Kernelis Geene. En daarom zat hij nogal voor lasten. Begrijpelijk: pas een bedrijf overgenomen en pas voor zichzelf be gonnen.... 't Was feitelijk armoe: 'n kraam zonder koeken. Dat was het. Als er maar opdrachten kwamen en als ze het maar konden uitzingen tot Sinte Maarten. Want dat zat toen zo: am bachtslui die schreven toen niet iedere klapscheet een rekening, zoals tegen woordig, en nog gepeperd ook en extra voor voorrijden! Hoe bedenken ze het! maar in d i e tijd ginge alle rekeningen gelijktijdig de deur uit. Eéns in het jaar. Met Sinte Maarten. Den elf den november. En nu was Arjaan Mallekote begonnen op den eersten januari, weet je. En dan is 't 'n ruk hoor, totdat de nieuwe aard appels er zijn.... totdat de oogst bin nen is.... en dan nog tot Sint Maar ten.... en dat nog met luie betaalders Neen, gostermanne, het was wat te zeg gen! Had je eenmaal je vakbekwaamheid als ambachtman bewezen in het dorp, och ja, dan wilden de mensen er wel in geloven. Maar feitelijk had Arjaan er de kans nog niet toe gehad. Sander de Groote had een nieuwe boerenwagen ge maakt voor Konstant van Weele en Ar jaan had het smidswerk gedaan. En pront! Dat dient gezegd. De banden om de wielvellegen.keurig. Dat was vakwerk geweest en Sander had dat niet voor zich gehouden. Maar voor 't overige.... de mensen waren erg kat- uit-de-boom kijkerig. En voor Arjaan en Kee was het letterlijk een zaak van uit kijken en dagen tellen.... en dan was Kee nog in verwachting ook. Ze zullen allicht wel eens hun beklag gedaan hebben als ze 's zondags na kerk tijd bij Iengel en z'n vrouwe aanliepen om goeien dag te zeggen en dan maar bleven rekken en rekken, net zo lank totdat ze d'r konden blijven eten. En wat die Arjaan op kon aan Riest mie Krenten en Beuter en Brunesuker vreed! En Iengeltje, postbode wezende, en met zelf nog een kot vol guus sommigen begonnen weliswaar wat te verdienen had het ok niet bovenma tig breed. En ze hadden gedacht dat ze naar Kee, hun oudste, na haar trouwen geen omkijken meer gehad zouden heb ben. Maar dat kun je denken. Je kunt ook wat bedenken. En dat dééd Iengel Saman! 'tWas op 't lest van september, begin oktober dat na een fraaie dag de wind draaide en vrij onverhoeds de herfst in viel. En koud dat het ineens was! Men sen nog an toe, wat was het koud! Het najaar was gekomen en je mag wel zeg gen: met forsie! Al gauw begonnen hier en daar schoorstenen te roken want, sjoeg!, wat was het koud! En dat bracht Iengeltje op een idee.. Nu was er op oons dorp zoals inge wijden weten een kaerel die z'n ola' niet had; niet helemaal „rechtuut" was, om het zo maar eens te zeggen. Niet gans en gaar „volwaardig" noemen ze dat vandaag de dag. Hij heette Maerten; in de volksmond Malle Maerten. Hij maakte zich voor de dorpsgemeenschap ondermeer verdienstelijk door iedere zaterdag het dorp door te trekken met een kruiwagen om leesportefeuilles te bezorgen bij zo'n zeventig, tachtig adres sen. En die Maerten was het die op 'n vrijdag door „de post" werd aange sproken. Die gaf hem 'n boodschap mee voor al die adressen waar hij morgen heen zou gaan. En warentig na herhaaldelijk voorzeggen kon Maerten die boodschap ten leste zonder gebre ken opzeggen.Onderwijl hij met zijn leesvoer de rondte deed, kwam Iengel- tjes boodschap hoe langer hoe vlotter bij de mensen over: „Komplementen van 't gemeenthuus en iedereen mot een iezdere plaete on der de kachel ae. Da's voe 't brandge- vaer. En over 'n weke mot'n d'r ligge!" Kaerels nog an toe! Dat was wat. Iedereen praatte erover. In de her- berge 's zaterdags en na kerktijd, 's zon dags en toen de mensen 's zondagsavonds gewoon „uut en in" zaten te praten. KACHELPLAAT was troef. Het was ternauwernood maandag en, jawel hoor! Daar kwamen de eer sten bij Arjaan Mallekote. Of hij een plaat kon maken voor onder de kachel, asjeblieft. En dat kon! Arjaan zelf en Kee wisten er niets van, want centjes voor een leesportefeuille konden er van- zelfs niet af. Zodus had hij van Malle Maerten geen boodschap gekregen en hij was dan ook geen klein beetje ver wonderd toen hij tegen half schoft al een dozijn klanten had genoteerd voor een kachelplaat. 's Diesendags kwamen er al uit de Ja- kobspolder en uit De Noordhoek zodat Arjaan 's middags naar de stad moest om plaatijzer te bestellen en bij de Boaz- bank moest gaan vragen of hij krediet kon krijgen. 's Weunsdags kwamen er van Patmos en van de Gosvazze en omtrent de mid dag kwam er nog een uit de Kraaiert zodat het duidelijk werd dat hij al die kachelplaten niet meer deze week afge leverd kon krijgen en toen was goede raad duur. Arjaan besloot 'twas op slag van twaalven om zelf maar naar de Sikretrie te gaan om voor 't loketje te vragen of er bezwaar was dat hij langer dan veertien dagen over de be stellingen deed. Hij zette dus zijn goeie pette op en zijn nette klompen deed hij aan en toen hij bij 't gemeentehuis kwam zag hij in de verte de sikretaris, Van der Beid was dat in die tijd, 't gemeent huus uitgaan om thuis te gaan eten. Maar ja, hij was er nu toch uitge broken: hij kon in elk geval infermeren bij zo'n klerk en misschien een bood schap achterlaten.... Achter het loketje stond een snotneus uit de stad. Zo een die het nog leren moest om ambtshalve ja en neen te zeg gen. Al kon hij dan wél van onder en van boven uit zijn broek komen, hij wist van voren amper dat hij van achter leefde al had hij dan ook een best pak aangetrokken en een bril opgezet. Zodus: geen bezwaar! 's Vriedags kwam Zweedijk, de veld wachter, ook een plaat bestellen en daarmee was de procedure officieel ge worden. 's Zitterdags nam Arjaan een halfwas knechtje in dienst. 's Zondags zaten er al heel wat man nen, na kerktijd, thuis met hun kouse voeten de nieuwe, warme plaat te aaien. Lekker hoor! Een hele opknappinge. En het dorp was het erover eens dat ze aan Arjaan Mallekote een ferme, brave smid hadden: flink en oppassend, pront en netjes. En goed voor zijn werk. Men sen, wat wil zo'n jonge smid nog meer? Al die vrouwlien die nog geen kachel plaat rijk waren, zaten d'r veinters ach ter d'r lurven dat ze op moesten schie ten om er cito een bij de smid te gaan bestellen. Want het zeggen was, dat kommende weke Zweedijk rond zou ko men om verbalen uit te delen op die adressen waar er nog geen lag! Om kort te gaan: het hele dorp was zo zot als een juun van die kachelpla ten. Van der Beid zélf, hoe kan 't spul zo spelen? kwam ook met een order. Gelukkig kon Arjaan Mallekote de mensen geruststellen: hij was zelf, op 'n avond, naar Zweedijk geweest om een en ander te regelen. Dat wilde zeggen, als ze bij Arjaan op 'tliestje stoenge, dan zou de pliessie er geen werk van maken. Want dan was het net zo goed alsof hij er al lag! Ze moesten maar opgeven. Arjaan had een opnotitieboek- je wat hij keurig bijhield. Er is geen smid in Zuid-Beveland ge weest die zo'n drukke oktobermaand ge had heeft als Arjaan Mallekote. Waar nog bij kwam dat op een stuk of wat adressen die vrouwlien het zonde von den om zo'n mooie, glanzende nieuwe kachelplaat onder een ouwe buzekachel te leggen. En jawel hoor!.... kon het over de hond, dan kon het ook over de staart: Kon Arjaan Mallekote misschien ok een nieuwe, moderne vulkachel le veren, asjeblieft? Zo'n vulkachel die je niet te lijf moest met Zebra-kachelglans, asjeblieft. Arjaan kon er voor zorgen! Massee en Merison in Goes en De Jager in Middelburg wilden hem graag leve ren. Het bleken prachtige kachels te zijn. Veel mooier dan ze er uitgezien hadden op de prentjes. Zo'n vulka chel! Dat was wat.De nacht-over bleef ie branden op antrsiet. 'n Voor- zieninge, dat was het! En ineens kwam er nog een heleboel normaal werk bij ook want het was een bar nat najaar en er werd door de boe ren veel kapot gereden als de sukerpeen afgevoerd moesten worden met drie, soms een enkele keer met vier paarden voor de wagens die tot hun bossen weg zakten in de weke, taaie klei. Zó druk had Arjaan het, dat hij ternauwernood tijd had om het kind van Kee op 't Ge meenthuus aan te gaan geven. Toen Iengeltje Saman op kraamver- site kwam, was de stemming bij de smid en z'n vrouwe nog nooit zo rooskleurig geweest. In oktober was de smid lang niet klaar gekomen met zijn opdrachten en in november dacht hij dat hij zijn werk zowat kon overzien en in de eerste week van december gingen de laatste kachel platen de smidse uit. Maar met die kachels.... dat was 'n mirakel Tot Arjaans geluk kende de afgunst van de vrouwen onderling geen gren zen. En overal werden de veinters onder druk gezet om de buzekachel te verrui len voor een fornuis - dat Arjaan in kommissie van Massee uit de stad had laten komen glad geëmailleerd. Affijn prachtig.. Ook met een oven. Niks aan te poetsen en vier pannen kon den er tegelijk op. mirakels! En dan in de mooie kamer dat verrotte Frank- linkacheltje weg, met z'n losse jagers en z'n rook in 't vertrek.en daar een vulkachel Arjaan Mallekote voer en wel bij. Hij had het stik druk gehad. Zowel overdag als 's avonds. Je moet rekenen, met dat schrijven van al die rekeningen, dat daar wat tijd in ging zitten. En dat moest persies en zonder fouten en keurig netjes. Geluk kig had Kee nogal een erge nette hand van schrieven.Hij was met die re keningen met Sinte Maarten niet eens klaar gekomen. Waarmee hij een stalen wet brak. Allez dan maar als ze dan maar vóór 't nieuwe jaar de deur uit 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1983 | | pagina 12