Waarde We kennen een ambtenaar in dienst van de Zeeuwse provinciale overheid. De man heeft een behoorlijke rang en een niet onbelangrijke funktie en is daarbij ook nog een aardige kerel. In tegenstelling tot wat een ieder van hem verwachten zou, leest hij niet het be kende provinciale Zeeuwse dagblad, maar een in de randstad uitkomende krant. Hij vindt Zeeland wel „een mooie provincie", waar hij graag het brood voor hem en de zijnen ver dient, maar wezenlijke belangstelling voor het doen en laten, het reilen en zeilen van de Zeeuwen heeft hij niet, wil er dus ook niet over lezen. Deze overigens brave man is niet de enige niet-Zeeuw, die we kennen. Hij is ook niet de enige, die Zeeland wel „een leuk stukje grond" vindt om te recreëren of te wonen, maar het gewest en zijn bewoners niet of nauwelijks serieus neemt. Ook al wonen deze mensen soms jaren in het Zeeuwse, ze blijven hier alles met de ogen van een „randstadter" bekijken, meten het Zeeuwse gebeuren met Hollandse maten, die door hen als de juiste worden gezien. Ze zijn weliswaar vriendelijk, somtijds behulp zaam en medelevend voor hun evennaaste (en dat is al heel wat tegenwoordig), maar ze hebben een soort zendelingenmentaliteit. De Zeeuwen spelen (en nu overdrijven we wat) in hun gedachten de rol van „blanke negertjes", die eigenlijk tot het Hollando- centrische denken en doen zouden moeten worden bekeerd. („Foei, Jantje! Je zegt niet: ik 'eb pien in m'n buuk! Het is: pijn in je buikje!"). Je zou om deze op zichzelf beslist niet kwaad aardige mensentypes kunnen lachen, ware het niet dat zij toch een symptoom zijn. Ze geven in hun onschuld weer hoe er in bredere kring dan wel wordt vermoed over Zeeland en over alle andere regio's die buiten de Hollandse concentratie liggen wordt gedacht. Dat zou allemaal nog zo erg niet zijn, als dergelijke ideeën ook maar niet leefden in „Het Haagse circuit" en bij de landsoverheid. Maar ze leven er, die ideeën, en niet sedert vandaag of gisteren. Zeeland behoort (met Groningen, Friesland en nog wat van die „buitengewesten") in het denken van een niet te verwaarlozen aantal Lezers lieden eenvoudigen zowel als machtigen tot „het secundaire Nederland". Volgens de grondwet en tal van andere wetten mogen alle gewesten dan gelijke rechten en plichten hebben, de praktijk toont aan dat er inder daad een „secundair Nederland" bestaat. Moeten er ooit nieuwe kerncentrales bij ko men? Dan worden er mogelijke vestigings plaatsen genoemd, plaatsen, die in Zeeland liggen. Moet er kernafval worden opgeslagen? De Oost-Groningse zoutlagen zijn er goed voor. Een militair oefenterrein nodig? Op naar het Lauwerszeegebied en de Wadden! Houdt Zeeland jaren zoet met de belofte van een vaste oeververbinding, en zeg dan plot seling dat die niet doorgaat. Zeg het zodanig, dat zowel vóór- als tegenstanders van die verbinding zich beledigd gevoelen door de manier waarop. Moeten er kruisraketten worden geplaatst? Dan op de grens van Brabant en Zeeland. Wie zou voorstellen die raketten op het Haagse Malieveld te stationeren, zou worden wegge hoond. Zoiets doe je de Hagenaars toch niet aan? Argument bij dit soort zaken is altijd: „de geringe bevolkings-dichtheid" in de „buiten gewesten". Ongemak en onheil voor enkele honderdduizenden Groningers, Friezen, Bra banders en Zeeuwen schijnt minder erg te zijn, dan hetzelfde ongemak voor de bewoners van de randstad! Een soort „apartheid" die de „witte negertjes" van „secundair Nederland" zich niet moeten laten aanleunen. De spelregels die voor alle Nederlanders gelden, geven nog steeds ruimte genoeg om tegen de status van „het secun daire Nederlanderschap" bezwaar aan te te kenen. Bezwaar, geuit op een fatsoenlijke, democratische wijze, wel te verstaan. Een thema om eens over na te denken. „Het ligt er allemaal te dik boven op. 't Is te zwaar overtrokken," horen we een aantal lezers al zeggen. Enige overdrijving willen we niet ontkennen. Laat die overdrijving dan de aansporing zijn om de waarheid, de realiteit te zoeken. Dus toch er maar over nadenken! Joris van Hoedekenskerke. (Bij afwezigheid van de hoofd-redacteur). 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1983 | | pagina 3