CCEYP.'.GHT B.V. KON. MIJ „DE SCHELDE". VUSSINGEN
spoorweg via Tholen is er nooit geko
men. Wel de afdamming van Zandkreek
en Veerse Gat, zij het pas in deze eeuw.
Opvallend is, dat de dammen zijn gesi
tueerd op de plaatsen die Dronkers
hiervoor al in een plan van 1866 voor
zag. Dronkers' plan was dus eigenlijk
een „drie-eilanden-plan" avant la lettre!
De achtergrond van het plan om Veer
se Gat en Zandkreek af te dammen
vormde het in de negentiende eeuw
hoogtij vierende streven naar landaan
winning, niet het streven naar veilig
heid, laat staan het scheppen van een
recreatiegebied. Zelfs het woord „recre
atie" was een eeuw geleden nog niet be
dacht. In die tijd was het alleen creëren
wat de klok sloeg, beslist niet re-creëren
Alleen de „leisure class" kon het zich
permitteren te recreëren, hoewel ook
dat niet mogelijk was in de letterlijke
betekenis van het woord; recreëren kan
immers alleen bij de gratie van het cre-
eren.
„Twintigste-eeuwse pleziervaarder,
wat doe je toch weer moeilijk," zeg ik
halfluid tegen mezelf. Halfluid. Het kan.
Het meer is zo goed als verlaten, nie
mand die me hoort. En toch maar half
luid, hardop is ondanks de afwezigheid
van medemensen op gehoorafstand een
beetje gênant. Dat was afgelopen zomer
wel anders! Horden plankzeilers bevolk
ten het water. Leuk gezicht, dat wel, die
vele zeiltjes, soms fel geleurd, soms in
verrassend smaakvolle kleurcombinaties.
Watervlinders, mooi maar soms lastig,
vooral de beginnelingen onder de plank
zeilers, die met vallen en opstaan het
wankele evenwicht proberen te vinden.
Vindt het vallen en opstaan plaats in
gebieden waar geen beroepsvaart is of
waar geen concentraties van andere re-
vreatievormen zijn: geen nood. Anders
wordt het wanneer niet-geoefende
plankzeilers zich in druk bevaren ge
bieden begeven. Om dit zoveel mogelijk
te voorkomen, streeft het recreatieschap
„Het Veerse Meer" naar concentratie
van plankzeilers op een drietal daartoe
geschikte plaatsen in het Veers Meer:
bij de Schotsman aan de westzijde van
de Noord-Bevelandse oever, vóór het
dagrecreatieterrein Oranjeplaat nabij
Arnemuiden en nabij camping „De Paar
dekreek" bij Kortgene. De concentratie
zou moeten plaatsvinden op basis van
vrijwilligheid. Aantrekkelijke voorzie
ningen op die drie plaatsen moeten voor
de nodige zuigkracht zorgen.
Kijk, een eenzame windsurfer, niet
meegegaan met zijn als trekvogels ver
dwenen collega's van het zomerseizoen.
Op mijn handopsteken groet hij terug
met een brede glimlach. Ik voel me in
eens als een oude heer, in mijn boot met
louter zitplaatsen.
Veere doemt op. Altijd boeiend, dat
silhouet met de Campveerse toren, de
slanke stadhuistoren en de monumentale
kerktoren. Stil is het aan de waterkant.
Dit zou een moment kunnen zijn dat
Japie, de „uitvreter" uit Nescio's novelle
„De Uitvreter" werkelijkheid zou kun
nen worden. Nescio's beschrijving van
Veere is net zo grandioos als die van
Dr. P. H. Ritter Jr. en J. C. van Scha-
gen. Om de sfeer van de Markiezinne-
stad zo te kunnen beschrijven moet je
er wel zielsveel van houden. Ik prijs me
gelukkig dat ik Veere kan bezien vanaf
het water, indachtig Dr. Ritter's „waar
schuwing" in zijn „Zeeuwse Mijmerin
gen": „Het spreekt vanzelf dat je Veere
nimmer benadert in een automobiel".
Terecht, Veere verdient het om (ook) te
worden bezien vanaf het water.
Een lichte druk -op de helmstok doet
de boot het kanaal van Walcheren in
draaien en weer komt de al eerder ge
noemde Dirk Dronkers even in mijn
gedachten aan boord. H ij was het toch
die de aanleg van een kanaal van Vlis-
singen naar Middelburg propageerde,
welk kanaal zou moeten aansluiten op
het sinds 1817 bestaande kanaal van
Middelburg naar het Veers Gat.
De naam Oude Middelburgse Haven,
nu dagrecreatieterrein aan het Veerse
Meer herinnert nog altijd aan de oude
kanaalüitgang. Dronkers wilde het ka
naal doortrekken via Veerse Gat en
Noord-Beveland tot de Oosterschelde.
Zeer tegen de zin van Dronkers werd
het kanaalgedeelte van Middelburg naar
Veerse Gat bij Kleverskerke afgebogen
richting Veere waar een groot sluizen-
complex werd gebouwd. Dronkers mo
tiveerde de door hem voorgestane ver
lenging van het kanaal van Middelburg
naar de Oude Middelburgse Haven al
dus: „Al moge het ook in een ver ver
schiet zijn, die haven kan in eene rechte
lijn verlengd worden door Noord-Beve
land naar den Roompot even bewesten
Kolijnsplaat, tegen welke kosten men
in dien tijd niet zal opzien, in verhou
ding tot de groote belangen van handel
en scheepvaart, maar bovendien zal er
een aanzienlijk bundertal en het eiland
Noord-Beveland met de eilanden Zuid-
Beveland en Walcheren vereenigd zijn".
Dronkers' geest maakt plaats voor wat
meer moderne overpeinzingen bij het
varen langs de jachtwerf Marina Veere,
aan de westzijde van de kanaalingang.
Eéns werden hier vliegtuigen gebouwd
door de Koninklijke Maaschappij „De
Schelde',' afdeling Vliegtuigbouw. We
spreken dan over de tweede helft van
de dertiger jaren. In tegenstelling tot de
zeer grote schepen die „De Schelde"
bouwde, werden er in Veere maar klei
ne vliegtuigen gebouwd; de namen zeg
gen het al: „Scheldemusch" en „Schelde-
meeuw". De „Scheldemusch" ontworpen
door T. E. Slot, bekend uit de Melbour-
nerace met zijn Pander „Postjager",
woog niet meer dan 200 kg en had een
vleugelspanwijdte van nauwelijks 6
meter. De „Scheldemeeuw" was een tot
watervliegtuig getransformeerde „Schel
demusch". Het was indertijd het klein
ste watervliegtuig ter wereld. Foto's uit
die tijd van deze vliegtuigen geven de
indruk dat het ging om uit de kluiten
gewassen modelvliegtuigen.
Hoewel klein, vlogen die mini-vlieg
tuigen met aanzienlijk meer snelheid dan
mijn bootje hier heeft, gehandicapt door
de luwte van de dijk. Omdat we toch
niet op de zeilen de sluis binnen kunnen
varen, wordt de buitenboordmotor bij
gezet. De „slagroomklopper" zoals doch
ter Barbara hem vroeger noemde. Ze
had een hekel aan het lawaai van de
hulpmotor, die zowel door zijn witte
kleur, het lawaai en de beroering die
hij in het water teweegbracht wel wat
weg had van een maxi-model mixer.
Dat het apparaat een vermogen heeft
van 3V2 pk was bij de kinderen moeilijk
te „verkopen". Kinderen willen te
recht nu eenmaal alles weten Hoe
sterk die motor is, Michiel? Wel net zo
sterk als 3Va paard. Arm joch, hij dacht
zijn hersens bijna stuk over dat halve
paard. Was het nu maar 3 of 4 pk ge
weest, goed, maar 3Va pk. Het 'heel paard
half dat Holle Bolle Gijs verorberde is
goed voor te stellen je kunt immers
ook een halve boterham eten, als je de
andere helft tenminste mag laten staan
maar een half werkend paard? Nee!
Ik tref het, de sluisdeuren staan open,
het licht staat op groen. Achter een
hoogliggende, ongeladen binnenvaarder
meer ik af aan de sluismuur. Even later
klappen de sluisdeuren dicht met een
dreun die luid weergalmt in de sluis-
kolk. Een electromotor zet de schuif o-
pen en het water stroomt de sluis bin
nen, kolken veroorzakend, die kenne
lijk voedsel voor meeuwen opwarrelen,
die met tientallen, onder luid gekrijs
het water afschuimen.
In het begin stijgt het water snel,
bijna zichtbaar snel met borrelende ge
luiden. Het glibbergroene deel van de
ruwstenen sluismuur verdwijnt onder
water. Wanneer het water in de sluis-
kolk even hoog staat als in het kanaal
worden de sluisdeuren opengedraaid.
Wanneer met veel vakmanschap, met
veel gedraai aan het stuurwiel en een
paar „klapjes" van de motor voor- en
achteruit het voor mij liggende vracht-
15