Engelse kapers jagen een vishoeker op het strand. Na het uitbreken van de Vierde En gelse oorlog was de Engelse vloot op zee oppermachtig en de Nederlandse handel kreeg dan ook zware klappen te ver duren. Desondanks werden in Vlissingen toch nog enkele schepen ter kaapvaart uitgerust. In het zojuist verschenen boekje „225 jaar P.Z.C." staat over de kaperkapiteins Pierre le Turcq en Ni- colaas Jarry nog het een en ander ver meld. Aanvankelijk voer Jarry als lui tenant onder bevel van Le Turcq. Sa men wisten ze veel vijandelijke schepen buit te maken. Aan hun stoutmoedige tochten heeft de reder Nortier dan ook schatten verdiend. Aanvankelijk voerde Le Turcq het bevel over een snelle kotter. Tijdens een achtervolging door Engelse oorlogs fregatten zag hij zich genoodzaakt zijn schip bij 's-Gravenzande aan de grond te zetten, waar het in de branding stuk sloeg. Kort daarna kreeg hij het bevel over het kaperschip De Vlissinger, waarmee hij zoveel Engelse schepen wist buit te maken, dat zijn reder er een winst van 300.000,aan overhield. Hij kreeg daarna het bevel over het nieuwe schip De Zeeuw, dat een bij zonder snelle zeiler bleek te zijn. Het geluk was hem niet altijd even gunstig gezind. In een gevecht met het Engelse oorlogsfregat The Defiance moest Le Turcq de vlag strijken. Hij werd gewond naar Engeland overge bracht, vanwaar hij naderhand weer naar Vlissingen wist te ontsnappen. Zijn reder beloofde hem een nieuw schip, maar toen het klaar was, viel er niets meer te kapen, omdat inmiddels met Engeland vrede was gesloten. Pierre le Turcq verschijnt met zijn schip op de rede van Vlissingen. In het voorjaar van 1182 kreeg Nico- laas Jarry van zijn reder het bevel over het kaperschip De Vlissinger, waarop hij eerder onder het bevel van kapitein Le Turcq had gevaren. Zijn eerste reis was meteen al suksesvol. In vijf weken tijd zag hij kans dertien vijandelijke schepen buit te maken. Ofschoon hij ook daarna nog verscheidene Engelse vrachtvaarders buitmaakte, was het ge luk niet altijd met hem. In het najaar van 1782 pikte hij een brik, geladen met kolen, uit een Engels konvooi. Daarop volgde een aanval door twee fregatten en twee kotters, waarbij De Vlissinger het zwaar te verduren kreeg. Op de Franse kust kwam het schip op de klippen terecht. Gelukkig slaagde de bemanning erin het schip weer vlot te krijgen. Tenslotte heeft kapitein Jarry de tol moeten betalen voor zijn stoutmoedigheid. In januari 1783 sneuvelde hij tijdens een hevig gevecht met een vijandelijk schip. Duinkerker kapers en Barbarijsche zee rovers. Zowel de Duinkerker kapers als de Barbarijsche zeerovers hebben in de loop der jaren de Zeeuwse zeehandel grote schade toegebracht en van Zeeuw se zijde zoveel tegenakties uitgelokt, dat een korte uiteenzetting over hetgeen er in die tijd is voorgevallen, niet onver meld mag blijven. Tegen het einde van de 15e eeuw was Duinkerken een vreedzaam vissersdorp in de zuidelijke Nederlanden. Nadat het in 1583 door de Spanjaarden was ver overd, werd het een waar roversnest. Vlaamse kapers, in dienst van Spanje, maakten van toen af de Noordzee on veilig. Ze voerden tegen de Noord-Neder landers een wrede en verbeten strijd, die langer dan 50 jaar duurde en be schouwd kan worden als een onderdeel van de in 1572 ontketende godsdienst en burgeroorlog. In dat verband is het typerend dat ook Jezuïten aan de kaap vaart deelnamen. Voor hen betekende het een heilige oorlog en op hun roof tochten voerden ze de Jezuïtenvlag dan ook fier in top. In de loop der jaren hebben de Duin kerker kapers grote schade toegebracht aan de Nederlandse visserij en zeehan del. De tegenmaatregelen van hun Hol landse en Zeeuwse stamverwanten wa ren meedogenloos. Het was een strijd die op het scherp van de snede werd uitgevochten. In 1646 werd Duinkerken door de Fransen veroverd, maar zes jaar later keerden de Spanjaarden weer terug In 1658 kwam de plaats in Engelse handen, waarna Lodewijk XIV de stad in 1662 weer terug kocht. Hij maakte van Duinkerken een vestingstad en een oorlogshaven, die moest dienen als uit gangspunt voor akties tegen Neder landse en Engelse schepen. Zijn bloei als kapersnest herleefde. In die jaren kreeg Jean Bart (Jan Baert) grote bekendheid als kaperkapi tein. Hij boekte zoveel sukses, dat hij zelfs door de Franse koning werd ont vangen. Op het voornaamste plein van de stad houdt een standbeeld de her innering aan zijn roemruchte daden levendig. Barbarijse zeerovers noemde men des tijds de piraten die opereerden vanaf de kusten van Marokko, Algiers, Tunis en Tripolis. Met hun snelle schepen wisten ze talloze koopvaarders buit te maken. Vooral Algiers was eeuwenlang een ge vreesd roofnest, waar de gevangen zee- 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1984 | | pagina 12