleerling op de handelsvloot zijn eerste reis naar zee. Later ging hij over naar de marine vloot. In een gedicht van Helmers wordt over zijn jeugd later geschreven: „Zijn geest zwerft steeds op zee, walgt van de landsvermaken. De Ruyter was een vroom en eenvou dig mens, bemind bij hen aan wie hij leiding gaf. Ds. Westhovius was ook een vroom mens, maar zijn karakter was soms wat moeilijk. Hij kon halsstarrig, dwars en eigengereid zijn. Toch twee karakters, die elkaar wel lagen. En als vrienden hebben De Ruyter en Westho vius het goed met elkaar kunnen vinden. Ds. Westhovius werd in 1645 in Ber- chum in Westfalen (Duitsland) geboren. Hij kwam na zijn theologiestudie naar Nederland in een kerkelijk en politiek zeer roerige tijd. Kerkelijk: de geschillen 28

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1983 | | pagina 28