Drogen van beschadigde boeken op de zolder van het PZEM-gebouw (1940)
tie voor studenten, maar ook voor lezers,
die literatuur over hun hobby zoeken.
Deze ontwikkelingen hadden natuur
lijk vérstrekkende gevolgen voor de be
huizing van de bibliotheek. Voortdurend
moesten oplossingen gevonden worden
voor het bergen van het groeiend aantal
boeken, maar ook voor het onderbrengen
van afdelingen en medewerk(st)ers.
Vaak bleken oplossingen slechts tij
delijk te zijn. Zo stootte de bibliotheek
om subsidie-technische redenen in 1968
een groot deel van de kollektie af. Het
betrof de technische en natuurweten
schappelijke literatuur en de boeken
over muziekwetenschap. Dit materiaal
zou voortaan in afzonderlijke bibliothe
ken beheerd worden, waardoor weer
meer ruimte in de magazijnen van de
Provinciale Bibliotheek ontstond.
In nog geen tien jaar puilden die
ruimten echter weer uit. Een nieuw ge
bouw bleek het enige afdoende antwoord
op deze ontwikkeling. Niet alleen voor
opslag van boeken en tijdschriften of
voor huisvesting van personeel!
Veel van de inmiddels opgebouwde
diensten zijn namelijk in uithoeken van
het gebouw ondergebracht. Hierdoor
blijft het bestaan van deze mogelijk
heden vaak onbekend. Zo is de kollektie
geluids- en videobanden zeer gebrekkig
en moeilijk bereikbaar in een kelder
opgeslagen.
Wandelend door de kloostergangen
van de Abdij of studerend in de grote
studiezaal van de bibliotheek genieten
velen van de rust, die het Middeleeuwse
gebouw uitademt. Niet wetende dat ach
ter deze stijlvolle ruimten materiaal on
der slechte omstandigheden ligt opge
slagen en diensten moeilijk bereikbaar
zijn ondergebracht.
De nieuwe Zeeuwse bibliotheek gaat
hieraan een einde maken. De unieke
sfeer van de Abdij zal gemist worden,
maar een goede opslag van het biblio
theekbezit en een goede presentatie van
alle diensten komt daarvoor in de plaats.
Dan zal de Provinciale Bibliotheek, na
de fusie met de andere bibliotheken
onder de naam „Zeeuwse Bibliotheek",
echt een breed publiek kunnen bereiken,
zonder aan de kwaliteit van haar weten
schappelijke taak te tornen.
Ojoe&n/S op e&n dcuf
{re&cj
een/ /jeddero dy{/
cCofr 'Wcvs
toen<
<{oor do Vinders Ceerdo z/èem/
Carla Pols: zuchten van verlichting.
Een omvangrijk pakket van diensten
werd opgebouwd. Allereerst werd aan
dacht besteed aan de interne organisatie.
Zo werd een katalogus gemaakt om een
overzicht van het boeken- en tijdschrif
tenbezit te krijgen. Meer aandacht kreeg
ook het aanschafbeleid. Vakmensen wer
den aangesteld om dit specialistische
werk uit te voeren.
Daarnaast ontstonden afdelingen, die
het beheer van het groeiende bezit re
gelden (afdeling besteladministratie, ka-
talogiseren en binderij).
De dienstverlening aan het publiek
werd uitgebreid. Naast de algemene stu
diezaal richtte men een tweede zaal in
met naslagwerken en tijdschriften over
Zeeland. In 1961 was namelijk het
Zeeuws Documentatiecentrum opgericht,
dat in de loop der jaren een omvang
rijke kollektie verzamelde over zeer uit
eenlopende Zeeuwse onderwerpen, be
staande uit boeken, knipsels, foto's,
prenten, enz.
Later volgde een derde studiezaal voor
de vakgebieden economie, sociologie en
recht.
De Provinciale Bibliotheek bouwde in
het laatste decennium een steeds inten
sievere samenwerking op met de andere
veelal openbare Zeeuwse biblio
theken. Hierdoor trachtte men een bre
der publiek te bereiken. De openbare
bibliotheken konden voor meer specia
listische literatuur namelijk terugvallen
op het bezit van de bibliotheek in de
Abdij.
Sinds 1969 ondersteunt het rijk deze
ontwikkeling door een subsidie voor de
uitbouw van de wetenschappelijke funk-
Provinciale Bibliotheek (19531984). Studiezaal A ca. 195a (de voormalige Kapittel
zaal van het Abdijkomplex).
,7