zeer belangrijke weerkunde (het kunnen voorspellen van windrichting en wind kracht moet voor een molenaar een tweede natuur worden) en het prak tisch onderricht door vakmensen voorop stonden. Maar daarmee rezen weer andere pro blemen. „De theoretische cursus bleek in het algemeen voor beginnelingen veel te technisch", aldus Langenberg, die zelf een molenaarsopleiding in België volgde. „En wat de praktijk betreft: veel Zeeuw se vakmolenaars voelden er niet zoveel voor om allerlei leerlingen op hun mo len toe te laten. Men vreesde dat be paalde „geheimen" doorverteld zouden worden aan de concurrent". Al deze negatieve factoren hadden tot gevolg dat de opleiding in Zeeland niet van de grond kwam. Daarbij speelde ook de verbrokkeling van de provincie over de vele schiereilanden een rol. Het kost tenslotte nogal wat tijd en geld om bijvoorbeeld vanuit Zeeuwsch-Vlaan deren een middagje te gaan oefenen op een molen op Schouwen-Duiveland. Vandaar dat de Zeeuwse afdeling van het gilde heeft besloten de zaken anders kennis van molens en onderdelen, de aan te gaan pakken. Om de opleiding wat meer te stroomlijnen zal eerst een inventarisatie worden gemaakt van de nog in onze provincie draaiende „vak molens", van het aantal geslaagde vrij willigers en van de leerlingen. Langenberg: „Deze laatste groep en ook de nieuwe leden zullen nu een speciale begeleiding krijgen. Er staan regelmatig bijeenkomsten op het pro gramma tijdens welke vaklieden uit Ne derland en België op de theorie ingaan. Ook proberen wij het aantal „instruc tiemolens" (waarop de leerlingen prak tijkervaring opdoen) in Zeeland uit te breiden, zodat er minder gereisd hoeft te worden". Het uiteindelijk doel dat het Zeeuwse gilde daarbij voor ogen staat is om ten slotte voldoende opgeleide vrijwilligers beschikbaar te hebben, zodat alle veer tig molens in de provincie draaiende ge houden kunnen worden. Gedacht wordt aan een paar vrijwilligers per molen, die elkaar kunnen aflossen. „Onze molens moeten gemiddeld twee tot drie keer per week draaien en in het zomerseizoen elke dag", zo schetst Christ Langenberg de volgens hem ideale situ atie. „Daar hebben we natuurlijk heel wat vrijwilligers voor nodig, maar het moet vandaag de dag met zoveel men sen, die al dan niet gedwongen over veel vrije tijd beschikken, toch te verwezen lijken zijn". En misschien denkt de Sluise Braban der hardop verder, is het mogelijk dat jonge mensen in de toekomst weer hun brood gaan verdienen op de molen. Voorbeelden zijn er in het land al, want in Schiedam en Oirschot malen de plaatselijke molens al volop meel voor de bakkers in de omgeving. Hoewel Langenberg een dergelijke ontwikkeling in het dunbevolkte Zee land nog niet direct ziet, weet hij wel andere inkomsten voor een vrijwillige molenaar. Het verkopen van zelf gema len meel aan particulieren bijvoorbeeld, het heffen van entree aan bezoekers en het aan de man brengen van prentbrief kaarten van de eigen molen. Verder ont vangt een moleneigenaar 2400 gulden per jaar onderhoudssubsidie en geldt in enkele provincies (in Zeeland nog niet) een draai- en maalpremieregeling. Bij een bepaald aantal omwentelingen per jaar geregistreerd door een teller ontvangt de molenaar dan een extra subsidie. Maar elke vrijwillige molenaar is na tuurlijk lang niet altijd eigenaar. Veel molens zijn de laatste jaren aangekocht door gemeenten, die op hun beurt een vrijwillige molenaar in dienst nemen, zodat het oer-Hollandse „monument" wordt onderhouden en kan blijven draaien. Vorig jaar nog nam de ge meente Oostburg een vrijwilliger in dienst voor de molen te IJzendijke, waarbij een bruto loon werd geboden van twintig gulden per uur. Wie belangstelling mocht hebben om zich te laten scholen tot vrijwillig mo lenaar kan schrijven aan het Zeeuwse gilde, postbus 17 in 's-Gravenpolder of bellen met Christ Langenberg, 01178 - 1810. De cursus duurt twee jaar (totale kosten 150 gulden) en wordt gevolgd door een proefexamen. Is dit bevredi gend, dan wordt de kandidaat voorge dragen voor een theoretisch en prak tisch eindexamen, afgenomen onder auspiciën van de vereniging De Hol- 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1983 | | pagina 8