Zeeland Magazine en Zeeland lekkerland
Een klap van de molen in 1780
Door Kees van Boven
Tekst: H. C. de Kater.
Op huiden den 16 jan. 1780 compa
reerde voor Scheepenen van Geersdijk
en Wissenkerke naar genoemd Jan
Guillon, wonende binnen dezen Dorpe
van Wissenkerke; Adriaan Noordhoek,
eveneens alhier woonagtig en Klaas
Steur, dienende voor knegt op de Koorn-
moolen van Arie van Driele. Staand
gemelde moolen omtrent een kwartier
uur gaans buiten dezen Dorpe voor
noemd („Landzigt" op de Boomdijk, H.
C. de K.).
Alle comparanten van competente ou
derdom, ons scheepenen bekend, ver
klaarden ter Requisitie (gerechtelijk on
derzoek) van den Weleedelen Gestrengen
Heer Mr. Cornells Kien van Citters,
Hoog Baillieu en Rentmeester-Generaal
van de Grafelijke Domeinen van Zee
land bewesten Schelde, waar ende waar
achtig te zijn.
De eerste deponent (getuige) Jan Guil
lon verklaarde op Vrijdag den 14den
dezer loopende maand, 's morgens om
trent negen uuren met eenen Cornells
de Smit, oud ruim twintig jaar, onge
huwd, inwonende bij zijn grootvader
Cornelis Andriese van Haver te dezer
plaatse van Wissenkerke te zijn gegaan
en gekomen ten huize van Cornelis Lijn-
sen, aangehuwde vader van hem Cor
nelis de Smit en wonende in de Rip-
polder onder deze Heerlijkheid.
Na een wijle tijds daar vertoeft heb
bende, zeide Guillon tegen Cornelis de
Smit: „Laat ons gaan, ik moet naar de
moolen om een halven zak meel. Gaat
gij met?"
Vervolgens zijn zij te saamen op weg
gegaan en omtrent drie uren in den
namiddag gekomen op den Koorenmolen
bovengenoemd, alwaar de getuigen
Noordhoek en Steur zig reeds bevonden
Na een kwartier uurs daar vertoeft
hebbende, was het meel klaar en nam
Guillon de zak op zijn schouder. Zij
verlieten toen de moolen, die malende
was, met het oogmerk naar Wissenkerke
te gaan. Guillon, ziende dat Cornelis de
Smit niet den gewonen weg nam, waar
schuwde hem met te zeggen: „Weest
voorzigtig en ga niet te kort langs de
wieken."
De Smit antwoordde: „Ik zal dat
wagen."
Guillon ging daarop met de zak meel
op zijn schouder, zijns weegs, langs de
getuige Klaas Steur, die aan de Ligt
stond. Deze ontwaarde terzelfder tijd dat
het werk stuitte en zeide, zeer ontroerd,
tot de voorbijgaande Guillon: „Daar
krijgt iemand een slag van de moolen."
Aanstonds zette hij de moolen stil en
samen liepen zij naar buiten, ziende of
er iemand getroffen was. Zij vonden
Cornelis de Smit leggende aan de bin
nenzijde van den dijk daar de moolen
op staat. Hij lag daar stil, zeer bloedende
uit neus en mond. Doch nog leven in
hem bespeurende, pleegden zij raad wat
te doen.
Getuige Noordhoek nam De Smit op
en bracht hem in 't huis van den moo-
lenaar. Deze zette hem op een stoel en
vroeg aan de getroffende waar hij ge
raakt werd. Er was geen antwoord of
de minste spraak van hem te krijgen.
Omtrent de klokke van half 5 uren des
avonds gaf hij, Cornelis de Smit, den
Geest.
Daarop hebben de getuigen het Doode
ligchaam opgenomen, gelegd op een wa
gen en vervoerd naar Wissenkerke in
het huis van Cornelis Andriese van
Haver.
Eindigende zij deponenten hiermede
hunne verklaring gevende voor reden
van wetenschap als in den Text. Presen-
teerende hetzelve nader met Eede te
sterken (is 't Nood).
Aldus gedaan en gepasseerd voor
Scheepenen Hendrik Kloosterman en
Cornelis Geelhoed. Een handmerk waar
bij geschreven stond dit handmerk stelt
Jan Guillon, Klaas Steur en nog een
handmerk waarbij stond. Dat is het
handmerk van Adriaan Noordhoek.
Mij present, getekend, D. A. Anemaet,
secretaris.
(Overgenomen uit Schepenakten van
Wissenkerke 17791788. Rijksarchief,
Inventaris Lasonder nr. 3666).
Presentatie Fa. Mieras.
Op het eerste gezicht een wat vreemd
aandoende combinatie, doch die verbin
tenis is een innige verhouding gebleken.
Het Zeeuwse stond bij dit evenement
duidelijk voorop: een promotie/presen
tatie van de Zeeuwse visserij-produk-
ten, welk onderwerp ook Zeeland Ma
gazine na aan het hart ligt. Vandaar.
Ideeën, gelanceerd in de landelijke
vakblaldpers, waren eigenlijk de aan
leiding en aanzet van deze voor Zeeland
Magazine wat nieuwe aanpak van pro
motie voor Zeeland. Wat eerst een uit
gesproken idee was, groeide al snel uit
tot iets wat vorm begon te krijgen. Het
Produktschap voor vis en visprodukten
werd ingeschakeld, terwijl ook de
Zeeuwse vereniging voor visserijbelan-
gen (Zevibel) belangstelling toonde voor
hetgeen de organisatoren voorstond.
Een viertal bijeenkomsten van de deel-
26