150 jaar badplaats
DOMBURG -
Tekst: Kees van Boven.
Vele artikelen zijn reeds geschreven
over Domburg als badplaats. Graag
scharen wij ons in die rij van beschrij
vers, die zullen trachten Domburg zo
breed mogelijk te belichten. In alle uit
gaven van Zeeland Magazine in 1984
zult u een artikeltje aantreffen onder
dezelfde kop: „Domburg 150 jaar bad
plaats".
Gebruikelijk is het, wanneer er een
lustrum wordt gevierd, een terugblik te
werpen naar het voorafgaande. Wij wil
len bij het begin (dus 150 jaar geleden)
een start maken.
Volgens overlevering keerden in 1833
twee Middelburgse dames terug van een
badkuur in Scheveningen. Bij hen rijpte
het plan om ook dichtbij huis deze heil
zame baden te nemen. Hun oog viel
hierdoor op Domburg.
Reeds het jaar daarop waren het de
families Schorer en Van Reigerberg Ver-
sluijs, die een z.g. badkoets aanschaften
en daarmee in Domburg de eerste baden
namen. Anderen volgden spoedig dit
voorbeeld en ziehier badplaats Domburg
was geboren.
De Middelburgsche Courant van 29
juli 1835 vermeldt, dat er op de duinen
eenen houten loods is geplaatst ten ge
rieve van de badgasten.
In 1836 waren het zes Middelburgse
heren, die het initiatief namen om in
Domburg „een koffy of z.g. badhuis te
stichten." Op 22 juli 1837 werd het op
de duinen gebouwde eerste badpaviljoen
ingewijd.
Over Domburg en met name het bad
paviljoen vond ik in oude geschriften
uit het jaar 1889 een beschrijving van
J. M. Janssen, destijds als arts verbon
den aan, waarschijnlijk, de zeebad
inrichting. Onderstaand artikel is in zijn
geheel overgenomen.
DOMBURG
door
J. M. Janssen.
Reeds een halve eeuw verliep sedert
de vestiging dezer zeebadinrichting, in
de plaats, waar de schrijver dezer rege
len gedurende een achttal jaren als ge
neesheer een aangenamen werkkring
vond. (Kort nadat de schrijver dit opstel
had ingezonden, werd hij helaas door
den dood aan zijn werkkring ontrukt).
Het stille dorpje met zijn lieflijk
schoone omgeving, waar bosch en zee
als 't ware to.t één geheel vereenigd zijn,
had nergens aan de westkust van Eu
ropa een mededinger in zijn eenig na
tuurschoon, en alleen de afgezonderde
ligging was een hinderpaal voor zijne
snelle ontwikkeling als badplaats.
Domburg is betrekkelijk onbekend ge
bleven aan het badplaatsen-bezoekend
publiek en zal, door het gemis van snel
lere verkeersmiddelen, waarschijnlijk in
de eerstvolgende jaren nog niet den
stroom van toeristen tot zich trekken,
welke aan andere badplaatsen ten deel
valt.
Maar juist die kalmte, die rustige rust
geven aan Domburg als badplaats recht
van bestaan bij het onophoudelijk woe
len onzer hedendaagsche maatschappij.
Ieder, die verloren krachten wenscht te
herwinnen, die zijn geschokt zenuwle
ven verlangt tot rust te brengen, die
wil uitrusten van de vermoeienissen en
beslommeringen van een veelbewogen
leven, kan er bevrediging vinden van
zijn behoeften en zal zich gelukkig ach
ten, dat de voortdurende opeenvolging
van luidruchtige vermaken er niet ge
vonden wordt. Daaraan niet het minst,
durven wij beweren, dankt Domburg
zijn vooruitgang als badplaats.